m.s. “Hermanus”, ± 1925 – ± 1941, directieboot.
Foto boven: 1933. De directieboot m.s. “Hermanus” van de RDM uit ± 1925, met Koninklijk bezoek aan boord.
Scheepswerf:
Opdrachtgever: De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij N.V., Rotterdam.
Tonnage:
Hoofdafmetingen: L = ± 50′.
Voortstuwing: Snelheid 12-13 kn.
Verdere gegevens:
Historie:
Het scheepje werd min of meer verfijnd als jacht uitgevoerd.
Rond 1930 was m.s. “Hermanus” de snelste directieboot in Rotterdam, zie het artikel door A. Rijnsburger hieronder.
Uit de Citaten hieronder hieronder kan met zekerheid geconcludeerd worden dat m.s. “Hermanus” vóór of in 1925 gebouwd is (waar is onbekend) en minstens tot in 1941 bij de RDM gevaren heeft. Mogelijk werd het scheepje daarna in beslag genomen door de Duitse bezetter.
Citaten:
In het Algemeen Handelsblad van 8 juni 1933 staat ter gelegenheid van de tewaterlating van Dok 4 door H.M. Prinses Juliana:
… … Enige minuten later voer het gezelschap per directieboot “Hermanus” van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, waarop de Koninklijke Standaard, de Nederlandsche driekleur en de R.D.M.-vlag als geus waren geheschen, naar de werf van de Rotterdamsche Droogdok Maarschappij aan de Boven Heyplaat. … …
Op blz. 3 van het personeelsblad “De Wekker” van september 1951 (zie Artikelen hieronder) staat:
… … Op 26-jarige leeftijd kwam de heer Rongen in dienst bij de RDM. In maart 1919 kreeg hij, wegens ziekte van de kapitein, tijdelijk de “Dockyard VII” onder zijn commando. Dit duurde niet lang, want enkele weken later kreeg kapitein Rongen de “Dockyard X” als “vaste” boot. Op dit schip heeft hij tot 1925 zijn werk gedaan. Na de “X” werd hij aangesteld op de “Hermanus”, de directieboot. Velen van ons herinneren zich nog de tijd dat deze zeer snelle directieboot onze directeuren naar de werf of naar het Schiehoofd bracht. Zestien jaar heeft Rongen op dit fraaie schip gevaren en 16 jaar met veel genoegen. … …
Dit betekent dat de “Hermanus” vóór of in 1925 gebouwd moet zijn en minstens tot in 1941 bij de RDM gevaren heeft. De bouwwerf is vooralsnog onbekend. Misschien de Vries Lentsch? Een e-mail met een verzoek om eventuele informatie werd op 18-11-2012 naar scheepswerf de Vries Lentsch verzonden, maar een reactie hierop werd niet ontvangen.
Artikelen:
– “Wij spraken met een sleepbootkapitein”, personeelsblad “De Wekker”, september 1951.
– Vroeger was het ook niet alles, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, augustus 1968.
Bronnen:
– Arie Aalbers, Alblasserdam.
– Rob Lampen, Rotterdam Archief Historisch Heijplaat.




