s.s. “President Garcia” vrachtschip, 1967, op de rotsen gelopen.
Foto boven: 1-9-1967. s.s. “President Garcia” met huidschade ter reparatie.
Onzekerheid over lot van “President Garcia”.
In de late avond van de 13e juli 1967 waren aan de zuidkust van het Kanaaleiland Guernsey slechts twee ooggetuigen bij de stranding van het Philippijnse vrachtschip “President Garcia”. Mejuffrouw Pam Word en haar vriend Jimmy Williams, die zich voor een nadere kennismaking aan het strand bevonden, zagen het schip met een 12 mijls vaart op de rotsen lopen. Na de schrik togen zij ijlings naar het dichts bijzijnde hotel en deden de politie telefonisch verslag van het gebeurde. Men wist nog van niets ….
De “President Garcia”, 10.826 brt, was met een lading copra op weg naar Rotterdam, toen de reis een onverwacht einde nam in de Saints Bay. De eerste pogingen om het schip vlot te trekken mislukten, het schip bleek muurvast met het voorschip op de rotsachtige kust te zitten. Een deel van de lading copra moest worden gelost – ook olie uit de tanks in het voorschip naar tanks in het achterschip worden overgepompt – om het schip meer “achterover” te laten komen.
Kikvorsmannen slaagden er in gaten in de huid t.p.v. ruim 2 te dichten. Nieuwe pogingen om de “President Garcia” vlot te krijgen slaagden op 20 juli. ’s Avonds om half zeven kwam het schip vlot en vier dagen later arriveerde de sleep in de Nieuwe Waterweg.
Na het lossen van de rest van de lading in de Waalhaven kwam de “Garcia” naar de RDM-middensteiger. Onze afdeling reparatie werd opgedragen het schip te dokken voor inspectie, een schade specificatie op te stellen en de kosten van reparatie te begroten. De opgave was moeilijker dan uit deze simpele woorden blijkt.
Door de stranding was het voorschip namelijk geknikt. Door het schip in deze toestand te dokken zou ter plaatse van de knik in de scheepshuid een zware druk ontstaan op de dokvloer. Scheuren of breken van het dok (en extra beschadiging van het schip) is daarbij niet uitgesloten.
In overleg met vertegenwoordigers van de rederij en de verzekeringsmaatschappij werd vastgesteld, dat het schip t.p.v. de knik zover moest worden doorgesneden als nodig was om het voorschip weer in de lijn te brengen. Hiermee werd op 29 augustus begonnen.
Op het bovendek werden 5 cm dikke stoppers gelast voor beveiliging tijdens het doorzakken. Op verschillende plaatsen hield men de beweging in de gaten door controlepunten.
Doorsnijden van het bovendek en een gedeelte van de huid bleek niet voldoende om de berekende uitwijking van 375 mm te verkrijgen. Ook het doorsnijden van het boventussendek (uitwijking toen 200 mm) en het ondertussendek met de rest van de huid tot juist boven de waterlijn was nodig om het schip in de lijn te brengen.
Op 31 augustus werd de “President Garcia” in dok 3 gesleept en langzaam opgepompt, wat met de nodige voorzichtigheid moest gebeuren. In de beschadigde dubbele bodem tanks bevond zich namelijk nog een grote hoeveelheid olie, die zou wegvloeien bij het droogkomen. Dit betekende brandgevaar en een uitgestrekte olielaag op het water. Daarom werd het pompen gestaakt toen het niveau van het water gelijk kwam met dat van de olie in de dubbele bodem tanks. Daarna werden de tanks geopend en konden zuigboten de olie uitpompen.
Toen alle olie was overgepompt werd het schip op zaterdag 2 september drooggezet en kon de inspectie worden voltooid.
De “President Garcia” is inmiddels ontdokt en afgemeerd. Het wachten is nu op de beslissing wat er mee gebeuren moet.
Voortijdig einde van de “President Garcia”.
Het lot van de Philippijnse vrachtvaarder is bezegeld. Geen herstel voor het 10.826 brt metende schip, maar de sloop.
Op 31 juli 1967 stootte de „Garcia” op de rotsen van het Kanaaleiland Guernsey en liep daarbij zware schade op. Uit het schaderapport is gebleken dat een zeer omvangrijke reparatie nodig zou zijn. Al met al zo’n kostbare zaak dat de beslissing om te slopen wel voor de hand kwam te liggen.
Jammer van het moeilijke bergingswerk in de Saints Bay, jammer ook van het vele werk dat gedaan werd om de „Garcia” op de RDM te kunnen dokken.
Als een afgezette president verliet de „Garcia” op zaterdag 25 november 1967 de werf voor de sleepreis naar Hamburg, waar het tot schroot zal worden verwerkt. De laatste reis van een robuust schip dat voortijdig aan z’n einde is gekomen.
Omschrijving:
Op 3 juli 1967 liep bij de zuidkust van het Kanaaleiland Guernsey het Philippijnse vrachtschip “President Garcia” op de rotsen. Pogingen om de “President Garcia” vlot te krijgen slaagden op 20 juli, waarna ze naar de RDM gesleept werd.
Uit een daar opgesteld schaderapport bleek dat een zéér omvangrijke reparatie nodig zou zijn. Dat werd een dermate kostbare zaak, dat besloten werd om het schip in Hamburg te laten slopen. Op zaterdag 25 november 1967 verliet het schip met behulp van sleepboten de RDM-werf voor haar laatste reis.
Citaten:
Artikelen:
– Onzekerheid over lot van “President Garcia”, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, 6 november 1967.
– Voortijdig einde van de “President Garcia”, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, december 1967.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.
– Zeesleepvaart