Maishakselaar, 1980, “Agri-Jobber”.

Foto boven: Kees Jansen zijn “Agri Jobber”.

De “Agri-Jobber” was een idee met een tractor als een vrachtwagen, waar van alles op gezet of aan gehangen kon worden. Het zou min of meer als een “Black & Decker” systeem met vele toepassingen gaan werken, zoals de toenmalige RDM-directeur Den Dulk de revolutionaire landbouwmachine in die tijd omschreef. 
Na enkele hakselaar-prototypes – waarvan één hieronder beschreven – werd er echter niets meer over het project vernomen. 

Omschrijving:
      Motor: 300 PK Scania. 
      Bouwjaar: 1980. 
      Aandrijving: Hydrostaat. 
      Hakselunit: Kemper C 3000 FD pick-up en Champion 3000 rij-onafhankelijke bek. 
Deze hakselaar, genaamd “Agri-Jobber”, begon zijn leven als een experimentele werktuigendrager, gebouwd door de Zweedse firma Köckums. “Hij was voornamelijk bedoeld om natte graangewassen in Zweden te hakselen” zo vertelt Van Schrier. “Omdat het in Zweden vaak zomers ook nat is lukt het niet altijd om het graan droog binnen te krijgen. Hiervoor werd een bunker-hakselaar ontwikkeld, die het gewas maaide met het maaibord van een combine en vervolgens in containers blies. Het product wordt droog geblazen, zodat het gemakkelijker te bewaren is.” Ondanks het nobel streven van de firma Köckums had het project weinig toekomst. 
Vrij snel na het bouwen van een eerste machine werd het bedrijf overgenomen door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Onder de RDM vlag, maar nog steeds in Zweedse handen, werd het project “Agri-Jobber” voortgezet en bouwde men nog twee andere machines. De trekker van de familie Van Schrier werd gebruikt voor het hakselen van maïs in Groningen tijdens een uiterst nat seizoen. Na enkele uren belandde de gehele combinatie echter in een sloot. “Einde project”, zegt Van Schrier. Na enkele ongelukkige tests werd de machine in een vergeethoekje van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij gestopt, waar er niet meer naar om werd gekeken tot het faillissement in 1983. 
Tijdens hun zoektocht naar een set ballonbanden voor een mesttank werd Van Schrier getipt door een familielid, die werkzaam was bij de RDM. Hij vertelde dat er wellicht iets geschikts bij zat in het faillissement van de RDM. Bij nadere inspectie bleek het niet alleen om twee banden te gaan maar om een complete hakselaar met drie silagewagens, talloze reserveonderdelen en een enorme berg papieren. “Wij waren van plan absoluut geen cent meer uit te geven dan nodig”, zo doet Van Schrier uit de doeken. “Vanuit Zweden was er speciaal iemand komen kijken die zou proberen alle “Agri-Jobber” spullen te verkopen. Dit viel zwaar tegen, toen hij erachter kwam dat wij alleen op zoek waren naar twee goedkope banden. Onder druk van de RDM, die huur eiste van de Zweedse eigenaar, werd uiteindelijk de complete hakselaar, silagewagens en bijbehorend materieel verkocht voor een schijntje aan Van Schrier.” Bij de machine zelf zat een complete autotrailer vol papieren die allerlei tekeningen en verslagen bevatten over de machine en wat er precies mee is gebeurd. Als snel kwam Van Schrier tot de conclusie dat er drastisch verbouwd moest worden om van de machine iets bruikbaars te maken. Allereerst werd de hakselaar een meter smaller en enkele meters korter gemaakt. Alles aan de machine werd hydraulisch aangedreven, veel te gecompliceerd volgens Van Schrier. Na de rigoureuze verbouwing werd er een driepuntshef en aftakas op de machine gebouwd zodat deze een aanbouw hakselaar kon aandrijven. Voor het hakselen van gras gebruikt men nu een C 3000 FD pick-up en met een Champion 3000 voorzetstuk wordt maïs gehakseld. Beide hakselunits zijn van het Duitse merk Kemper. Ook de silagewagens die met de “Agri-Jobber” meekwamen werden verbouwd. Origineel waren de wagens zo ontwikkeld dat de dissel 90 graden kon kantelen zodat deze als container en als aanhangwagen gebruikt kon worden. Het lossen van de karren gebeurde door middel van een afschuifsysteem. Inmiddels heeft Van Schrier één van de wagens verbouwd met een vaste dissel. Ook kan de wagen nu kippen, wat minder gecompliceerd is als het afschuifsysteem. De wagens zijn origineel voorzien van twee deuren aan de achterkant. Omdat dit systeem in de praktijk omslachtig werkt, werd een hydraulisch achterslag gebouwd door Van Schrier. Van één van de twee silagewagens werd ook een stuk afgesneden om hem lager te maken. Het is anders een groot probleem voor de hakselchauffeur om in de kar te kunnen kijken. 
Niet alleen in het veld maar ook op de kuil zijn enkele bijzondere machines te vinden. Voor het vast rijden van de kuil gebruiken de gebroeders geen normale trekker maar een Caterpillar D8 2U rupstrekker op stalen rupsen. Dit 16,5 ton wegende monster van 177 PK heeft geen probleem om het vers gehakselde gras vast te rijden. De trekker werd door Van Schrier letterlijk van de schroothoop gered en totaal gereviseerd. Nu loopt de rupstrekker weer als een zonnetje en wordt hij ieder jaar ingezet. Om het gras op de kuil te schuiven en te verdelen wordt een Caterpillar 922 shovel gebruikt. Ook deze machine is door Van Schrier onder handen genomen en kreeg een andere motor en versnellingsbak. “De originele hydrostatische aandrijving werd erg warm tijdens het werk op de kuil. Daarom werd de bak vervangen door een powershift versnellingsbak. We hebben sindsdien geen problemen meer gehad.” vertelt Van Schrier. 
(Bron: Zelfbouw-hakselaar met een eigen verhaal, door Peter.) 

Artikelen:
– Zelfbouw-hakselaar met een eigen verhaal, door Peter in Achtergrondartikelen, 18-05-2009.
– Unity in Diversity, RDM Technology.

Bronnen:
– Archief Wim Bank (foto boven, en onder met oud kanon)
– Agrifoto (1)
– Agrifoto (2)