“Prins Bernhard” Dok 8, 1948 – 1983, drijvend droogdok.
Foto boven: 5-6-1948. De aankomst in Rotterdam van het in Engeland gekochte 32.000 tons “Floating Medway Dock”.
Tonnage: 32.000 dwt.
Hoofdafmetingen:
Lengte over alles = 207,40 m.
Breedte over alles = 46,94 m.
Breedte tussen de wrijfhouten in het dok = 32,16 m.
Hoogte van onderkant kiel tot bovenkant zijkasten = 20,00 m.
Hoogte van onderkant kiel tot bovenkant dokvloer = 5,97 m.
Maximale diepgang van de te dokken schepen = ca 11,00 m.
Historie:
Het “Admiralty Floating Dock” (AFD4) ofwel het “Medway Dock” werd in 1912 gebouwd bij Hunter & Wigham Richardson Ltd, Swan. Het dok lag eerst in Devonport bij Plymouth in Engeland. Gedurende de oorlog werd het naar Schotland gesleept. In 1946 ging het dok naar Metal Industries, Faslane, in Dumbarton bij Glasgow.
Op 5 juni 1948 arriveerde dit door de RDM aangekochte nieuwe “Prins Bernhard Dok 8” vanuit Greenock bij Glasgow in de Heysehaven. Hiermee kon de RDM nu alle Nederlandse schepen – behalve s.s. “Nieuw Amsterdam”(RDM-200) – dokken. Dit laatste schip moest daarvoor uitwijken naar Wilton-Fijenoord, zie de noot hieronder.
Het dok lag van 1948 tot 1960 in een bijna 20 meter diep gebaggerde dokput in de Heysehaven. Het lag daar stevig verankerd aan twee – ongeveer 35 meter lange en met beton gevulde – stalen ducdalven. Deze ducdalven werden door middel van een bijzondere konstruktie zodanig scharnierend aan het dok bevestigd, dat dit dok alle bewegingen kon maken, uitgezonderd die van het wegdrijven. De uitrusting van het dok werd aanzienlijk verbeterd, doordat de kraanbanen verlengd en verbreed werden met daarop twee nieuwe 15 tons derrick kranen.
Vier met kolen gestookte ketels leverden stoom voor de pompen en de stroomdynamo’s, zodat het dok zonder stroom van de wal schepen droog kon zetten en verlicht kon worden. Het electrificeren vanaf de wal gebeurde pas in het midden van de jaren ’50, waardoor de nieuwe kranen van het dok weer omgebouwd moesten worden (bron: een oud-werknemer van de RDM).
In 1960 werd Dok 8 van de Heysehaven naar de Dokhaven gesleept. In de Heysehaven werd toen met de dokken 9 en 10 het Dokcentrum West voor grote schepen gerealiseerd. Dok 10 had eerst nog een klein jaar langs kraanbaan 13 gelegen.
Dok 8 werd in 1984 samen met Dok 10 met sloopbestemming verkocht aan de Fa. van Rijnsdijk in Rotterdam. De transactie geschiedde op voorwaarde dat, bij een eventueel hernieuwd gebruik, dit hergebruik buiten Europa plaats moest vinden. Toch werd dat voor dit dok Gotaverken Finnboda in Stockholm. Dok 8 bij de voormalige Verolme werf (Rozenburg), toen in handen van Wilton-Fijenoord, waar het gereed werd gemaakt voor vertrek. Dit Stockholmse bedrijf ging in 1991 failliet.
In 1994 ging het dok naar de Bergen Group Shipyard, Laksevag, Bergen. In 2011 was het nog steeds in gebruik.
Medio 2011 was het Havenbedrijf Rotterdam in onderhandeling over een te verstrekken opdracht tot het verwijderen van de – voor dit dok in 1948 geplaatste – twee met beton gevulde stalen ducdalven in de Heysehaven, zie Foto 21 hieronder.
Noot:
Wilton (- Fijenoord) had rond 1920 al een zeer groot drijvend droogdok. Het dok was afkomstig van de Marine van het oude Oostenrijk, dat een haven aan de Zwarte Zee had. Eigenlijk was dit dok – met zijn 46.000 ton – toen veel te groot. Pas na WO-II kon dit dok passend en efficient gebruikt worden. De andere drijvende droogdokken van WF waren aanmerkelijk kleiner (vergelijkbaar met de RDM-dokken 1 t/m 4). Na een grondig herstel van het 46.000 tons dok na de Tweede Wereldoorlog (het dok was ernstig gebombardeerd) maakte de “Nieuw Amsterdam” er op 11 april 1950 als eerste weer gebruik van.
Hierna is WF zich meer gaan toeleggen op gegraven dokken, waarin ook nieuwbouw gepleegd kon worden. Het eerste vaste dok (waar zelfs twee schepen naast elkaar in konden) werd op 18 oktober 1956 officieel in gebruik genomen. Op 21 juni 1966 volgde nog een groot gegraven dok, geschikt voor schepen tot 150.000 dwt, waarvoor zelfs het 50 jaar oude Sterrebos moest wijken.
Citaten:
– Worldnavalships/ forums (Dreadnought), 17-01-2010:
… … The (Admiralty Floating Dock) “Medway Dock” (built in 1912) was sold after the war and towed to Rotterdam Dockyard in 1948, and then re-sold in 1984 to Gotaverken Finnboda, Stockholm, who then went bankrupt in 1991. After the sale of the dock to Mexico fell through in 1992, it ultimately ended up at Bergen (Laksevaag) in 1994. It was confirmed as still being there in 2008 (Google Earth), and looking now, it still appears to be there. … …
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee:
… … Al in 1948 werd Dok 8 gekocht en in de Heysehaven gestationeerd. … …
… … Zo had de R.D.M. (in 1959) ineens twee grote dokken (Dok 9 en Dok 10). Dok 8 lag in de Heysehaven in de weg en werd naar de Dokhaven gesleept. In en om de Heysehaven werd een dokcentrum ingericht voor het repareren van de allergrootste schepen. Dokcentrum West was daarmee tot stand gebracht. … …
– scyedam.delinea.nl:
… … 11-04-1950: Het herstel van het grootste drijvende dok op het vasteland van Europa (46.000 ton) bij Wilton-Fijenoord, is gereed en het s.s. “Nieuw Amsterdam” van de Holland-Amerika Lijn, maakt er als eerste gebruik van voor een 3-daagse reparatiebeurt. … …
… … Albert Ringeling (maart 2023): Na het faillissement RSV/ RDM, komt dok 8 bij Verolme komt te liggen. Dan worden er twee delen namelijk het voorstuk en het achterstuk van het dok afgehaald. Dit voorstuk en achterstuk zijn relatief kleine delen van circa 15 meter op een dok met lengte van 200 meter. Het verwijderen van deze delen is nodig voor het ‘reisklaar’ maken voor de grote oversteek naar Noorwegen. Deze delen worden in het dok zelf geplaatst. Later worden deze delen (in Noorwegen) weer aan het dok vast gemaakt. De werf aldaar is een paar jaar geleden failliet gegaan. Ook dok 8 is daar verdwenen; Waarnaar…..???
Artikelen:
– Het grote dok, personeelsblad “De Wekker”, juli 1948.
– Koninklijke belangstelling voor ons grote dok, personeelsblad “De Wekker”, juli 1949.
Films:
– YouTube (1’34”)
Een nieuw dok voor de RDM in juni 1948 en de dokking van m.s. “Willem Ruys” daarin in januari 1949.
Bronnen:
– Teun van der Zee/ H. Kray.
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee, 1998, ISBN: 90 732 3516 2.
– Tynebuiltships
– Albert Ringeling, Houten.
– Ronald Hoogwerf, Minderhout, België.