Bouwnummer RDM-332, s.s. “Sea-Land Resource”, 1973, containerschip.

Foto boven: 9-7-1973. De straks maximaal 33 knopen varende s.s. “Sea-Land Resource” (1973) van Sea-Land Service Inc., U.S.A.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Sea-Land Service Inc., U.S.A. 
Tonnage: 41127 grt, 29829 dwt, 1968 TEU capacity. 
Hoofdafmetingen: Loa = 288,40 m, B = 32,26 m, d = 10,608 m. 
Voortstuwing: snelheid 33 kn (later 21 kn). 
Verdere gegevens:

Order voor drie supersnelle containerschepen.
Op woensdag 13 augustus 1969 werd in New York een gedenkwaardig scheepsbouwcontract ondertekend, dat in financieel opzicht tot de meest waardevolle uit de Nederlandse scheepsbouwhistorie mag worden gerekend. Dankzij de berichtgevingen via de kranten, radio en televisie weet u allemaal op welke opdracht hier wordt gedoeld: de order voor de bouw van twee supersnelle en uiterst kostbare containerschepen, die aan de RDM werd verstrekt door de Amerikaanse maatschappij Sea-Land Service Inc. En daarmee bleek de koek nog niet eens helemaal op te zijn. Want ongeveer drie weken later (op 5 september) kwam uit Amerika het bericht dat dezelfde rederij besloten had om bij de RDM een derde containerschip in opdracht te geven. De drie te bouwen schepen vertegenwoordigen een waarde van ca. 345 miljoen gulden. Dit spectaculaire nieuwbouwproject zal de RDM gaan uitvoeren in nauwe samenwerking met de Rijn-Schelde partners Wilton-Fijenoord en “De Schelde”. 
Het nieuwbouwprogramma van Sea-Land omvat echter nog beduidend veel meer dan de drie zojuist genoemde schepen. In totaal zal de vloot van Sea-Land met acht moderne containerschepen worden uitgebreid. Daarvan zullen er dus drie door de Rijn-Schelde Groep worden gebouwd, drie door de werf A.G. Weser te Bremen en de resterende twee door de werf Rheinstahl Nordseewerke GmbH te Emden. Alle acht schepen zullen in de periode tussen begin 1972 en eind 1973 worden opgeleverd. Met dit nieuwbouwproject is een totaalbedrag gemoeid van bijna een miljard gulden. 
Revolutionair
De te bouwen containerschepen zijn in vele opzichten revolutionair te noemen. Op verzoek van de opdrachtgever zijn tot op heden nog maar weinig bijzonderheden over het ontwerp bekend gemaakt, maar de gegevens die zijn gepubliceerd spreken wel tot de verbeelding. Opvallend is de enorme snelheid die de schepen zullen gaan ontwikkelen: 33 knopen, dat is ruim 61 kilometer per uur! En dan te bedenken dat deze schepen een lengte zullen hebben van 287 meter; een afstand van het dokkantoor tot net voorbij onze Geneeskundige Dienst. In elk schip zal een vermogen worden geïnstalleerd van 120.000 pk; cijfers die tot dusver voor de vrachtvaart ongekend waren. Alleen oorlogsschepen en slechts enkele grote passagiersschepen werden tot nu toe met dergelijke vermogens uitgerust. De schepen zullen een waterverplaatsing hebben van 42.700 long tons, terwijl de breedte over de spanten en de ontwerpdiepgang respectievelijk 31 en ruim 9 meter bedragen. Elk schip zal per afvaart 1086 containers kunnen meenemen met afmetingen van zowel 35 als 40 voet. 
Samenwerking
Behalve de RDM, die in dit spectaculaire nieuwbouwproject als “hoofdaannemer” optreedt, zullen de Rijn-Schelde partners Wilton-Fijenoord en “De Schelde” een belangrijk aandeel in de bouw van de “RDM-schepen” hebben. Overeengekomen is dat Wilton de voorschepen zal bouwen, die t.z.t. in dok 8 van Wilton aan de door de RDM te bouwen achterschepen zullen worden gekoppeld. Een dergelijke vorm van samenwerking tussen Wilton en de RDM is niet nieuw. Bij de bouw van het opslagschip voor ruwe olie wordt in feite op dezelfde wijze te werk gegaan. De thans gekozen bouwmethode zal in dit geval overigens nog aantrekkelijker zijn, omdat het hier gaat om de bouw van meerdere schepen. Zowel de RDM als Wilton bouwt driemaal eenzelfde deel, hetgeen economischer zal werken dan dat de werven elk hele schepen zouden bouwen. Nu wordt een “repeteereffect” bereikt, terwijl de opdrachtgever het eerste schip bovendien sneller krijgt opgeleverd. De bijdrage van “De Schelde” ligt op het terrein van de voortstuwing. Deze werf zal belangrijke onderdelen leveren voor de voortstuwingsinstallaties van alle acht schepen, dus ook voor de schepen die door Sea-Land in Duitsland zijn besteld. Voor “De Schelde” zit aan dit enorme project dus eens temeer een herhalingseffect. 
Centraal ontwerpbureau
Behalve binnen Rijn-Schelde verband zal er eveneens op internationaal niveau tussen alle betrokken partijen nauw worden samengewerkt. Per 1 september is een centraal ontwerpbureau opgericht onder de naam Containership Construction Center. Dit bureau is gevestigd op de RDM (in Dokcentrum West) en ir S. Hengst van onze afdeling Scheepsbouw is met de algehele leiding belast. Op het Containership Construction Center zullen alle bij dit project betrokken werven (inclusief de Duitse) gezamenlijk de bouw van alle acht containerschepen voorbereiden. Op het bureau zullen ondermeer de benodigde tekeningen worden vervaardigd en de voorbereidingen worden getroffen voor de inkoop ten behoeve van de schepen. Bovendien zullen daar de besprekingen plaats vinden tussen de werven en de voor dit project in Nederland gestationeerde technici van Sea-Land. Het is voor ons bedrijf uiteraard van grote betekenis dat Sea-Land Rotterdam als vestigingsplaats voor dit bureau heeft gekozen. Niettemin zal de band tussen de RDM en het Containership Construction Center dezelfde zijn als die tussen het bureau en de overige werven. Het aan de bedrijfsafdelingen doorgeven van de tekeningen en het plaatsen en begeleiden van de inkopen ten behoeve van de “RDM-schepen” zal via onze tekenkamers Scheepsbouw en Werktuigbouw en onze inkoopafdelingen geschieden. Voorts is het nog vermeldenswaard, dat in het Containerschip Construction Center ook het Amerikaanse Ontwerpbureau J.J. Henry & Co en American Bureau of Shipping aan de besprekingen zullen deelnemen. 
Succes
Zowel voor de RDM als voor de gehele Rijn-Schelde Groep betekent deze grote scheepsbouwopdracht een mooi succes. De Groep heeft zich wat de nieuwbouw betreft altijd doelbewust gericht op de bouw van bijzondere schepen en vaartuigen; een beleid dat – getuige de recente opdrachten van Sea-Land – zonder meer juist is gebleken. Tijdens een interview met een verslaggever van Het Rotterdams Parool naar aanleiding van de order onthulde ir. K. van der Pols, dat het eerste contact met Sea-Land dateert van een jaar geleden. Tijdens een excursie georganiseerd door het Verbond van Nederlandse Ondernemingen naar de etablissementen van Sea-Land te Rotterdam, hoorde onze directie voor het eerst van de grote plannen van Sea-Land. Sedertdien was er een regelmatig contact, dat nog werd versterkt door de voorspoedige reparatie van het containerschip Houston in februari van dit jaar. Met het verstrekken van deze opdracht heeft Sea-Land getoond een groot vertrouwen in de Rijn-Schelde Groep en met name in de RDM te stellen. Dit wordt nog eens extra geaccentueerd door het feit, dat ons bedrijf is verzocht de leiding van het centrale ontwerpbureau op zich te nemen. De RDM speelt in dit reusachtige nieuwbouwproject dus een zeer voorname rol; een rol die ook een enorme verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Er komt voor de bouw van deze formidabele schepen nogal het een en ander kijken! Met elkaar zullen wij onze schouders er flink onder moeten gaan zetten, zowel aan de tekentafel, als in de scheepsbouwwerkplaats en op de helling. Gezamenlijk zullen wij de armen uit de mouwen moeten steken om dit geweldige project tot een goed einde te kunnen brengen! 
Orderportefeuille
Dankzij de opdracht van Sea-Land is de orderportefeuille van ons bedrijf in een klap een heel stuk dikker geworden. Onze scheepsbouwportefeuille bevat opdrachten voor de bouw van twee onderzeeboten, het opslagschip voor ruwe olie, het ONA-passagiersschip, een groot zeewaardig hefschip en de drie containerschepen. Hierbij moet dan wel worden vermeld dat van het aandeel van de containerschepen in dit totaal een flink stuk door Wilton en “De Schelde” zal worden verwerkt. De andere opdrachten liggen hoofdzakelijk op het gebied van de kernenergie, de conventionele energievoorziening (turbine-installaties voor elektrische centrales) en vuilverbrandingsinstallaties. Daarnaast – u weet het allemaal – neemt het reparatie- en onderhoudswerk aan schepen op ons bedrijf nog een uiterst belangrijke plaats in.

Bouw 3e achterschip gestart.
Terwijl het eerste Sea-Land containerschip aan de afbouwkade ligt en het tweede al vaste vormen aanneemt op de hellingen van de RDM en Wilton-Fijenoord, wordt er “buiten” nu ook gewerkt aan het derde containerschip. Op 31 maart 1972 werd de kiel voor het derde achterschip op onze helling 8 gelegd.

“Natte” doop s.s. “Sea-Land Resource”.
Een loodgrijze hemel en een konstant stromende regen vormden op zaterdag 29 september 1973 het trieste decor bij de doop van de “Sea-Land Resource”. Dit schip wordt nog dit jaar in de vaart gebracht als laatste van de acht door Sea-Land bestelde containerschepen. 
De doopplechtigheid startte om 12.00 uur precies. Toen betrad de doopster, mevrouw C.P. Murphy, in gezelschap van onze direktie het kleine podium aan kraanbaan 12. De heer Van der Tas sprak een kort welkomstwoord, waarna een simpele bijlslag voldoende was om de traditionele champagne over de boeg van het trotse schip te laten stromen. De Harmonie vereniging “Dockyard” bracht daarop zowel het Amerikaanse als het Nederlandse volkslied ten gehore. En terwijl het weer wat opklaarde begaf het gezelschap zich op weg naar de lunchroom in ons hoofdkantoor. Uit handen van ir. L. van der Tas ontving de doopster daar het bijltje alsmede een fraai collier als aandenken aan de plechtigheid. Namens de opdrachtgevers en zijn vrouw sprak de heer Murphy nog een kort dankwoord, waarna een geanimeerde receptie volgde. 

Naamborden voor de Sea-Land containerschepen.
De drie door ons samen met WF gebouwde containerschepen voor Sea-Land Service zijn brandvrije schepen. Er bevindt zich daarom geen hout aan boord op de naamborden na. 
In deze teak-houten borden zijn door de afdeling houtbewerking WF de namen V-vormig uitgehakt en daarna belegd met een soort bladgoudachtige substantie. Dit is een accuraat werk. 
Op Foto 6 hieronder is de heer A. Gouka bezig met het bord van de in afbouw zijnde “Sea-Land Resource”, de laatste van de drie schepen. Het bord is glanzend gevernist. De ingehakte letters worden eveneens met een soort vernis bestreken, waarna een en ander wordt afgewerkt. 

Historie:
Opgeleverd in december 1973. 

Citaten:
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee, blz. 113: 
… … Er werden meer bijzondere schepen gebouwd. Bijvoorbeeld de drie containerschepen die door Sea-Land bij de R.D.M. werden besteld. Schepen met een hoge opbouw en een ver doorgevoerde rechthoekige vorm welke voor het laden van containers zo belangrijk is. Aan Wilton-Fijenoord werd het bouwen van de voorschepen uitbesteed. De R.D.M. bouwde de achterschepen. Beide helften werden in dok negen met elkaar verbonden. Het eerste schip werd in juli ’72 aan Sea-Land opgeleverd. Het tweede schip – de “Sea-Land Exchange” – werd in mei ’73 opgeleverd. De derde van de serie – de “Sea-Land Resource” – werd in december 1973 opgeleverd. Uniek bij deze schepen was hun hoge vaarsnelheid. Met 33 knopen waren het de snelste vrachtschepen ter wereld. … …
– Koopvaardijnieuws.punt.nl: 
… … Ook boorde hij (Cornelis Verolme) zichzelf een enorme order door de neus, toen hij in beschonken staat lunchte met de directie van de grote Amerikaanse reder Sea-Land. … …

Artikelen:
– Order voor drie supersnelle containerschepen, Nieuws van de RDM, september 1969.
– Bouw 3e achterschip gestart, Nieuws van de RDM, april/ mei 1972.
– “Natte” doop s.s. “Sea-Land Resource”, Nieuws van de RDM, november 1973.
– Naamborden voor de Sea-Land containerschepen, Nieuws van de RDM, december 1973.
– Diversen, Schip en Werf.

Bronnen: 
– Artikelen hierboven. 
Stadsarchief Rotterdam.