Hydraulische vijzelwagen, 1974, weg-transport.

Foto boven: De hydraulische vijzelwagen KAMAG-Hubwagen Typ 1407 HS van KAMAG Transporttechnik G.m.b.H. & Co met trotse RDM’er Adrie Kleijn.

Van spantenvloer tot afbouwkade.
Nu inmiddels, zoals op helling 8 duidelijk te zien valt, bouwnummer 334 vormen gaat aannemen, willen we wat nader ingaan op enkele ogenschijnlijk minder belangrijke schakels in de bouwketen. 
In het vorige artikel dat handelde over de vernieuwingen in de Scheepsbouwwerkplaats, werd zijdelings genoemd de hydraulische vijzelwagen. Deze zal aan het eind van de panelenstraat de gereedgekomen secties afvoeren naar de spuitcabine of naar de opslagvloer voor en naast de helling. Moest in het juninummer nog worden geschreven dat dit belangrijke “gereedschap” werd aangeschaft, op het moment dat u dit leest is hij al volop in gebruik. Eer het echter zover was is er heel wat aan vooraf gegaan. 
Een technische primeur
Nadat in september 1973 de eerste contacten met eventuele leveranciers waren gelegd, zijn er door medewerkers van de afdelingen Scheepsbouw en Bedrijfsinstallaties bezoeken gebracht aan werven in Schotland en West-Duitsland. Zij stelden zich daar op de hoogte van de mogelijkheden die de daar in gebruik zijnde hefwagens voor ons bedrijf hadden. De opgedane ervaring, samen met de specifieke eisen die de RDM stelde, leidde uiteindelijk in december 1973 tot het bestellen van de KAMAG-Hubwagen Typ 1407 HS. Bij het bepalen van deze keus waren vooral de kwaliteit en de manouevreerbaarheid van doorslaggevend belang. De leverancier, KAMAG Transporttechnik G.m.b.H. & Co. uit Ulm in West-Duitsland is gespecialiseerd in het bouwen van zware hefwagens. Over geheel Europa zijn de producten van deze firma in gebruik. De voor rekening van de RDM gebouwde wagen is echter ook voor dit bedrijf een primeur geweest wat betreft de uitrusting. In afwijking van de eerder geleverde typen heeft de thans in de Scheepsbouwwerkplaats in gebruik zijnde wagen i.v.m. de goede wendbaarheid geen mechanisch-hydraulische maar een electronisch-hydraulische besturing. De belangstelling van de zijde van verschillende Europese werven bij de oplevering vanaf de fabriek was dan ook zeer groot. 
Via weg en water
Het transport van Ulm naar Rotterdam verliep in twee fasen. Het eerste deel van de tocht, ruim 80 kilometer over de weg, stelde de Duitse politie wel voor problemen. Vanaf Ulm moest het gevaarte, dat met z’n 56 wielen op een monsterachtige spin lijkt, onder politie-escorte een ruim 10 uur durende rit naar Stuttgart maken. Gedurende deze tocht, die voor het overige verkeer veel hinder veroorzaakte, bleek dat de maximum snelheid op ruim 10 km/u lag. In Stuttgart wachtte het 900 tons binnenvaartschip “Maria Debora”, dat voor verder vervoer naar de RDM was ingeschakeld. 
Voor het gebruik maken van de openbare weg moesten aparte voorzieningen worden aangebracht, teneinde te voldoen aan de door de verkeersinspectie gestelde eisen. Het rem- en verlichtingssysteem werd aangepast. 
Op plaats van bestemming
Maandagmorgen 18 juni om half elf arriveerde de “Maria Debora” aan de werf, waar de bok “MOA” met speels gemak het 58 ton zware gevaarte op de veilige wal neerzette. Het was een feilloze landing op 56 wielen. 
Onder grote belangstelling gaf de chauffeur al meteen een demonstratie van de mogelijkheden die deze nieuwe aanwinst in zich heeft. Feilloos manouevrerend langs verschillende obstakels reed hij naar de ruimte achter de Apparatenfabriek, waar t.b.v. de fotograaf en verdere geinteresseerden de technische mogelijkheden van de wagen werden getoond. Het was verbluffend om te zien hoe blijkbaar probleemloos de electronische besturing werkte en hoe met een simpele handbeweging zowel vooruit als achteruit, links en rechts opzij en in het rond kon worden gereden. 
In gebruik
Bij het eerste optreden in en naast de Scheepsbouwwerkplaats bleek al meteen wat een aanwinst deze vijzelwagen voor ons bedrijf is. Onder het toeziend oog van vele werknemers, die in de gelegenheid waren gesteld deze demonstratie bij te wonen, werd de eerste sectie, met een gewicht van 60 ton van de vijzels gelicht en naar buiten gereden. 
Het transporteren van secties tot een gewicht van 250 ton is mogelijk zonder dat de wagen iets van zijn wendbaarheid verliest. Het vervoeren van dergelijke secties naar de spuitcabine of naar een buiten kraanbereik liggende plaats is geen enkel probleem. 
De in het vorige artikel genoemde vijzels aan het eind van de panelenstraat kunnen de gereedgekomen sectie optillen tot een maximum hoogte van 1,75 meter. De vijzelwagen heeft in zijn laagste stand een hoogte van 1,60 meter, zodat hij met een speling van 15 centimeter onder de sectie kan rijden. 
Samen met de ingrijpende veranderingen in de Scheepsbouwwerkplaats zal ook de nieuwe wagen zeker bijdragen tot een voorspoedige bouw van de Petrofina-tanker. 
Voor de technisch geinteresseerde lezers volgen hier nog enkele nadere gegevens. 
nuttige lading 250 ton 
eigen gewicht 58 ton 
aantal wielstellen 14 
aantal wielen 56 
asdruk 14 x 22 ton 
aantal aandrijfassen 4 
snelheid onbeladen 11 km/u 
draaicirkel 9,5 meter 
oppervlakte draagvlak 14,70 x 6,10 meter 
motor: luchtgekoelde Deuts Diesel met een vermogen van 280 pk. 
De wagen is uitgerust met twee onafhankelijk werkende stuurcabines. Bij ingewikkelde manouevres kan de chauffeur in één van de beide cabines plaatsnemen om zodoende een zo goed mogelijk uitzicht te hebben. Daar de beide cabines via de mobilofoon in verbinding staan met de kraanmachinisten zal het rijden over en langs de kraanbanen 10 en 11 geen problemen opleveren. Het besturen van en werken met deze gigant is beslist geen eenvoudige zaak. Alleen met rijbewijs BE kom je er beslist niet. Om wat vertrouwd te raken met het rijden en manouevreren is de heer P. den Brinker een paar dagen naar Ulm geweest. De daar opgedane ervaring heeft hij inmiddels al overgedragen aan zijn collega de heer B. Plomp, zodat zij samen, in wisseldienst, het enorme gevaarte kunnen bedienen. We wensen beide “chauffeurs” veel vlotte en veilige transporten. 
(Bron: Nieuws van de RDM, augustus 1974) 

Omschrijving:
In december 1973 bestelde de RDM de KAMAG-Hubwagen Typ 1407 HS van KAMAG Transporttechnik G.m.b.H. & Co. uit Ulm in West-Duitsland. Deze zware hefwagen werd op 18 juni 1974 met een binnenvaartschip op de werf afgeleverd.

Citaat: De jongens van de vloer hadden de HAMAG omgedoopt als “De Asterix & Obelix”.

Artikelen:
– Van spantenvloer tot afbouwkade, “Nieuws van de RDM”, augustus 1974, blz. 10-12: PB-1974-08.pdf.

Foto’s: 
– Oud RDM’er Adrie Kleijn.