Reactordrukvat, 1972, Sequoyah-1 (USA).
Foto boven: Ditmaal kon het vertrekkende reactorvat wel via de Oostpoort het RDM-bedrijf verlaten.
Proefpersen: een spannende zaak.
De hierbij afgedrukte foto hieronder geeft een beeld van de beproevingsopstelling van het “Sequoyah I” reactorvat in onze apparatenfabriek. Dit 385 ton wegende vat heeft een inwendige diameter van 4400 mm en het is besteld door Westinghouse Electric Corporation. De Amerikaanse kerncentrale waarvoor het vat is bestemd, wordt gebouwd bij het plaatsje Daisy aan het Chickamagua meer in de staat Tennessee. De centrale zal alleen met behulp van dit vat een elektrisch vermogen kunnen opwekken van 1175 MWe. Dit is meer dan de centrale Waalhaven totaal kan leveren. Zoals bekend dienen reactorvaten aan zeer hoge kwaliteitseisen te voldoen. In de eerste plaats wordt het materiaal waaruit het vat wordt opgebouwd zorgvuldig gecontroleerd, terwijl tijdens hele produktieproces vele kwaliteitsonderzoeken worden uitgevoerd. Dit alles is echter nog niet voldoende. Pas als een vat met succes de zware eindbeproeving heeft doorstaan kan de oplevering plaatsvinden.
Afdichtingen
Deze eindbeproeving bestaat uit een persproef, waarbij een vat onder zeer hoge druk wordt gezet om te kijken of er lekkages optreden. We schrijven het hier heel simpel even neer, maar in werkelijkheid is het een bijzonder gekompliceerde zaak, die een zorgvuldige voorbereiding vergt. Onlangs heeft de proefpersing plaatsgevonden van het zo juist genoemde “Sequoyah I” reactorvat. De gegevens van dit vat gebruiken we om hieronder eens iets te vertellen over het proefpersen in het algemeen. Voor een persproef wordt een vat verticaal opgesteld op de persvloer. Het zware gevaarte rust met een viertal stompen op evenveel kolommen. Voordat men het vat gaat vullen worden alle openingen in het vat – en dat zijn er nogal wat – hermetisch afgedicht. Dit geldt in de eerste plaats voor het deksel. Voor het verkrijgen van een goede flensafdichting moeten 54 bouten met een diameter van 178 mm zeer nauwkeurig worden aangehaald met behulp van drie hydraulische boutenspanners. Twee van deze enorme apparaten, die elk een trekkracht kunnen opbrengen van 800 ton, zijn zichtbaar op Foto 1 hieronder. Ze staan boven op het vat onder een draagring gemonteerd. Verder komt de tijdelijke afdichting van de stompen aan de orde. De acht in- en uitlaatstompen hebben een inwendige diameter van 698 respectievelijk 736 mm. Tot slot moeten de tientallen kleinere openingen nog worden afgedicht. Het gaat om de 58 openingen voor de instrumentpijpen in de bodem van het vat en de 78 openingen in het deksel, bestemd voor de regelstaafpijpen.
Gedemineraliseerd water
Zodra de afdichtingen gereed zijn wordt het vat gevuld met gedemineraliseerd water (in totaal 178 ton). Dit water circuleert in een gesloten circuit, waarvan behalve het vat o.a. ook een verwarmingsketel deel uitmaakt. Deze ketel zorgt ervoor dat de temperatuur van het gedemineraliseerde water konstant op 50° Celsius blijft. Men gebruikt voor de persproef gedemineraliseerd water, omdat normaal drinkwater schadelijke bestanddelen bevat (o.a. chloor en zouten) voor de binnenzijde van het vat. De temperatuur van 50° Celsius is eveneens van belang. Een lagere temperatuur kan namelijk een nadelige invloed uitoefenen op de materiaaleigenschappen van het staal, waaruit het vat is opgebouwd. Is het vat gevuld, dan wordt de druk in het vat opgevoerd tot (bij het “Sequoyah I” vat) 219 atmosfeer.
Duizenden metingen
Tijdens het spannen van de bouten en tijdens de proefpersing zelf, die enkele uren in beslag neemt, worden duizenden metingen verricht. Deels gebeurt dit met de hand, deels met behulp van ingewikkelde elektronische apparatuur.
Aan het “Sequoyah I” vat zijn de volgende metingen uitgevoerd:
– druk in het vat. Dit gebeurd met normale manometers en met een rekstrookmanometer.
– temperatuur van binnen- en buitenzijde van het het vat. Hiervoor waren thermokoppels op acht plaatsen aangebracht.
– boutverlenging. Deze metingen werden uitgevoerd met micrometers en met behulp van rekstrookjes. Uit de boutverlenging kan men afleiden hoe groot de trekkracht in een bout is.
– rek van het materiaal van het vat. Hiervoor waren aan de binnen- en buitenzijde van het vat in totaal ca. 350 rekstrookjes bevestigd, waarmede de optredende materiaalspanningen bepaald worden. Dit wordt gedaan ter controle van de ontwerpberekeningen.
Bij de recente proefpersing is nauw samengewerkt met medewerkers van het Laboratorium voor Energievoorziening en Kernreactoren van de Technische Hogeschool in Delft. De TH-medewerkers verzorgden de metingen met rekstrookjes en thermokoppels. De elektronische apparatuur die voor laatstgenoemde metingen door de medewerkers van de TH in onze apparatenfabriek was geïnstalleerd kan maximaal 18.000 metingen per uur uitvoeren en registreren. Aan het “Sequoyah I” vat zijn echter in totaal ‘slechts’ 22.000 metingen gedaan in enkele uren tijds.
Een proefpersing is elke keer weer een spannende aangelegenheid. Het welslagen ervan hangt van zoveel factoren af, dat het u zeker niet zal verbazen dat tijdens het omvangrijke karwei niet alles vlekkeloos is verlopen. Wat het werken aan zo’n proefpersing ondanks alle spanning toch ook weer aantrekkelijk maakt is de intensieve onderlinge samenwerking tussen alle betrokkenen, die in dit geval ondermeer afkomstig waren uit de Apparatenfabriek, de Machinefabriek, de afdeling Kernenergie en de TH te Delft.
Reactorvat ging scheep.
Twee bakbeesten van trucks trokken donderdagavond 6 januari het inklusief slede en transportdeksel ruim 340 ton wegende vat voor de Amerikaanse kerncentrale Sequoyah uit onze apparatenfabriek. In een relatief hoog tempo reed het bijzonder zware transport naar de Oostpoort. Zonder veel problemen werd deze hindernis door de 192 wielen tellende combinatie genomen. Eenmaal door de poort stak de kombinatie de rijweg over en rolde vervolgens direkt het terrein op van de Stuwadoorsmaatschappij Heijplaat. Daar lag het 4000 brt metende Britse vrachtschip “Jowood” gereed om het vat en het altijd nog 80 ton wegende deksel aan boord te nemen. Dat gebeurde overigens pas de volgende morgen met behulp van de bok “Matador”, die al vaker soortgelijke karweien bij de hand heeft gehad.
New Orleans
Nadat de lading aan boord van de “Jowood” zeevast stond, vertrok het schip uit Rotterdam. In Bremen moest nog aanvullende lading worden ingenomen, waarna de oversteek naar de Amerikaanse havenstad New Orleans op het programma stond. Bij aankomst daar wordt het vat op een lichter gezet, waarmee het gevaarte via de Mississippi en de Tennessee. River naar de bouwplaats van de Sequoyah centrale wordt getransporteerd. De bouwplaats ligt aan de Tennessee River in de buurt van het plaatsje Daisy. De elektriciteitscentrale wordt gebouwd door Westinghouse Electric Corporation in opdracht van de Tennessee Valley Authority. De centrale zal uit twee eenheden bestaan, met elk een vermogen van ca. 1100 MWe. In 1968 bestelde Westinghouse beide benodigde vaten bij de RDM.
De beste stuurlui staan toch aan wal?
“De beste stuurlui staan aan wal”, zo luidt een overbekend gezegde. Dat blijkt letterlijk genomen in de praktijk inderdaad wel eens het geval te zijn. Tijdens de tocht over de Atlantische Oceaan zal namelijk niet in eerste instantie de kapitein van de “Jowood” de koers van zijn schip bepalen, maar het KNMI in De Bilt. Het Meteorologisch Instituut staat voortdurend in verbinding met de gezagvoerder en geeft hem de te volgen route op aan de hand van computergegevens over de weersgesteldheid op de oceaan. Deze gegevens worden verzameld door de weersatellieten, die om de aarde cirkelen. Op deze manier wordt voorkomen, dat de “Jowood” met haar kostbare lading onnodig in zwaar weer verzeild raakt.
Omschrijving:
Het reactordrukvat werd door de RDM op 7 januari 1972 op transport naar Westinghouse Electric Corporation (de opdrachtgever) in de U.S.A. gezet. Het betreft hier een type PWR drukvat, PWR = Pressurized Water Reactor (druk water reactor), voor een kerncentrale die in juli 1980 in bedrijf kwam en in 2012 nog in bedrijf was.
Artikelen:
– Proefpersen: een spannende zaak, Nieuws van de RDM, oktober 1971.
– Reactorvat ging scheep, Nieuws van de RDM, jan/ feb 1972.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.