m.s. “Snestad”, OBO carrier, 1976, brandschade.
Foto boven: De Noorse OBO carrier m.s. “Snestad”, die met een aanzienlijke brandschade Rotterdam binnengesleept werd.
Snel herstel van brandschade aan uitlaatgassenketel m.s. “Snestad”.
Met een totaal uitgebrande uitlaatgassenketel werd op 21 juli 1976 de Noorse OBO carrier “Snestad” (119.893 dwt) de Rotterdamse haven binnengesleept. Op uitnodiging kwam onze afdeling Reparatie aan boord om de schade op te nemen en te starten met een noodreparatie.
Met behulp van onze bok “MOA” heeft men de uitlaatgassenleiding en de uitlaatgassenketel bij stukjes en beetjes door de schoorsteen uit het schip gelicht en als schroot afgevoerd. Intussen vond het lossen van het schip op de boeien in de Beneluxhaven normaal doorgang.
Zeventien ton
Onderin de ketel lag een groot brok gesmolten materiaal. Het gewicht ervan bedroeg zeventien ton. Er is nog geprobeerd dit blok met een thermische lans te splitsen, wat niet lukte.
De “MOA” bracht uitkomst. Men maakte een gat in de schoorsteen, waarna de bok het stuk verwijderde. Intussen was in de plaatwerkerij een aanvang gemaakt met de vervaardiging van een verzamelkast en pijpstukken voor de uitlaatgassenleidingen met een diameter van 1,8 meter. De verzamelkast vormt de verbinding tussen de uitlaatgassenleidingen vanaf de beide uitlaatgassenturbines naar de centrale uitlaatgassenleiding.
Het schip kwam 10 augustus aan de werf, zodat direct gestart kon worden met de montage en isolatie van de verzamelkast en uitlaatgassenleiding.
Waterschade
De brand had evenwel meer schade aangericht. In totaal moest circa tien kilometer electrische kabel rondom de ketel vernieuwd worden. Daarmee was men er nog niet. Als gevolg van het bluswerk liepen beide uitlaatgassenturbines en de hoofdmotor schade op. Dit was eveneens het geval met tientallen electromotoren. Dit betekende het overhalen van beide genoemde turbines, alsmede van 49 electromotoren in de werkplaats. Van de Sulzer hoofdmotor werden vervolgens alle negen zuigers getrokken. De grote hitte en het blussingswerk hadden eveneens aanzienlijke schade aangericht in de omliggende accommodatie. Gedeeltelijk werden de isolatie, wanden, vloertegels en verscheidene electrische keukeninstallaties vernieuwd.
Op 27 augustus 1976 – één dag eerder dan de gestelde contractdatum – volgde na een geslaagde proeftocht de oplevering van de “Snestad”.
Tanker “Cis Brövig” weer in de vaart.
Kort geleden kreeg de Noorse tanker m.s. “Cis Brövig” (107.802 dwt) in dok 10 een flinke opknapbeurt. Dit was noodzakelijk omdat de tanker voor langere periode opgelegd is geweest in een Noors fjord. De werkzaamheden bestonden onder andere uit knippen en scheren, alsmede schroefas trekken.
Ernaast in dok 9 ligt de bulkcarrier m.s. “Amstelmolen” (54.000 dwt) van de NSU. Zij onderging een garantiedokking.
Op de voorgrond aan kraanbaan XIII het motorschip “Snestad”.
Omschrijving:
Met een totaal uitgebrande uitlaatgassenketel werd op 21 juli 1976 de Noorse OBO carrier “Snestad” (119.893 dwt) de Rotterdamse haven binnengesleept. De brand had evenwel veel meer schade aangericht, zoals aan de uitlaatgassenturbines, de hoofdmotor, de electromotoren, de electrische bekabeling en de accommodatie ,
Op 27 augustus 1976 – één dag eerder dan de gestelde contractdatum – volgde na een geslaagde proeftocht de oplevering van de volledig herstelde “Snestad”.
Artikelen:
– Snel herstel van brandschade aan uitlaatgassenketel m.s. “Snestad”, Nieuws van de RDM, september 1976.
– Tanker “Cis Brövig” weer in de vaart, Nieuws van de RDM, september 1976.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.