“Reactordrukvat” + binnenwerk, 1968, Dodewaard (NL).

Foto boven: Het smeden van een ring van het reactordrukvat van de kerncentrale Dodewaard, in 1965 bij de RDM.

Inleiding “Dodewaard”.
Hollands voorjaarsweer: kil, bewolkte hemel en af en toe wat regen. De Oostpoort van het RDM fabrieksterrein gaat open om een speciale wagon door te laten met daarop een smeedblok van ruim 50 ton. Geen bijzonder zwaar smeedblok, maar toch geen alledaags. Het is het eerste van een reeks van vier waaruit de RDM de wanden gaat smeden voor het reactorvat van de kerncentrale Dodewaard. 
De smederij heeft inmiddels zijn werk, de eerste fase in de bouw van het reactorvat Dodewaard, afgeleverd aan de machinefabriek. Op 21 april in de avond ging het eerste gloeiende smeedblok onder de 6000 tons smeedpers, op 11 mei werd het laatste smeedwerk gedaan aan het vierde smeedblok. In de smederij is men er natuurlijk aan gewend hele grote smeedstukken onder handen te hebben. Het smeden van de ringen voor het reactorvat Dodewaard gaf echter wel wat spanning. Om te beginnen moest het blok drie meter tachtig lang bij een doorsnee van ongeveer anderhalve meter, ineengedrukt worden tot een lengte van 2,300 m. Daarbij kon, in de meest letterlijke zin, de zaak aardig scheef lopen. Stelt U zich maar eens voor, dat U een pijpje klei of plasticine dat drie maal zo hoog als breed is tot ongeveer de halve hoogte wilt samendrukken. Alle kans dat U een gek vervormd stuk materiaal krijgt. Welnu, het samendrukken van de smeedstukken is prachtig gelukt. Evenals het maken (porren) van de gaten door het hart van de samengeperste (gestuikte) ingots door middel van een stalen pijp die de zware pers er doorheen drukte. Overigens was, wat hier nu in een paar zinnen wordt verteld, een operatie die bij elkaar een paar uur duurde. De helse temperatuur (1200 graden) maakt dat er bij zulk werk menig zweetdruppeltje valt, maar de spanning van het werk zal hier nog heel wat extra transpiratie hebben veroorzaakt. 
Aansluitend aan het stuiken en porren werd het gat in de smeedblokken wijder gesmeed. Na nieuwe verhitting werden de stukken achtereenvolgens weer opgesmeed tot een ring met een diameter, eveneens van ongeveer drie meter en een wanddikte van een centimeter of twintig. In de machinefabriek heeft men nu voorlopig werk de vier gesmede ringen af te draaien. De kopse einden op de nieuwe grote Innocenti kotterbank en de wanden, buiten en binnen, op de grote carousselbank. 
Wij zullen vanzelfsprekend in dit blad nog wel eens terugkomen op de werkzaamheden en vorderingen met het reactorvat. Maar U wilt natuurlijk ook wel in grote trekken alvast weten waar het ongeveer naar toe gaat. Welnu, het reactorvat bestaat dus uit vier ringen, twee met een lengte van 2,770 m, één met een lengte van 2,300 m en één met een lengte van 1,215 m, die aaneengelast zullen worden, nadat de binnenzijde van de wanden met roestvrij staal zijn bekleed. Het vat wordt dus opgebouwd, zoals bijvoorbeeld een rioolput, uit opeengestapelde ringen. Aan de onderzijde wordt een holle bodem gelast, waar doorheen de regelstaven zullen lopen (zie de uiteenzetting in het november nummer 1964 van Nieuws van de RDM). De bovenzijde wordt afgesloten door een bol deksel, dat afneembaar is. Daartoe komen aan de romp van het vat en aan het deksel flenzen, die in grote trekken op dezelfde manier door smederij en machinefabriek zullen worden vervaardigd als de ringen. 
Nu wat over het project Dodewaard als geheel. Het is de bedoeling dat de eerste Nederlandse kerncentrale tegen het eind van 1967 in bedrijf komt. Per jaar zal deze centrale dan 310 miljoen kilowattuur leveren aan het 150 KV koppelnet. Dat is niet veel, genoeg bijvoorbeeld om Eindhoven een jaar lang van stroom te voorzien. De centrale Dodewaard is echter in de eerste plaats bedoeld om de Nederlandse elektriciteitsvoorzienings bedrijven aan de nodige ervaring te helpen bij het opwekken van elektriciteit door kernenergie. Het kan kort duren of lang duren (de recente aardgas vondsten geven misschien wat uitstel van executie), maar eenmaal zullen de klassieke energiebronnen (kolen, olie, gas) uitgeput raken en dan zullen we op kernenergie zijn aangewezen. Daarom is het ook verantwoord daar nu reeds geld in te steken. Zeer veel geld zelfs. De centrale Dodewaard zal ongeveer 90 tot 95 miljoen gulden gaan kosten, terwijl een “gewone” elektrische centrale met eenzelfde capaciteit (50 Megawatt) voor ongeveer 20 miljoen gulden kan worden gebouwd. 
Als de centrale in de uiterwaard bij Dodewaard gereed is, zal zij het beeld van de omgeving geheel domineren. De schoorsteen van de jamfabriek zal in het niet vallen bij de schoorsteen van de centrale, die honderd meter hoog wordt (net zo hoog als de hoogste toren van Nederland, de Utrechtse Dom). Naast de schoorsteen staat de enorme reactorhal, waarin dus het door de RDM te leveren aandeel in dit project wordt geplaatst. Achter de reactorhal komt de turbinehal en dan komt er een aantal zijvleugels, waarin regelruimte, laboratorium, werkplaats, administratie en cantine zullen worden gehuisvest. 
Bij het werken met kernenergie gaat veiligheid voor alles. Daarom is als plaats van vestiging Dodewaard gekozen, ver van dichtbevolkte centra. Dodewaard voldoet bovendien aan twee andere vestigingseisen: de aanwezigheid van een groot water, de Waal, zodat men over koelwater kan beschikken en kan spuien, en de mogelijkheid de centrale aan het landelijk koppelnet te haken. Overigens heeft men bij het ontwerpen van de centrale gebouwd op de jarenlange ervaring die men in Amerika al heeft op dit gebied, waardoor de veiligheid ruimschoots is gewaarborgd. Voor het geval, wat dus praktisch uitgesloten is, dat de reactor uit de hand zou lopen (te hard zou gaan koken) en eventueel zou scheuren, zorgen speciaal naast de reactor aangebrachte tanks dat de vrijgekomen stoom wordt opgevangen. 
Het beeld van Dodewaard, een typisch Hollands rivierenlandschap, zal de komende jaren veranderen. Maar de schippers op de Waal zullen al gauw onaangedaan langs de centrale varen en het bouwwerk beschouwen als een duidelijk baken op hun koers de rivier op en af. 
(Bron: Nieuws van de RDM, juni 1965) 

Laatste machinale bewerking reactorvat.
Het is een beetje stil geworden rond het reactorvat voor de eerste Nederlandse kernenergiecentrale, die in Dodewaard wordt gebouwd. Het is al weer een tijdje geleden, dat op de RDM met de vervaardiging van dit vat werd begonnen en intussen hebben wij opdrachten in uitvoering genomen voor veel grotere werkstukken op dit gebied. Intussen is het vat voor Dodewaard nu in de laatste bewerkingsfase. Op de grote Innocenti kotterbank in de machinefabriek van de RDM worden op het ogenblik de doorvoeringen in de bodem van het vat aan de maat gekotterd en precies in één lijn met elkaar en met de wanden van het vat gemaakt. Voor deze door-voeringen waren, vóórdat de samenstellende delen van het vat aaneen werden gelast, gaten in de bodem van het vat geboord, die aan de binnenzijde van manchetten werden voorzien. De regelstaven lopen vanaf de buitenzijde van het vat naar binnen tot in het rekwerk waarin de splijtstof elementen zijn opgehangen (de care structure) en dienen om het splijtingsproces meer of minder snel te laten verlopen, waardoor dan meer of minder stoom wordt geproduceerd. De core structure zelf is op het ogenblik ook zo goed als gereed. Als alles volgens plan verloopt, zal rond de jaarwisseling het vat naar de bouwplaats in Dodewaard worden vervoerd en in de reactorhal van de centrale worden geplaatst. 
(Bron: Nieuws van de RDM, 23 november 1967) 

Reactorvat in Dodewaard.
Voor wat ons blad betreft zal het nu wel één van de weinige keren zijn, dat het vat voor Dodewaard nog in het nieuws komt. De laatste maal zal wel zijn medio mei of begin juni als de reactor van de kerncentrale kritisch wordt. Om ons tot het nu te bepalen. Op 6 januari zakte het reactorvat voor Dodewaard centimeter voor centimeter naar binnen in de reactorkamer. Het (zonder deksel) 84 ton wegende gevaarte had men daarvoor eerst ongeveer 50 meter omhoog gehesen van het terrein voor de reactorhal. 
De operatie verliep, ondanks het bijna te ongunstige weer, gesmeerd en precies volgens programma. Zoals dat ook het geval was geweest met het transport, waarvoor op Nieuwjaarsdag de voorbereidingen waren getroffen. Op 2 Januari werd het troetelkind van onze afdeling Reactorbouw op een bak gezet en in de schemering van 3 januari arriveerde het transport voor de steiger in Dodewaard. 
Het was toen hondeweer, maar bij het aan wal zetten van het reactorvat de volgende ochtend zat het weer toch net genoeg mee en Koning Winter hield ook even de adem in toen het vat op 6 januari op zijn plaats werd gezet. 
Een montageploeg van de RDM in samenwerking met het Schelde-Montage-Bedrijf kon vervolgens beginnen de pijpen aan te lassen waardoor de regelstaafaandrijvingen zullen lopen en als alles nu volgens programma verloopt zal de reactor (dezer dagen werd ook het binnenwerk geplaatst) in mei of juni kritisch worden. Dat wil zeggen, dat daarbinnen het kernsplijtingsproces begint waardoor de warmte vrij komt die de stoom produceert voor de turbine van de eerste Nederlandse kernenergiecentrale. Er zijn dan ruim drie jaar verlopen sinds in Dodewaard de eerste paal voor de fundering van de centrale werd geslagen en sinds bij de RDM – op een kille, natte ochtend in het vroege voorjaar – de eerste ingot binnenkwam. 
Uit de ingots werden ringen gesmeed, die later aaneengelast zouden worden tot het in totaal 12 meter hoge vat. 
Het reactorvat en het binnenwerk ervoor mogen werkstukken zijn, waarop de RDM trots kan zijn, de centrale Dodewaard is natuurlijk geen werkstuk van de RDM alleen. Bij lange na niet. Dezer dagen werden wat gegevens bekend over de bouw van de centrale. Bijvoorbeeld, dat in totaal 22.000 kubieke meter beton zijn verwerkt, waarvan 1100 kubieke meter voor het zogeheten biologische schild om de reactorkamer die de straling vanuit de reactor moet absorberen. Voor het transport van dat beton van de fabriek in Tiel naar de bouwplaats zijn 250.000 kilometer afgelegd. 
Zoals hoge eisen moesten worden gesteld aan de reactor zelf (als het apparaat eenmaal werkt kan er weinig meer aan worden geïnspecteerd), zo moesten ook hoge eisen worden gesteld aan de gebouwen waarin de centrale is ondergebracht. Vooral aan de reactorhal en aan de turbinezaal, die luchtdicht moeten zijn in verband met eventueel stralingsgevaar. Datzelfde geldt voor het laswerk aan de 1500 meter verbindingsleidingen. 
Als de centrale Dodewaard straks elektriciteit produceert zal er zo’n 130 miljoen gulden in gestoken zijn. Maar het is nog niet te zeggen wat de kosten zullen zijn van de stroom die wordt geleverd. Dat hangt in de eerste plaats af van het aantal uren, dat men draait. Hoe groot dat aantal uren is, valt moeilijk te voorspellen, omdat men hier te lande nog geen ervaring met kerncentrales heeft en met de storingen die erin kunnen optreden. Bepalend voor de kilowattprijs zal ook zijn het maximum rendement van de reactor. Met hele grote veiligheidsmarges is die berekend voor een vermogen van 54 megawatt, maar als men eenmaal geleerd heeft de reactor te “bespelen”, dan zal men er wellicht een vermogen van 65 megawatt aan kunnen ontlenen zonder de veiligheid in gevaar te brengen. 
Maar goed, dat is een zaak voor Dodewaard, waarbij het voor ons natuurlijk bijzonder interessant blijft wat “ons vat” tenslotte zal kunnen presteren. 
(Bron: Nieuws van de RDM, januari 1968) 

Eerste reactorvat.
Na verscheping van het eerste reactorvat (van “maar” 100 ton) naar Dodewaard begin januari van dit jaar, hebben een ploeg van onze beste bankwerkers en controleurs, in samenwerking met het Schelde Montagebedrijf, het vat inmiddels op de bouwplaats afgemonteerd. Bovendien is na vele dagen noeste arbeid het eveneens door ons geleverde binnenwerk gereedgekomen. 
(Bron: Nieuws van de RDM, mei 1968) 

Omschrijving:
Kerncentrale Dodewaard was de eerste kerncentrale in Nederland. De bouw begon in 1965 en de kernreactor werd in het bijzijn van Koningin Juliana op 26 maart 1969 in gebruik genomen. Hoofddoel was het opdoen van kennis en ervaring met het opwekken van elektriciteit door middel van kernsplijting. 
De 50 MW General Electric centrale is voor een groot deel gebouwd met Nederlandse technologie: Philips bouwde (helemaal betaald door de overheid) de splijtstofelementen (de splijtstofstaven komen van NUKEM); de regelstaven zijn geleverd door Hollandse Signaalapparaten; het reactorvat door RDM (waar ze een flinke staatssubsidie voor kregen) en de turbine-installatie door Stork. De kosten zijn nogal gestegen; waren ze in 1962 geschat op f 95 miljoen, in 1964 was dat al gestegen tot bijna 110 mln.; in 1967 tot 135 mln. en in 1968 zelfs tot 145 miljoen gulden. De GKN zelf schat in een brochure bij de officiële opening (maart 1969) de totale kosten op f 140 miljoen. 
De centrale is eigendom van de BV Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN) en is gebouwd in de uiterwaarden van de Waal buiten het dorp Dodewaard. De centrale is gebouwd op 13,20 meter boven NAP om veilig te staan in tijden van hoogwater. Voor de aan- en afvoer van materiaal beschikt de centrale over een brug over een strang van de Waal, een dode zijarm. De centrale had een kleine haven, die nu buiten gebruik is, waaruit ook het koelwater werd opgepompt. 
Het betreft hier een BWR drukvat, BWR = Boiling Water Reactor (kokend water reactor), voor een centrale die in oktober 1968 in bedrijf kwam. 
Op 2 januari 1968 werd het reactordrukvat bij de RDM op een bak gezet, die in de schemering van 3 januari bij de steiger in Dodewaard arriveerde. Op 6 januari 1968 werd het vat op zijn plaats gezet. 
De kerncentrale van Dodewaard is sinds maart 1997 niet meer actief. Een een groot deel van de centrale is in 2003 afgebroken. Het reactorgebouw is blijven staan, omdat (vanwege het radioactief verval) het pas over 40 jaar economisch haalbaar wordt geacht om het reactorgebouw eveneens te ontmantelen. 

Citaten:
– www.kernenergieinnederland.nl, 26-03-1969: 
… … Nadat de kerncentrale in Dodewaard op 24 juni 1968 voor het eerst kritisch is geworden, is nu (26 maart 1969) de officiële ingebruikstelling (zie Foto 7 en 8 hieronder). Dit is ook meteen het eerste incident van de centrale. Met het terugtrekken van de regelstaven uit de kern, veroorzaakt koningin Juliana een te snelle toename van de kernsplijting. Het hoofd van de centrale grijpt in en de reactor wordt onmiddellijk stilgelegd. … …

Artikelen:
– Werkbezoek Prins Bernhard, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, juli 1964, blz. 3: PB-1964-07.pdf
– Proefstuk voor de kerncentrale, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, juli 1964, blz. 9: PB-1964-07.pdf
– Project Dodewaard van start, Nieuws van de RDM, juni 1965, blz 6-8: PB-1965-06.pdf
– Foto en tekst, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, september 1965, blz. 2: PB-1965-09.pdf
– Jaarverslag 1965, Nieuws van de RDM, april 1966, blz 4-5: PB-1966-04.pdf
– Over kernreactorvaten, Nieuws van de RDM, december 1966, blz 6-7: PB-1966-12.pdf
– Eerste Jaarverslag na de fusie, Nieuws van de RDM, mei 1967, blz 3: PB-1967-05.pdf
– Laatste machinale bewerking reactorvat, Nieuws van de RDM, 23 november 1967, blz 5: PB-1967-11.pdf
– Reactorvat in Dodewaard, Nieuws van de RDM, januari 1968, blz 6-7: PB-1968-01.pdf
– Vierde bouwopdracht voor reactorvat, Nieuws van de RDM, mei 1968, blz 3: PB-1968-05.pdf.

Bronnen:
– Artikelen hierboven. 
– Kernenergie in Nederland
– Fotoreportage bouw centrale: Mijn Gelderland

Opmerking kerncentrales: 
Het nucleaire agentschap NEA geeft een overzicht van de 22 door de RDM geleverde reactordrukvaten: 
  In Europa: 
    2 reactoren in België ( Doel-3 / type PWR en Tihange-2 / type PWR, alléén levering grote ringvormige smeedstukken), 
    2 reactoren in Duitsland ( Brunsbüttel / type BWR en Philippsburg-1 / type BWR, beide in permanente shutdown), 
    2 reactoren in Nederland ( Borssele / type PWR en Dodewaard / type BWR, de laatste in permanente shutdown), 
    2 reactoren in Spanje ( Santa María de Garoña / type BWR en Cofrentes / type BWR), 
    1 reactor in Zweden ( Ringhals-2 / type PWR), 
    2 reactoren in Zwitzerland ( Leibstadt / type BWR en Mühleberg / type BWR). 
  In Noord- en Zuid-Amerika: 
    10 reactoren in the Verenigde Staten ( Catawba-1 / type PWR, McGuire-2 / type PWR, North Anna-1 / type PWR, 
      North Anna-2 / type PWR, Quad Cities-1 / type BWR, Sequoyah-1 / type PWR, Sequoyah-2 / type PWR,  
      Surry-1 / type PWR, Surry-2 / type PWR en Watts Bar-1 / type PWR), 
    1 reactor in Argentinië ( Atucha-1 / type PWR). 
Noot 1: Type BWR = Boiling Water Reactor en type PWR = Pressurized Water Reactor. 
Noot 2: De Amerikaanse kerncentrale Quad Cities-1 wordt in het bedrijfsblad “Nieuws van de RDM” Quad Cities-2 
            genoemd. 
Noot 3: De kerncentrale bij Oklahoma (USA), waarvoor in 1980 het Black Fox-1 drukvat geleverd werd, staat niet in dit 
            rijtje, want de centrale werd niet afgebouwd. Derhalve is dit BWR-drukvat daar ook nooit in bedrijf gekomen. 
            Dit geldt ook voor de kerncentrale Watts Bar-2 (USA), die echter naar verwachting toch in 2015 zal opstarten. 
Noot 4: Naast deze 22 + 2 = 24 reactordrukvaten heeft de RDM nog vele reactorbinnenwerken en onderdelen gebouwd.

Bronnen:
– Nucleair Energy Agency (NEA). 
Stadsarchief Rotterdam.
– Bert Kroes, Brussel, België.