m.s. “Enduro”, bulkcarrier, 1966, revisie Doxford motor.
Foto boven: Bulkcarrier m.s. “Enduro”, hier in de eerste helft van 1967, nog even een schip zonder hart.
Schip zonder hart.
Sinds 6 december ligt bij de RDM het m.s. “Enduro” (17.818 brt). Het is een schip zonder hart op het ogenblik: hoofdmotor en fundatie zijn er uit verwijderd. Alle onderdelen van de motor (6 cylinder Doxford 750/1200) worden overhaald. Bovendien krijgt het onder Noorse vlag varende schip een nieuwe krukas. Voor de Enduro omstreeks 1 juni de werf verlaat zullen wij aan de omvangrijke reparatie nog eens aandacht besteden.
Vernieuwd hart voor m.s. “Enduro”.
De “Enduro” is een schip zonder hart, schreven wij enige tijd geleden. Het schip lag immers zonder machine. De RDM is verder dan de medische wetenschap. Na een omvangrijke operatie is de boot met een vernieuwd hart weer gereed om vele ladingen erts te vervoeren. Het m.s. Enduro – een bulkcarrier – meet 17.818 brt en is eigendom van rederij Torvald-Klaveness te Oslo. Het schip kwam op 6 december van het vorige jaar binnenvaren voor reisreparaties en periodieke docking. Tijdens de reparaties aan de hoofdmachine werd een scheur ontdekt in de krukas, die daarom moest worden afgekeurd. De eigenaars beschikten over een reserve-as, maar die lag opgeslagen in de Verenigde Staten. De krukas werd overgevaren en arriveerde omstreeks 10 januari in Rotterdam. Ondertussen was het ook noodzakelijk gebleken de machinebedplaat te vernieuwen. Er werd begonnen aan een niet spectaculaire, maar toch niet zo veel voorkomende reparatie. Twaalf jaar geleden werd op de werf voor de laatste keer een soortgelijk karwei uitgevoerd aan een machine van dit type. Een groot deel van de machine (een 6 cylinder 750 x 2500 mm Doxford motor van 8000 apk) werd aanvankelijk opgeslagen in de machinehal. Bedplaat en machine werden daarop voor zover nodig in de machinehal samengesteld. De krukas kwam erin, de lagers werden pas gemaakt, de kolommen kwamen op de bedplaat, de cylinderbalk werd aangebracht, de cylinders werden uitgelijnd en de verbindingsbouten werden geboord en geruimd. Half mei was de machine weer afgebroken. De onderdelen werden in gedeelten aan boord gebracht, in elkaar gezet, weer uitgelijnd en zo voort. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om diverse onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Op het moment, dat wij dit schrijven, ligt de “Enduro” in dok. Het is de bedoeling het schip eind juni op te leveren. Als het proefdraaien bevredigend verloopt zal het schip snel vertrekken.
Verhalen van Jan Goedhart.
Zo, dit werd weer eens een RDM-joppie. De Klaveness bulker “Enduro”. Die moest proviand hebben voor een heel jaar. De lange reis op dus.
Datum 14 December 1966. Dat werd 10 ton in twee vrachtwagens. We hadden geluk. Dat schip lag in dok 9. Daar konden we met wagen en al zo inrijden. Hoefde de kraanmachinist niet op en neer te rijden. Makkelijk werken zo. Dat karwei verliep dan ook voorspoedig.
23 December 1966. Nogmaals naar die boot met de rest van de stores. Dat schip zag er goed uit. Netjes in de verf. Ze zou de dag erna het dok verlaten.
3 April 1967. Een verrassing. Kregen orders de hele handel weer van boord te halen. Dat schip lag nu aan de kade. Begreep er niets van. Kreeg het hele verhaal te horen later.
Wat was er gebeurd? Vlak voor het uitdokken nog een inspectie in het carter van de hoofdmotor. Uitgevoerd door de hoofdmachinist en een aantal mensen van de werf. Een van die lui liet z’n zaklantaarn vallen in dat carter. Die scheen presies op een grote scheur in de krukas. God mag weten hoe lang dat schip heeft rondgevaren in die conditie.
Kregen order de proviand op te slaan en te verdelen over andere schepen van die rederij. Geen probleem. Einde verhaal m.s. “Enduro”, voor wat mij betreft.
Omschrijving:
Het m.s. Enduro – een bulkcarrier – meet 17.818 brt en is eigendom van rederij Torvald-Klaveness te Oslo. Het schip kwam op 6 december 1966 binnenvaren voor reisreparaties en een periodieke docking.
Tijdens de reparaties aan de hoofdmachine werd een scheur ontdekt in de krukas, die daarom moest worden afgekeurd. De eigenaars beschikten over een reserve-as, maar die lag opgeslagen in de Verenigde Staten. De krukas werd overgevaren en arriveerde omstreeks 10 januari in Rotterdam.
Ondertussen was het ook noodzakelijk gebleken de machinebedplaat te vernieuwen. Een groot deel van de machine (een 6 cylinder 750 x 2500 mm Doxford motor van 8000 apk) werd aanvankelijk opgeslagen in de machinehal. Bedplaat en machine werden daarop voor zover nodig in de machinehal van de RDM samengesteld. De krukas kwam erin, de lagers werden pas gemaakt, de kolommen kwamen op de bedplaat, de cylinderbalk werd aangebracht, de cylinders werden uitgelijnd en de verbindingsbouten werden geboord en geruimd.
Half mei was de machine weer afgebroken. Deze werd daarna aan boord weer opgebouwd. Eind juni 1967 (na een half jaar!) kon het schip opgeleverd worden.
Citaten:
Artikelen:
– Schip zonder hart, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, maart 1967.
– Vernieuwd hart voor m.s. “Enduro”, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, juli 1967.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.
– www.kombuispraat.com (Jos Komen).