Bouwnummer RDM-317, “Sedco 135D”, 1966, booreiland.

Foto boven: “Sedco 135D” op 23 augustus 1966 met RDM-314 tussen de sloffen door.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Southeastern Drilling Company, Panama. 
Tonnage: 9506 grt, 2851 nrt. 
Hoofdafmetingen: Grootste breedte op de sloffen: 95 m, lengte over de zijden: 106 m, onderkant slof tot bovenkant dek: 50 m, hoogte boortoren op dek: 40 m en tTotale hoogte van slof tot top boortoren: 90 m. 
Voortstuwing: Geen. 
Verdere gegevens: Ruim 130 foto’s uit het Stadsarchief geüpdatet.

Opdracht.
Deze offshore-opdracht betrof de bouw van een booreiland met gigantische afmetingen. Om een indruk te geven van de grootte van dit booreiland: de drie sloffen onderaan de zware poten komen op de zeebodem te staan en worden 30 meter lang, 18 meter breed en 7,5 meter hoog. De poten, die door hun vorm “flessen” worden genoemd, hebben een diameter van schrik niet, 10,60 meter! De horizontale verbindingen tussen deze flessen krijgen een middellijn van 2,70 meter, terwijl de vertikale en diagonale verbindingen 1,80 meter van doorsnede worden. 
Er kunnen boringen worden verricht als het eiland op de zeebodem is geplaatst, maar het eiland is tevens geschikt om te boren terwijl het vrij van de zeebodem drijft. In dat geval bedraagt de diepgang van het eiland 24 meter en kan op grotere waterdiepten worden geboord, voor zover de moderne boortechniek zulks toelaat. Voor het afmeren zijn op de drie hoeken lieren geplaatst met ieder drie trommels voor de meerdraden. Negen ankers van 9 ton worden hierbij voor de verankering gebruikt. Aan het gehele eiland werd 7000 a 8000 ton staal verwerkt. Ter vergelijking: voor de “Moerdyk” werd 4500 ton gebruikt. 
Het type booreiland heet „Sedco 135″. Sedco is een afkorting van Southeastern Drilling Inc., de opdrachtgever uit Amerika. Het cijfer 135 duidt aan dat het eiland op de bodem van de zee kan worden geplaatst bij waterdiepten van 135 voet of 41 meter. Behalve de booruitrusting bevinden zich op het dek o.a. een (air conditioned) verblijf voor de bemanning, 80 personen, een landingsplaats voor helikopters en een uitgebreid telecommunicatie en navigatie waarschuwingssysteem. Voorts ook een installatie voor het maken van drinkwater uit zeewater. De levertijd werd op één jaar gesteld, hetgeen de RDM verplichtte om het booreiland eind april 1966 op te leveren. In de Heysehaven bij kraanbaan 13 zal het gevaarte geheel worden samengebouwd. 
(Bron: Nieuws van de RDM, april 1965) 

“Sedco 135D”.
In april 1965 hebben we mededeling gedaan van de bijzondere opdracht die de RDM heeft ontvangen van de Southeastern Drilling Inc. te Dallas in Texas voor het bouwen van een groot booreiland. Het type dat we bouwen heet “Sedco 135”, een afkorting van de naam van de opdrachtgever. Het cijfer duidt aan dat het eiland bij waterdiepten van 135 voet of 41 meter op de bodem van de zee kan worden geplaatst. Hoewel we nog maar kort geleden begonnen zijn met het aanbouwen, draait het werk in onze scheepsbouwloods al menige week op volle toeren. Ook op de tekenkamers gonst het van bedrijvigheid. Een tikje onwennig buigt men het hoofd over de constructietekeningen en bouwplannen, die wel wat anders te zien geven dan tekeningen voor een “gewoon schip”. Al is onze werf een van de best geoutilleerde in Nederland, voor de bouw van dit object waren er toch wel problemen die opgelost moesten worden. We willen er een paar noemen. 
Na veel gemanoeuvreer met modellen van booreiland en bokken op situatietekeningen, werd de plaats bij kraanbaan 13 het meest geschikt geacht. Daar wordt dus het gehele eiland opgebouwd. Omdat in het Rotterdamse havengebied geen drijvende bok beschikbaar is die zoveel hijshoogte heeft om de dekhuissecties op het 45 meter boven de waterlijn gelegen dek te plaatsen, worden voorzieningen getroffen om dit wel mogelijk te maken. 
Na het aanbouwen van de caissons, de constructiepoten en het dek zal het booreiland tot 10 meter worden afgezonken. Er is op de bouwplaats gebaggerd tot een diepte van -12 meter N.A.P. De twee meter extra is noodzakelijk voor extra laag tij, wat in de wintermaanden nogal eens voorkomt. 
Om losse materialen op dek te kunnen hijsen is het nodig om een kraan met een hoog portaal te plaatsen op kraanbaan 13. Hiervoor werd kraan 6 bestemd. Deze hellingkraan (tussen helling 5 en 6) is intussen al op zijn tijdelijke basis gearriveerd. Hiermede kunnen dan de nodige pijpen, diverse materialen, hout, meubelen, kleine werktuigen enz. aan dek worden gebracht. Voor verder transport zorgt onze Coles mobiele kraan, die hoog boven alles uit over het dek zal opereren. Verder moeten er nog voorzieningen worden getroffen, o.a. aansluitingen op 45 meter boven de begane grond voor het lassen, voor de toevoer van lucht, gas, zuurstof en water. 
In samenwerking met tekenkamer scheepsbouw en bedrijfsbureau nieuwbouw is een sectieplan gemaakt, rekening houdend met hefvermogen, sprei en hijshoogte van de bokken “Ajax” en “Simson”. De caissons, constructiepoten en dek bestaan uit ± 50 secties, variërend van 50 tot 240 ton. De onderdelen voor de secties boven de 70 ton worden aan de waterkant onder kraanbereik van de 90 en 40 tons hellingkranen samengebouwd. Daarna worden deze secties met drijvende bokken opgepakt, naar de Heysehaven gevaren en aangebouwd. Hoe het sectiesgewijs opbouwen geschiedt, ziet u op de illustraties in Foto 9 hieronder. 
Voor het vervoer van personen naar dek worden op de voorste caisson twee liften opgesteld, elk plaatsbiedend aan 10 personen. In de achterste caisson aan bakboord komt een trappenhuis als extra voorziening. 
Zorgvuldige aandacht is besteed aan de werkstellingen die nodig zijn voor de samenbouw. Om een maximum aan veiligheid bij het werken te bereiken is de medewerking van alle werknemers die bij dit karwei zijn betrokken noodzakelijk. Voor de mering van het booreiland worden naast de gebruikelijke bolders uithouders aangebracht op de caissons aan de walzijde. Deze uithouders houden de caissons zover van de meerpalen verwijderd als nodig is voor bescherming van de ankerrekken. 
Uit hetgeen u in april en hier hebt gelezen over de grote afmetingen van de “SEDCO 135”, is wel duidelijk geworden dat het booreiland straks het beeld van het westelijk werfterrein zal beheersen. En niet alleen op het RDM terrein, zeer zeker zal het ook in de wijde omgeving een blikvanger zijn. 
(Bron: Nieuws van de RDM, oktober 1965) 

tik . . .
We stonden er met ons neus bovenop om te zien of het allemaal volgens plan zou verlopen. Dat “allemaal” was de eerste onderpoot voor het “Sedco” booreiland; “het plan” stond in knietjes en strippen aangegeven op het dek van de slof. Daartussen moest de 223 ton zware sectie precies worden neergezet. Millimeterwerk, zogezegd. 
Het ging volgens plan. 
De sectie werd door de drijvende bok “Ajax” aan de Maaskant bij helling 8 opgepakt, op een voor de bok liggend ponton geplaatst en naar de Heysehaven gesleept. Het in de juiste stand brengen van de bok ging net zo gemakkelijk alsof het kinderspeelgoed was. Hoeden en petten af voor de manoeuvreerkunst! 
Langzaam maar zeker kwam het gevaarte boven de aangegeven plaats te hangen, een gevolg van goed samenspel tussen de mannen op de bok en op de slof. 
Toen het sein “vieren” kwam, schoven we dichterbij om zo goed mogelijk het verloop te kunnen volgen. Onze cameraman (er wordt ook een kleurenfilm gemaakt van de gehele samenbouw) koos zijn positie. Nadat hij eerst hoog in een bak van de kraan zwevend een overzicht had geschoten, was hij weer snel neergelaten en naar de slof gesprint om het volgende shot te doen: het contact tussen slof en poot vastleggen. Net op tijd, want het ging vlot. Uit de kunst, zeggen ze buiten. 
Zachtjesaan zakte de sectie, kwam enkele centimeters uit de koers te hangen (douwen jongens), zweefde toen een paar maal heen en weer en ineens …. tik, daar stond hij op de bestemde plaats. Geen boem of beng, maar gewoon tik, nauwelijks te horen. 
Even later begon het stellen …. 
(Bron: Nieuws van de RDM, november 1965) 

Sedco-dek gesloten.
Dinsdagmiddag 22 februari werd het laatste stuk aangebracht, sectie 44, gewicht 7 ton. 
Er waren vlaggen, er werden handen geschud op de hoogste werkplaats van de RDM toen het sluitstukje van de puzzel was ingelegd. Het bokpersoneel zorgde voor een leuke attentie door met „getoeter” dit gebeuren kenbaar te maken. 
Als U dit nummer „Nieuws van de RDM” leest zullen ook de grote dekhuizen zijn geplaatst. Dan wordt, naar wij hopen onder betere weersomstandigheden, de verdere afbouw voltooid. 
Indrukwekkend dat grote dek, die stalen driehoek met zijden van meer dan honderd meter. Indrukwekkend hoog als je uit de lift stapt en kilometers ver het havengebied kan overzien. Beneden lijken de dingen speelgoed. De mensen zijn zo klein dat ze bijna niet opvallen. En dat brengt ons bij een tweede verheugend feit. 
Die onopvallende werkers, die onder vaak moeilijke omstandigheden (sneeuw, ijzel, storm) grote en zware delen zo hoog hebben opgebouwd, hebben daarbij de veiligheid niet uit het oog verloren. 
En daarover is iedereen verheugd. 
(Bron: Nieuws van de RDM, november 1965) 

Doop.
We moesten er echt even aan wennen. De doopceremonie aan boord van de “Sedco 135D” was weliswaar in feite gelijk aan die bij een schip, de “spannende” voorbereidingen en gevolgen bleven echter achterwege. Geen wegrammen van onderstoppingen, geen vallen van de klink, ook geen “glijden in haar element”. Slechts het applaus van vijftig paar handen vulde de stilte na het wegspattende champagneschuim. 
Voor zover ons bekend was dit de eerste doopplechtigheid op de RDM van een object dat niets met een schip te maken had. Vandaar dat het wel een bijzondere gebeurtenis betekende. Bijzonder ook door de aanwezigheid van Shell-BP vertegenwoordigers uit Nigeria, die de verre reis naar de RDM er voor over hadden om de plechtigheid te kunnen bijwonen. Een plechtigheid waaraan zij ook door hun prachtige kledij veel luister bijzetten. 
Mevrouw Camille Taylor, de echtgenote van de heer Spencer L. Taylor, vice-president van de Southeastern Drilling Inc., was het middelpunt van deze “Christening Ceremony”. Zij hanteerde met gratie het bijltje, nadat haar wensen voor het booreiland en bemanning over het 45 meter hoog gelegen dek hadden geklonken. 
Het gezelschap dat daarna door ir. Stapel werd rondgeleid door de verschillende apartementen, scheepte zich een half uurtje later in op de “Erasmus” waarmee een rondvaart door het havengebied werd gemaakt. Aan boord werden nog vele goede wensen uitgewisseld. 
Nu is het wachten op het vertrek van de “Sedco 135D”. En dat belooft ook een bijzondere gebeurtenis te worden. U hoort er nog wel van. 
(Bron: Nieuws van de RDM, augustus 1966) 

“Sedco” weg.
In de vroege morgen van de tiende september 1966, terwijl de ochtendnevel nog als een sluier land en water bedekte, was er grote bedrijvigheid in de Heysehaven. Bedrijvigheid, die een van de meest spectaculaire RDM-karweien van de laatste jaren betrof. Het booreiland Sedco 135 D, sinds november 1965 op het water langs kraanbaan 13 samengebouwd, was gereed en zou naar Europoort worden gesleept. Vóór de grote reis naar de kust van Nigeria, waar het booreiland door Shell/ BP zal worden ingezet bij boringen naar gas of olie in de zeebodem, moesten in het Calandkanaal nog enkele beproevingen worden gedaan e.a. het afzinken en de verankering. 
Ideale weersomstandigheden maakten dat de sleepreis een zeer gunstig verloop had. Ook het slepen uit de Heysehaven, anders wel een spectaculair karwei zo’n groot gevaarte zonder “kleerscheuren” langs en door de monding naar de Maas te dirigeren, verliep geheel naar wens. 
Vooraf was op papier deze niet alledaagse manoeuvre ettelijke malen uitgezet, totdat “het plan” definitief werd opgesteld. Met behulp van de drijvende bok “Ajax” die tijdens de samenbouw zijn goede diensten had bewezen en met eigen sleepboten zou het booreiland naar de Maas worden verhaald. 
Het kwam allemaal dik voor elkaar. Prima communicatie tussen de contactpersonen op het booreiland, op de bok en op de wal zorgde er voor dat er “geen centje pijn” was. Bravo heren, hoeden af voor u! 
Nog vóór 12 uur lag de “Sedco 135D” op de Maas met een voor zo’n transport vrij flinke vaart werd koers gezet naar het westen. Vele belangstellenden langs de beide oevers volgden in een koesterende najaarszon de sleep. Hier en daar werd gewuifd …. 
De “bank”-boten uit Europoort, geassisteerd door havensleepboten, meerden ca half vijf het booreiland af op de bestemde plaats in het Caland-kanaal even voorbij de 5e Petroleumhaven, waarna direkt met het afzinken werd begonnen. Na deze proeven en laatste werkzaamheden aan boord vond donderdagmorgen 15 september half 12 de overdracht plaats in de recreatiezaal. Een korte plechtigheid, waarbij ir. Stapel de directie van de Southeastern Drilling Inc. dank zegde voor de opdracht tot de bouw van de “Sedco 135D” en waarbij hij namens ons bedrijf zijn waardering en dank betuigde aan de medewerkers bij het totstandkomen van dit bijzondere object. Ir. Stapel wenste de opdrachtgevers veel succes toe bij hun zeebodemonderzoek en vertrouwde erop dat de nieuwste aanwinst aan de gestelde verwachtingen zal voldoen. 
Namens de eigenaars uitte Mr. Rhea zijn tevredenheid over de wijze waarop het booreiland tot stand is gekomen. Hij aanvaardde “the good rig” met genoegen. Zijn handtekening en die van onze adjunct-directeur bekrachtigden de wederzijdse voldoening. 
Voor het goede contact en de goede samenwerking op de werf gaf Mr. Purbaugh zijn complimenten aan de vele medewerkers van het buitenbedrijf en de tekenkamers. Dat hij daarbij de heren Hengst en Koudstaal met name noemde, vinden wij waard om hier te vermelden. Zij hebben echt wel deze kleine onderscheiding verdiend. 
Nu is de “Sedco 135D” op weg naar Afrika. Als wij dit schrijven komt telefonisch het bericht door van haar positie: “30 mijl van Dover, 51.28 noord – 02.10 oost – schoon weder”. We houden de stand bij op een routekaart en zullen u van tijd tot tijd hiervan mededeling doen. 
(Bron: Nieuws van de RDM, oktober 1966) 

Van booreilanden gesproken.
Het heeft op ons bedrijf ook dit jaar gegonsd van activiteiten voor de oliewinning op zee. In vrijwel alle afdelingen is het werk op dit gebied al “gemeen goed” geworden. iemand verbaast zich meer bij de komst van booreilanden of bijzondere vaartuigen op de werf. Het hoort bij de RDM menen we en terecht. Enkele gebeurtenissen van de laatste maanden willen we nog wat nader beschrijven en dan beginnen we met de reis van de “Sedco”. 
Klein beetje tegenslag. 
De sleepreis van Hoek van Holland naar Port Harcourt, over een afstand van ongeveer 4500 zeemijlen, is bijzonder gunstig verlopen. Binnen de gestelde tijd bracht de “Zwarte Zee” het booreiland op de bestemde lokatie. In de vroege morgen van de 15e november meerde de sleep af. De eerste weken na het vertrek, zondag 18 september, zat er om zo te zeggen geen vuiltje aan de lucht. Zelfs de Golf van Biskaje, anders wel de plaats waar het kan spoken, liet het hoegenaamd afweten. Tot halverwege Portugal de wind opstak en daardoor de zee ruwer werd. 
We halen het telegram van de “Zwarte Zee” erbij om de situatie duidelijk weer te geven: 
“middagbestek 2 oktober 38.17 noord en 12.30 west stop wind west kracht 5 en ruwe zee stop run 32 en vaart 1 myl stop zeer hoge westelijke deining maar het weertje knapt op stop moet ook want anders gaan we de straat in en komen we in de middellandse zee stop maar gezien de weersverbetering denken we wel dat we het klaren stop het slingeren is afgenomen van 3 graden tot momenteel tot 2 graden stop sedco steekt nog 65 voet dus voorlopig kunnen we er praktisch niet aan trekken”
Nog twee keer heeft de sleep met harde wind en ruwe zee wat vertraging ondervonden, even voorbij Madeira en na het passeren van Kaap Blanc, maar dat kon later weer ruimschoots worden goedgemaakt. 
Het verloop van de reis bleef zeer gunstig. Er waren zelfs dagen waarop de sleep meer dan 110 mijl vorderde …. 
Nu ligt de “Sedco” heelhuids op lokatie voor de Nigeriaanse kust. Het betekent alweer een succes voor L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst. Proficiat, mannen van de “Zwarte Zee”. Hopelijk zullen de berichten over de eerste boringen eveneens gunstig zijn. Daarvoor hebben wij tenslotte de “Sedco 135D” gebouwd. 
(Bron: Nieuws van de RDM, december 1966) 

Alle lof voor de “Sedco 135D”.
Een daverende knal scheurt de tropische stilte uiteen. Honderden vissen wentelen levenloos door de nacht. Zij zijn de slachtoffers van de eerste boring van de “Sedco 135D” voor de kust van Nigeria. Onderin de conductorpijp is 400 kg dynamiet tot ontploffing gebracht. De buis springt een paar meter en glijdt dan terug in de oceaan. Op het booreiland – een paar honderd meter verder op gesleept – kijkt men elkaar geschrokken aan. Vermoeide mannen schrikken op uit hun slaap. De afstand was toch wel aan de krappe kant! Naderhand controleren twee RDM-ers het booreiland. Op de constructie valt niets aan te merken; geen scheurtje of wat dan ook. 
Hoe die twee mannen daar kwamen, op 4500 zeemijlen van de Heijplaat? De oorzaak was een telegram: Er mankeert iets aan de krachtinstallatie, dieselgenerator drie trilt vreselijk, kom kijken. Bankwerker D. Winsveen en bedrijfsassistent W.E. Roelofsen van de afdeling reparatie vertrokken op 6 december met een pak tekeningen van Schiphol met bestemming Port Harcourt. De volgende dag al constateerden zij, dat de generator niet trilde maar schudde. Pas op 11 december konden zij echter aan de reparatie beginnen. Het duurde namelijk nogal even voordat aan de wal gereedschappen en materiaal bij elkaar waren geimproviseerd. Toen volgden lange werkperioden. Eén keer werd bijvoorbeeld negentien uur achter elkaar gewerkt om de storing in de dieselgenerator te verhelpen. Met minimale gereedschappen en bij een temperatuur van bijna vijftig graden Celcius. Het ruimen moest bijvoorbeeld met de hand worden gedaan. 
Op 18 december werd proefgedraaid met belasting. De generator maakte nu de minste herrie van de drie! General manager Adkins was zo tevreden, dat hij opdracht gaf ook beide andere generators te controleren. Wel een pluimpje voor de RDM. Trouwens, de mannen van de “Sedco” waren bijzonder te spreken over hun eiland. Kinderziekten bleken nagenoeg niet voor te komen. De afwerking was prima en alles functioneerde fantastisch. Toen de mensen aan boord hoorden, dat de RDM opnieuw booreilanden gaat bouwen voelden zij veel voor een nieuw verblijf in Rotterdam. Ze hadden er een erg plezierige tijd, vertelden ze. Mevrouw Adkins roemde vooral de accommodatie. Zij had nog nooit zo’n prettig booreiland gezien waarop de “Sedco”-mannen moeten werken. 
De eerste boring bleek niet succesvol. Toen de 11.000 voet was bereikt, had men geen olie of gas gevonden. Tijdens de ontkoppeling van de conductorpijp werd het eiland opzij gezet door een stroming. Het was een moment vol spanning, maar de “Sedco” hield zich goed en kon op de oude plaats worden gebracht en worden losgekoppeld van de pijp. Op 20 december landden de RDM-ers op Schiphol. Een tevreden bemanning van de “Sedco” heeft geen nieuwe noodkreten laten horen. 
(Bron: Nieuws van de RDM, februari 1967) 

Historie:
De doopplechtigheid vond plaats op 24 juni 1966. 

Citaten:
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee, blz. 96: 
… … Vooral het booreiland “SEDCO 135” was een geweldig karwei. Drie pontons, in de vorm van geweldige sloffen, werden afzonderlijk op de helling gebouwd. Na de te water lating van de drie “sloffen” werd het booreiland, liggend in de Heyse haven, volledig opgebouwd. De grote kampioen bij deze bouwmethode was ir. Hengst, een man die overigens een potje kon breken bij het personeel. Dat hij inderdaad wel wat kon hebben, bleek bleek op de dag dat hij z’n lelijke eend kwijt was. De liefhebbende bemanning was zo vrij geweest hem bovenop de “Sedco” te hijsen. … …

Artikelen:
– Twee belangrijke opdrachten, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, april 1965, blz. 12-13: PB-1965-04.pdf
– Sedco 135D, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, oktober 1965, blz. 10-13: PB-1965-10.pdf
– tik …., bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, november 1965, blz. 3: PB-1965-11.pdf
– Van de redactie, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, mei 1966, blz. 1-2: PB-1966-05.pdf
– Doop, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, augustus 1966, blz. 3: PB-1966-08.pdf
– “Sedco” weg, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, oktober 1966, blz. 3-5: PB-1966-10.pdf
– Alle lof voor de “Sedco 135D”, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, februari 1967, blz. 6: PB-1967-02.pdf
– Diversen, Schip en Werf: 317-S&W.pdf.

YouTube film: Booreiland Sedco 135 wordt naar Nigeria gesleept.

23-3-2023: Vanmorgen was ik op uitnodiging van (oud) RDM-ers Wim Bank & Gerard Timmers ergens op het RDM terrein om wat achtergebleven films en foto’s op te halen. Verderop in de morgen/ middag was ik nog even bij Aad de Wolf en Corrie van Oosten op visite; ook oud RDM-ers. Zie hier op YouTube de RDM film “Eiland op Poten” uit ± 1966, gedigitaliseerd door van Eck Video Service. Met dank aan Gerard Timmers & Wim Bank. Met o.a. de tewaterlating van bouwnummer RDM-314 m.s. “Dosina” en de bouw van RDM-317 booreiland “Sedco 135D”. Tussendoor zie je o.a. werknemers die met de RDM-267 “Dockyard VII” aankomen bij de RDM. Later in de film komen RDM-200 s.s. “Nieuw Amsterdam” en RDM-300 s.s. “Rotterdam” voorbij.

E-mail: 29-4-2023. Albert Ringeling: Ha Rob,  Nou ik heb ontzettend genoten van die film van het booreiland Sedco-135D. Ik denk dat dit misschien (letterlijk en figuurlijk) een hoogtepunt was van de RDM geschiedenis. Prachtig dat je deze film hebt kunnen achterhalen. Ja, als je nu zo langs de Heysehaven of Dokhaven loopt, bemerk je hoeveel er verloren is gegaan! Het is niet anders….

Bronnen:
– Artikelen hierboven. 
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee, 1998, ISBN: 90 732 3516 2. 
Stadsarchief Rotterdam.