Bouwnummer RDM-349, Hr. Ms. “Zeeleeuw”, 1990, onderzeeboot.

Foto boven: De bij de RDM gebouwde Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. “Zeeleeuw”, opgeleverd in 1990.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Staat der Nederlanden / Koninklijke Marine. 
Tonnage:
Hoofdafmetingen: Loa = 67,179 m, B-max = 8,40 m. 
Voortstuwing:
Verdere gegevens: Naamsein: S 803. 

Opdracht voor tweede onderzeeboot.
Op 17 december 1979 is het contract getekend voor de bouw van de tweede onderzeeboot van de “Walrusklasse” voor de Koninklijke Marine. Deze onderzeeboot zal op onze werf worden gebouwd en is geheel identiek aan de eerste, waarvoor op 11 oktober 1979 in de Onderzeebootloods de kiel werd gelegd. Uiterlijk gelijken de schepen veel op de boten van de huidige Zwaardvisklasse. De uitvoering is daarentegen sterk gemoderniseerd en verbeterd. Voor de drukhuid wordt gebruik gemaakt van het Franse Marel staal. Deze staalsoort bezit een zeer hoge rekgrens, waardoor de nieuwe onderzeeboot tot veel grotere diepten zullen kunnen duiken. Behalve het feit, dat de bouw van de onderzeeboten bijzonder gunstig is voor de werkgelegenheid, betekent het tevens dat wij als RDM is staat worden gesteld de grote kennis en vaardigheid in de bouw van hoogwaardige projecten te behouden en uit te breiden. Aspecten van wezenlijk belang voor de werving van toekomstige opdrachten. Het ligt in de bedoeling dat de tweede onderzeeboot eind 1983 / begin 1984 zal proefvaren. 
(Bron: Nieuws van de RDM, jan/febr/mrt 1980) 

Directeur W. Zipp bij kiellegging: “Vakkundige inbreng en wil tot goede samenwerking resulteert in een uniek Nederlands product”.
“Het zal u duidelijk zijn dat de productie van deze onderzee-boten op alle gebieden een speciale organisatie en ervaren personeel vraagt. Om dit te behouden en waar nodig te verbeteren is continuïteit voor alle betrokkenen noodzakelijk. In dit verband meen ik, dat het tijdstip van de aanvang met de bouw van de derde en vierde boot van de Walrusklasse van groot belang is”. 
Een zinsnede uit de toespraak van de heer W. Zipp, directeur WF-RDM Groep, tijdens een bijeenkomst op donderdag 24 september 1981 in het hoofdkantoor van de RDM ter gelegenheid van de kiellegging van de tweede onderzeeboot van de Walrusklasse, RDM bouwnummer 349, in opdracht van de Nederlandse Defensie en met name de Koninklijke Marine. 
Eerder op de dag waren de talrijke gasten van de Nederlandse Defensie en de Koninklijke Marine, alsmede vele betrokken functionarissen van de RDM ontvangen in het hoofdkantoor van de RDM door de directie van de WF-RDM Groep. Van RSV-zijde waren aanwezig de heren A. Plaisier en W. Bos. De heer Bos is zoals velen van u weten onder andere oud-directeur van de RDM en destijds met zijn collega’s betrokken geweest bij het verkrijgen van de opdrachten voor deze twee onderzeeboten. 
Kiellegging
De feitelijke kiellegging werd verricht door Commandeur Van Rede, voormalig commandant van de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine. Commandeur Van Rede deed zulks door via een portofoon instructies te geven aan de kraanmachinisten, die aldus de eerste ring van het druklichaam van de tweede onderzeeboot keurig op de kielblokken neerlieten. Na deze plechtigheid verliet het gezelschap de onderzeebootloods om een kijkje te nemen in de scheepsbouwwerkplaats, waar de prefabricage van de secties plaatsvindt. 
Samenwerking
Terug in het hoofdkantoor dankte de heer W. Zipp in zijn toespraak Commandeur Van Rede voor zijn handeling: “U heeft zojuist als een volleerd scheepsbouwer de eerste kielsectie van deze tweede onderzeeboot op de helling gelegd”. Vervolgens memoreerde de heer Zipp, dat eer de kiel kan worden gelegd er veel dient te gebeuren. 
“U allen heeft kunnen zien, dat in de werkplaats veel klaar ligt om verder aan dit tweede schip te bouwen. Echter voor dat tot stand kan worden gebracht, moet zeer veel onderzoek, teken- en rekenwerk en dergelijke worden verricht. Bovendien is voor het maken van deze constructie, gezien de gewenste toleranties en de maatvoering, veel ervaring vereist. Een en ander is slechts mogelijk door de vakkundige inbreng en wil tot goede samenwerking van alle betrokkenen”. De heer Zipp noemde in dit verband de Koninklijke Marine, de Nederlandse Vereenigde Scheepsbouw Bureaux (kortweg Nevesbu), laboratoria, onderleveranciers en uiteraard de RDM. “Het doel is immers”, zo vervolgde hij, “een uniek Nederlands product, één van de meest moderne conventionele onderzeeboten in de wereld”. Hierna benadrukte de heer Zipp nadrukkelijk het feit, dat teneinde een en ander te realiseren een speciale organisatie en ervaren personeel vereist is. Tevens is voor het behoud daarvan en waar nodig verbetering ervan continuïteit voor allen een noodzaak. En daarmede tevens van belang is het tijdstip waarop met de bouw van de derde en vierde boot van de Walrusklasse een aanvang kan worden gemaakt. 
Teken
Tenslotte dankte de heer Zipp Commandeur Van Rede nogmaals voor zijn bereidwilligheid de kiel van dit tweede schip te hebben willen leggen. “Als voormalig commandant van de Onderzeedienst moet het voor u en voor ons als een teken van continuïteit in de bouw van onderzeeboten worden gezien”. 
Als aandenken aan deze gebeurtenis overhandigde de heer Zipp daarop aan Commandeur Van Rede een miniatuur van de zojuist door hem gelegde cilindersectie, dat vervaardigd was in de hoofdafdeling Nieuwbouw/Marine. Daarnaast kreeg Commandeur Van Rede een fraaie aquarel van de kiellegging, die door een van de RDM medewerkers was gemaakt. Band
Na zijn bijzondere dank geuit te hebben voor de aandenkens, ging Commandeur Van Rede terug in de geschiedenis, memoreerde zijn eigen relatie met de Onderzeedienst sedert 1951 en de relatie geringe tijd later van de Onderzeedienst met de RDM tot op heden. 
Er is daardoor een band ontstaan. die van groot belang is. Voorts noemde hij de bouw van de driecilinderboten, waarvan er twee bij de WF en twee bij RDM zijn afgebouwd, alsook de latere boten van de Zwaardvisklasse. Uiteindelijk heeft deze ontwikkeling geresulteerd in de bouw van de huidige boten van de Walrusklasse. Een project dat zowel door de Marine als de industrie niet alleen gerealiseerd kan worden. De huidige ontwikkeling is het resultaat van de inbreng en wil van alle betrokkenen. “En we moeten allen streven daar continuïteit aan te geven”, aldus Commandeur Van Rede. 
Tenslotte wenste hij allen veel succes bij de verdere bouw van de onderzeeboten van de Walrusklasse. 
(Bron: Nieuws van de RDM, december 1981) 

Historie:
De “Walrus” en de “Zeeleeuw” zijn in de Onderzeebootloods gebouwd en daaruit te water gelaten. 
Tijdens de bouw werd de “Walrus” bij de RDM op 14 augustus 1986 getroffen door een brand. De brand aan boord van het in aanbouw zijnde schip duurde zo’n vijf uur en veroorzaakte voor 225 miljoen gulden aan schade. Door deze brand liep de bouw van van de “Walrus” zoveel vertraging op dat de “Zeeleeuw” eerder in dienst werd genomen dan de “Walrus”. Ook de andere twee schepen van de Walrusklasse de “Dolfijn” en de “Bruinvis” werden door de brand later in dienst genomen. Door het later in dienst stellen van drie van de vier Walrus-klasse schepen moesten de “Zeehond”, de “Potvis” en de “Tonijn” langer in dienst blijven. 
Onderzeeboot Hr. Ms. “Zeeleeuw” werd op 20 juni 1987 vanuit de onderzeebootloods te water gelaten door Mevr. W.J Brainich von Brainich Felt – van Daalen Wetters, echtgenote van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten Vice-Admiraal C.H.E. Brainich von Brainich Felt. 

Citaten:
– E-mail, Peter van Vliet, Nootdorp, 16-03-2013: 
… … In december was ik in Barcelona en daar lag in de haven een OZB van de Walrusklasse ….. 
Een soort van pijnlijk moment overviel me: “Dat werd bij de RDM gebouwd. Er is niets meer van die RDM over …..”. … …

Artikelen:
– Opdracht voor tweede onderzeeboot, Nieuws van de RDM, jan/feb/mar 1980, blz 2: PB-1980-01-02-03.pdf
– “Vakkundige inbreng en wil tot goede samenwerking resulteert in een uniek Nederlands product”, Nieuws van de RDM, 
  december 1981, blz 2-3: PB-1981-12.pdf
– Koninklijke Marine, 100 jaar onderzeebotenOnderzeeboten100Jaar.pdf
– Schip en Werf349-S&W.pdf
– Genodigden bij de doop van onderzeeboot Hr. Ms. “Zeeleeuw”, ontvangen van Jan R. van Essen: 349-GenodigdenDoop.pdf

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam. 
– Defensie 100 jaar onderzeeboten. 
– Theo Ringeling, Maasdam.