Bouwnummer RDM-340, “BAR 347”, 1976, pijpenlegger.

Foto boven: 14-2-1976. Tewaterlating “BAR 347” (RDM-340).

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Brown & Root, Houston. 
Tonnage:
Hoofdafmetingen: L = 196,00 m, B = 42,70 m, H = 15,25 m. 
Voortstuwing: Geen. 
Verdere gegevens:

Toch een pijpenlegger.
Van de Amerikaanse onderneming Brown & Root Inc., die deel uitmaakt van de Halliburton-groep, heeft ons bedrijf de opdracht ontvangen voor de bouw van een zeer grote pijpenlegger. Deze superpijpenlegger van het barge-type, is speciaal ontworpen voor het leggen van pijpen in de noordelijke wateren van de Noordzee. Hoewel van een geheel andere constructie, is de omvang van deze opdracht praktisch gelijk aan die van de onlangs geannuleerde pijpenlegger bouwnummer 339. De bouw zal geheel worden verzorgd door onze afdeling Scheepsnieuwbouw/Offschore. De overeengekomen levertijd is mei 1976. In een volgend nummer hopen we nader in te gaan op deze nieuwe opdracht. 

“BAR 347” als bouwnummer 340 te water.
Een super pijpenlegger van de z.g. derde generatie, de “BAR 347”, grootste ter wereld in zijn soort, in aanbouw voor Brown & Root, Inc. Houston bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij B.V. werd in juli 1974 besteld voor oplevering begin mei 1976. 
Het vaartuig, gebouwd onder klasse American Bureau of Shipping en ontworpen voor wereldwijde operaties op zee, is uitgerust om pijpleidingen van zeer grote diameter te kunnen leggen en dit onder zeer ongunstige omstandigheden van wind en zee. 
De hoofdafmetingen zijn: lengte – 200 mtr. breedte – 43 mtr. holte – ruim 15 mtr. 
Het vaartuig heeft een overdekte pijpleiding productiestraat en is aan de leidingafvoerzijde voorzien van een speciaal ontworpen verstelbare constructie voor geleiding van de pijp naar de zeebodem. In de productiestraat zijn zeven volautomatische lasstations en drie installaties voor het onder de juiste spanning houden van de leiding geplaatst. 
Een pijpenvoorraad capaciteit van ca. 20.000 ton maakt het vaartuig vrijwel onafhankelijk van storingen bij de aanvoer van pijpen door bevoorradingsschepen ten gevolge van b.v. slecht weer. 
De pijpenvoorraad en de langsscheepse transportbaan worden bediend door twee grote 125 tons verrijdbare portaalkranen. 
De pijpenlegger wordt in de juiste positie gehouden door middel van een ankersysteem met 12 centraal bediende lieren met 80 mm dikke ankerdraden en 30 tons zware ankers. Er is een accommodatie, geheel van airconditioning voorzien en ingericht voor 350 personen. 
“BAR 347” als bouwnummer 340 te water
Niet gehinderd door de straffe Noord-Ooster, die het verblijf langs de waterkant nu niet bepaald aangenaam maakte, stroomden zaterdag 14 februari 1976 vele honderden belangstellenden de werf op. Een tewaterlating is toch nog altijd een hoogtepunt op een scheepswerf en bouwnummer 340, een superpijpenlegger met een gewicht van ruim 24.000 ton, kun je niet dagelijks zien. 
Wachten duurt lang
Het officiële programma vermeldde dat de doopplechtigheid om drie uur zou plaatsvinden, een tijdstip dat was bepaald aan de hand van gegevens betreffende stilstaand water en stroomsterkte. Langs de helling en op het platform hadden zich op dat tijdstip de gasten en belangstellenden verzameld in afwachting van het moment dat de kolos zijn element zou opzoeken. En gewacht werd er, in een temperatuur die niet ver van het nulpunt was. Eindelijk om kwart voor vier kwam het sein dat de stroom op de rivier was teruggelopen tot de vereiste 30 cm per seconde en de laatste beletselen konden worden weggenomen. 
Spattende champagne, het doordringende geluid van scheepstoeters en met toenemende snelheid gleed de grootste tot nu toe gebouwde pijpenlegger, op 2 sleeën, naar het wachtende water, waar de sleepboten met moeite het gevaarte onder controle kregen. Voor de gasten en belangstellenden was het werfgedeelte achter de rug, maar voor de mannen op de pijpenlegger en op de slepers braken enkele uren van grote activiteit aan. De schemer begon al te vallen toen om ongeveer 6 uur de “BAR 347” lag afgemeerd. 
Voldoening en zorg
De vele gasten en genodigden werden in de cantine door onze directeur de heer W. Bos welkom geheten. Dat zovelen aan de uitnodiging gehoor hadden gegeven was voor de RDM een grote eer en de geslaagde tewaterlating stemde tot voldoening. Een speciaal welkomstwoord richtte de heer Bos tot Mrs. Parker, die met een simpele bijlslag de tewaterlating officieel had verricht. Verder richtte de heer Bos een dankwoord tot de staf van Brown & Root, die gedurende de bouw van de “347” de RDM met raad en daad terzijde had gestaan. De contacten die gedurende die periode waren gelegd waren die van goede zakenvrienden. Verder memoreerde hij het jarenlange uitstekende contact met Brown & Root. 
Vervolgens richtte hij zich in het Nederlands tot de aanwezige RDM-ers met de volgende woorden: “Graag wil ik alle medewerkers danken voor het goede vakmanschap en alle inspanningen besteed aan dit bijzondere vaartuig. Het zal ook voor u een voldoening zijn dat dit grote project zojuist op tijd en op zulke succesvolle wijze te water is gegaan. Ik ben ervan overtuigd dat wij, als het aan u ligt, de “BAR 347″ op de overeengekomen tijd tot volle tevredenheid van de opdrachtgever zullen kunnen opleveren. Ook de ondernemingsraad en de afdelingscommissies wil ik bedanken voor de constructieve bijdrage in vele overlegzaken.” 
Ook de medewerkers van Wester Pijpleidingen, Verolme Electra en Schalekamp werden in de dank betrokken. De heer Bos eindigde zijn toespraak met het uitspreken van de hoop dat de economische omstandigheden spoedig zouden verbeteren en dat de “BAR 347” in staat zou zijn de voor haar bestemde werkzaamheden succesvol te verrichten. 
Ir. J. van der Meer, hoofd van de Scheepsnieuwbouw/Offshore Divisie van RSV richtte vervolgens het woord tot de aanwezigen. Hij gewaagde van een geweldige belevenis om getuige te kunnen zijn van de succesvolle tewaterlating van de superpijpenlegger voor Brown & Root. “Er is veel werk aan deze tewaterlating voorafgegaan” aldus de heer Van der Meer “en ik wil de RDM complimenteren voor de geweldige geleverde prestatie. Wij zijn de directie van Brown & Root dankbaar dat zij deze grote opdracht aan ons heeft toevertrouwd. B&R en RDM zijn een begrip geworden. Vele tientallen opdrachten voor nieuwbouw, ombouw en reparatie zijn door de RDM voor B&R uitgevoerd. De wandfoto’s hier laten van deze activiteiten het een en ander zien. De band van vertrouwen die door de samenwerking is ontstaan wordt door ons op hoge prijs gesteld. We beschouwen het als een buitengewoon voorrecht dat de echtgenote van de president van Brown & Root deze officiële handeling heeft willen verrichten en de charmante en besliste wijze waarop u dit deed was indrukwekkend en naar wij hopen symbolisch voor de wijze waarop de pijpenlegger straks haar taak zal gaan verrichten.” 
Nadat de heer Van der Meer een fraai cadeau aan Mrs. Parker had overhandigd vervolgde hij: “De ontwikkelingen in de offshorebouwmarkt zijn zorgelijk geworden voor de werven die zich voor deze markt grootdeels gespecialiseerd hebben. Het verkrijgen van nieuwe opdrachten is uiterst moeilijk geworden. Er is duidelijk sprake van een stagnerende markt. Er wordt weinig nieuwbouw gecontracteerd, terwijl steeds meer werven belangstelling hebben, dit laatste door het sterk terugvallen van de scheepsbouwmarkt. De oorzaken zijn velerlei en bij velen van u bekend en ik behoef deze daarom hier niet te noemen. Wat echter belangrijk is: wat kunnen we doen en hoe stellen wij ons op? 
RDM offshore basis
RSV acht de offshoremarkt zeer belangrijk en heeft in de afgelopen jaren haar offshore activiteiten sterk geïntensiveerd. Veel ontwikkelingswerk is gedaan en nieuwe projecten zijn in behandeling. Verschillende van deze projecten zijn gericht op nieuwe markten in verafgelegen offshore gebieden. 
Voor de Nederlandse offshore ondernemer is het geboden om snel zijn sterke know-how en grote ervaring te verdiepen en aan te passen voor project ontwikkeling in nieuwe gebieden. Samenwerking van de offshore werf met de offshore contractors kan hierbij van essentieel belang zijn. Bundeling van kennis en aanpak is mogelijk en nodig voor de Nederlandse offshore industrie. 
Medewerking en steun van de overheid zal hierbij onmisbaar zijn. Bekwaamheid en de nodige initiatieven zijn voorhanden bij de offshore industrie. Een belangrijk stuk werkgelegenheid is gemoeid met het slagen van een aangepast offshore industriebeleid. 
De RDM vormt bij RSV de basis van de offshore operaties. Wij zullen er alles aan doen om onze belangen te continueren, resp. met de hiervoor genoemde aanpak, goed uit te bouwen. 
Vervolgens dankte de doopster mrs. Parker op charmante wijze voor de gesproken woorden en het aangeboden geschenk waarna de gasten nog geruime tijd bijeen bleven. 
Op helling acht bleef een leegte achter, hoelang? 
“Daring Turtle”, bouwnummer 345
Op de leeggekomen helling zal binnen afzienbare tijd een aanvang worden gemaakt met de bouw van een klein ponton met een draagvermogen van 10.000 ton deklading. Deze ponton, die de afmetingen krijgt van 91,44 x 27,43 x 6,10 meter, wordt gebouwd in opdracht van Pontones Tornidos S.A. te Panama en zal vermoedelijk eind mei a.s. worden opgeleverd. 

“BAR 347” op weg naar locatie.
Met het vertrek van de “BAR 347”, de grootste pijpenlegger ter wereld is een vertrouwd gezicht van onze werf verdwenen. Dit gebeuren vond plaats op 25 mei 1976. De stoere RDM-slepers verhaalden het enorme vaartuig naar het midden van de rivier. Hier werd de pijpenlegger overgenomen door zeeslepers, die voor het verdere transport zullen zorgdragen. Ofschoon “AR 347” al geruime tijd klaar was, bleef deze enige tijd langer aan de werf in verband met het bunkeren van brandstof en alle andere benodigdheden. 
De sleepreis gaat richting Golf van Mexico, waar het vaartuig voor de zogenaamde offshore werkzaamheden zal worden ingezet. 

Historie:
“BAR” is een afkorting van de naam van de opdrachtgever “Brown And Root”. 

Citaten:
– www.osti.gov: 
… … Pipelaying barge BAR 347, built by the Rotterdam Dockyard Co. for Brown and Root, Inc., Houston, has been delivered to its first job in the Gulf of Mexico. The vessel is powered by five Alco 251 diesel engines, four of which are 16-cylinder turbo-charged and after-cooled units driving 2100-kW generators and one an 8-cylinder unit driving a 1000-kW generator. The largest third-generation, non-propelled pipelaying barge, the vessel is designed to lay deepwater pipelines of large diameter under unfavorable wind and sea conditions. … …

YouTube film: Fred de Grunt.

Artikelen:
– Toch een pijpenlegger, Nieuws van de RDM, augustus 1974.
– “BAR 347” als bouwnummer 340 te water, Nieuws van de RDM, maart 1976. 
– “BAR 347” op weg naar locatie, Nieuws van de RDM, juli 1976. 
– Tewaterlating super pijpenlegger “Bar 347”, Schip en Werf.

Bronnen:
– Osti.gov
– Stadsarchief Rotterdam – Film.
– Rob Koedam, Kortgene.