“Prins Willem Alexander” veerpont, 1970, plaatsing dooskiel.

Foto boven: De veerpont “Prins Willem Alexander” in een NW-dok voor de plaatsing van een dooskiel. 

Millimeterwerk op de NW. 
In de eerste helft van de maand januari werd op de NW een reparatiekarwei uitgevoerd, waarmee dé werf haar naam als scheepsreparateur weer alle eer heeft aangedaan. Het ging om de splinternieuwe veerpont “Prins Willem Alexander”, die binnenkort wordt ingezet in de dienst Kruiningen-Perkpolder. 
Bij het reeds in de vaart zijnde zusterschip “Prinses Christine” was geconstateerd, dat het schip te windgevoelig is bij een lage snelheid, hetgeen problemen opleverde bij binnenkomst in de haven en het afmeren. Daarom moest de “Prins Willem Alexander” worden voorzien van een zogenaamde dooskiel, die de diepgang van het schip met 20 centimeter zou vermeerderen. Deze 94 meter lange kiel werd in delen toegeleverd door de werf “de Merwede” in Hardinxveld, waar de veerpont is gebouwd. Dit karwei kon alleen tot een goed einde warden gebracht, indien de dokking van het schip op een uiterst nauwkeurige wijze zou geschieden. Door de opdrachtgevers was slechts een speling van 5 millimeter toegestaan. Op de NW werd dok 2 aangewezen als “operatieterrein”. 
Begin januari 1970 werd met het karwei een aanvang gemaakt. De delen van de kiel weren aaneen gelast en daarna werd het geheel met grote precisie op de blokken in dok 2 gelegd. Vervolgens werd de veerpont tijdelijk in dok 4 opgenomen om de juiste plaats voor de kiel op de onderzijde van het schip te markeren. Daarvoor werd gebruik gemaakt van geleidekrammen, terwijl er tevens enkele ogen aan de scheepshuid werden bevestigd. 
De voorbereidende werkzaamheden duurden tot woensdag 7 januari 1970 en toen brak het grote moment aan dat de “Prins Willem Alexander” in dok 2 moest worden gebracht. Toen de veerpont in het dok was gemanoeuvreerd, liet men het dok langzaam opkomen totdat de geleidekrammen de daaronder gereedliggende kiel “losjes” in hun greep hadden. Hierna werd het uiteinde van de kiel met behulp van reeds aangebrachte spandraden opgelicht en tegen de merktekens onder het achterschip getrokken. Twee kikvorsmannen verleenden hierbij assistentie. Na deze fase liet men het dok langzaam schuin opkomen totdat de blokken van het dok weer contact maakten met de gedeeltelijk opgelichte kiel, waarna het dok met het hierboven omschreven achtereinde van de kiel als draaipunt weer langzaam in horizontale stand werd gebracht en contact maakte met de rest van de kiel. Tijdens deze ingewikkelde manoeuvre was het zaak om het gehele schip precies midden in het dok te houden. Zodra deze fase achter de rug was, kon men met het definitieve dokken beginnen. De dokprocedure nam vier en een half uur in beslag, maar toen was ook alles volgens plan verlopen. Er restte natuurlijk nog de bevestiging van de kiel aan het onderschip en de verwijdering van de hulpvoorzieningen. Op 11 januari kreeg het karwei zijn beslag. 
De afdelingen scheepsbouw en dokken van de NW mogen voor deze geslaagde operatie, zo vinden wij, best een pluimpje op de hoed steken! 
(Bron: Nieuws van de RDM, februari 1970) 

Omschrijving: 
Bij het reeds in de vaart zijnde zusterschip “Prinses Christine” was geconstateerd, dat het schip te windgevoelig is bij een lage snelheid, hetgeen problemen opleverde bij binnenkomst in de haven en het afmeren. Daarom werd de “Prins Willem Alexander” voorzien van een zogenaamde dooskiel, die de diepgang van het schip met 20 centimeter zou vermeerderen. Deze 94 meter lange kiel werd in delen toegeleverd door de werf “de Merwede” in Hardinxveld, waar de veerpont is gebouwd. De dokking van het schip moest hierbij op een uiterst nauwkeurige wijze geschieden. 

Citaten: 

Artikelen: 
– Millimeterwerk op de NW, bedrijfsblad Nieuws van de RDM, februari 1970, blz. 17: PB-1970-02.pdf.

Bronnen:
– Artikelen hierboven. 
– Theo van Leeuwen, Melissant.