Bouwnummer RDM-304, m.s. “Gaasterdyk” (2), 1960, vracht-passagiersschip.

Foto boven: 25-10-1960. m.s. “Gaasterdyk” wordt gesleept naar de Wilhelminakade.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Holland Amerika Lijn, Rotterdam, Central America Service. 
Tonnage: 7222 brt, 3794 nrt, 10363 dwt. 
Hoofdafmetingen: Loa = 162,73 m, Lpp = 148,60 m, B = 20,55 m, H = 12,49 m, d = 8,15 m. 
Voortstuwing: Stork diesel motor, 2 tew, 8 cilinders, type Hotlo, 10400 bhp, 115 omw/min, snelheid 17 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters PEFE, IMO nummer 5125063. 
Open shelterdek type, 2 dekken, 22 laadbomen, maximaal 55 opvarenden. 

Er werden (in 2009) door de Stichting “SOS-Hotlo” (Save Our Stork) pogingen ondernomen om de laatste nog werkende Stork-Hotlo (6 cilinders) naar Nederland te krijgen – zie Varen is fijner – en daarna in Hengelo ten toon te stellen. 

De inrichting van het schip is als volgt. 
Het schip is onderverdeeld in 9 waterdichte compartimenten, nl. voorpiek, ruim 1, 2, 3, 4 en 5, de machinekamer, ruim 6 en de achterpiek. De laadruimen vóor de machinekamer hebben 2 tussendekken en ruim 6 achter de machinekamer 1 tussendek. In ruim 2 zijn aangebracht dieptanks voor het vervoer van eetbare olie, die inwendig bekleed zijn met roestvrij staal zodat deze tanks gemakkelijk zijn schoon te houden. In ruim 5 is de ruimte in het boven- en ondertussendek aan beide zijden van de luikhoofden ingericht voor het vervoer van gekoelde lading. Naast de schroefastunnel in onderruim 6 zijn tanks voor drinkwater en brandstof olie aangebracht. De ruimen op het hoofddek werden uitgerust met stalen patentluiken van het z.g. “single pull”-type; de luiken op de tussendekken en de luiken boven de ladingolie dieptanks werden voorzien van stalen patentluiken, die hydraulisch geopend en gesloten kunnen worden. De dubbele bodem, die zich uitstrekt van het voor- tot het achterpiekschot is ingericht voor berging van waterballast, brandstof en smeerolie. 
In de bak bevinden zich o.a. de bergplaatsen voor de dekdienst. De 4 mastdekhuizen, waarop de lieren zijn geplaatst, bevatten o.a.: de contactors voor de lieren en het mechanische gedeelte van de ruimventilatie. De gehele bemanning is ondergebracht in het boven de machinekamer gebouwde dekhuis. 
Er zijn 5 ongestaagde masten, waaraan 18 stuks 5-tons laadbomen getuigd worden. Aan de mast tussen luik III en IV werden 2 zware laadbomen opgesteld, die elk een last van 75 ton kunnen verplaatsen en die tevens zodanig kunnen worden opgesteld dat zij tezamen een last van 120 ton op het dek kunnen zetten. Deze laadbomen worden bediend door 24 elektrische lieren. Aan de achterkant van luik IV en aan de voorkant van luik III is een speciale laadboom aangebracht voor het snel behandelen van stukken tot een gewicht van 5 ton. De overige laadbomen zijn voorzien van elektrische hangerlieren van het normale type. 
Alle laadruimen worden elektrisch geventileerd en zijn voorzien van een automatisch werkende luchtdrooginrichting. Voor controle van de vochtigheidstoestand is een dauwpuntmeetinstallatie, werkend op alle laadruimen, met registratiepaneel op de brug, aangebracht. De laadruimen en bergplaatsen werden verder voorzien van een CO2 rookmeld- en brandblusinstallatie. Twee reddingboten, elk voor 58 personen, zijn onder zwaartekrachtdavits opgesteld op het sloependek, aan B.B. een motor-reddingboot en aan S.B. éen met handmechanische voortstuwing. De romp van deze boten bestaat uit met glasvezel versterkte polyester. De stuurmachine is van het 4-rams elektrisch-hydraulische type en wordt van de brug af bediend door middel van een elektrische Sperry-hoofdbesturing en een drukknop-hulpbesturing. Het Sperry-gyrokompas maakt automatisch sturen mogelijk. Ook het ankerspil wordt elektrisch gedreven. Behalve met de gebruikelijke nautische instrumenten wordt het schip uitgerust met een radar-, een echolood-, een log- en een richtingzoeker-installatie, verplaatsbare Decca-navigator, Loraninstallatie en een 30-kanaals Philips V.H.F. telefonie-installatie. Voor een maximum aantal opvarenden van 55 personen zijn één- of tweepersoons hutten in het boven de machinekamer gebouwde dekhuis ingericht. Al deze verblijven, incl. eetzalen, kaartenkamer, radiostation en kantoren zijn van “airconditioning” voorzien. Voor de bemanning is een centraal radio-antennesysteem aangebracht. In de eetzaal voor de officieren is een televisie moedertoestel en in de eetzaal voor de overige bemanning een monitor met afzonderlijke luidsprekers opgesteld. De bergplaatsen voor proviand bevinden zich in het tussendek onder het dekhuis aan S.B., die voor het gekoelde proviand aan B.B. 
De 4-blads bronzen schroef, gedreven door een 8-cilinder enkelwerkende tweetakt Stork dieselmotor, diameter cilinders 750 en slaglengte 1600 mm, geeft het schip een snelheid van ca. 17 kn. Drie dieselgedreven gelijkstroomdynamo’s, elk met een capaciteit van 230 kW en 230 V, zorgen voor verlichting en stroom voor het aandrijven van dek- en machinekamerwerktuigen. 
Een freon-vriesinstallatie dient voor het koelen van de lading en de proviand. In de nooddynamokamer is een 4-takt dieselmotor met een 15 kW – 230 V gelijkstroomdynamo opgesteld. Voor verwarmingsdoeleinden zijn in de machinekamer een met olie te stoken stoomketel, benevens een door de uitlaatgassen van de hoofdmotor te verwarmen stoomketel opgesteld. 

Historie:
De kiellegging vond plaats op 15 oktober 1959 en de tewaterlating was op 2 juli 1960. De doop werd verricht door mevrouw Fockema. De technische proefvaart en de oplevering aan de HAL hadden op 24 oktober 1960 plaats. 
Ze maakte op 28 oktober 1960 haar eerste afvaart van Rotterdam naar New York. Mogelijk werd, op haar maidentrip naar New York, toen Foto 23 hieronder van haar genomen. In 1965 was m.s. “Gaasterdyk” met een beschadigde neus bij ons aan de werf.
En op 18 november 1965 is m.s. “Gaasterdyk”, onderweg van Antwerpen naar Rotterdam, nabij de Kalooboei in aanvaring gekomen met het Nederlandse 490 brt schip m.s. “Zuidpool”. Dit had onmiddellijk zinken van het m.s. “Zuidpool” ten gevolge. De “Gaasterdyk” had slechts lichte schade aan de voorsteven, net boven de waterlijn.
Van 15-01-1973 tot 1975 kwam ze als m.s. “Gaasterdyk” in dienst van Scheepvaart Maatschappij “Trans-Oceaan” B.V., Rotterdam. 
Van 01-01-1975 tot 1977 kwam ze als m.s. “Gaasterdyk” in dienst van Scheepvaart Maatschappij “Trans-Oceaan” B.V. (Incotrans B.V.), Rotterdam. De HAL had toen de Scheepvaart Maatschappij “Trans-Oceaan” aan Swedish America Line (Brostrom), Incotrans B.V. verkocht. 
In oktober 1977 ging ze als m.s. “Gaasterdyk” naar Thracia Shipping Co. SA (Good Faith Shipping Co., Nic. Frangas), Piraeus, Griekenland (in charter voor Incotrans). 
Van 1978 tot 1982 ging ze als m.s. “Good Herald” naar Thracia Shipping Co. SA (Good Faith Shipping Co., Nic. Frangas), Piraeus, Griekenland. Op 8 juli 1982 werd ze in Asakos opgelegd. 
Van 1982 tot 1985 ging ze als m.s. “Good Herald I” naar Thracia Shipping Co. SA (Good Faith Shipping Co., Nic. Frangas), Piraeus, Griekenland. Ze was altijd nog in Asakos opgelegd. 
In 1984 werd ze voor de sloop verkocht naar India. Op 18 januari 1985 arriveerde ze voor de sloop bij City Steel Co., Alang, India. 

Citaten:
– Scheepsrampen koopvaardij 1855 – 1991: 
… … 18 november 1965. 
De coaster m.s. “Zuidpool” (1957) van G. Wedema & L. Mulder uit Delfzijl, onderweg van Dordrecht naar Antwerpen, komt tijdens dichte mist in aanvaring met het m.s. “Gaasterdyk” (1960) en zinkt op 51,36° N / 03,23° W. De bemanning van de coaster wordt gered. … …

– www.kombuispraat.com, 20-07-2009, Ton Pekel: 
… … Ik ken alle G-schepen van de HAL en de “Gaasterdyk” en de “Grotedyk” hadden een Stork-Hotlo. De twee andere G-schepen, de “Grebbedyk” en de “Gorredyk”, hadden een MAN. 
De “Gaasterdyk” was de laatste jaren een beetje een probleem-schip en je moest er niet zo trots op zijn om daar te werk te worden gesteld. Tegenwoordig noemen ze dat achterstallig onderhoud. … …

Bovengenoemde eerste twee G-schepen werden bij de RDM gebouwd en de andere twee bij Wilton-Feijenoord. 
– www.kombuispraat.com, 31-10-2009, Louis Holleman: 
… … Ik heb mijn 1e reisje op de “Gaasterdyk” gemaakt. Trillen? Volgeladen trilde alle zooi nog van je tafeltje af. Op het achterschip waren vierkante meters dekplaat verdwenen/gebarsten. Maar ja, het kreng moest wel liefst 18 kts lopen en dan moesten ze in de MK over de reguliere RPM’s heengaan. … …
– www.kombuispraat.com, 14-04-2010, Journee: 
… … Overigens Louis, die “Gaasterdyk” – op je mooie website – heb ik bij de RDM nog te water zien gaan. Ook heb ik er nog heel even aan gewerkt. Ik moest toen (als jong broekje) fundaties voor wasmachines e.d. tekenen. Een van mijn eerste tekeningen, die ik nog jaren bewaard heb. … …
Nu uit pure nostalgie, jammer dat ik die konstruktie-tekening niet meer heb. Maar ja …, het woord “website” bestond toen nog niet! 

Artikelen:
– Tewaterlating “Gaasterdyk”, personeelsblad “De Wekker”, juli 1960.
– Foto en tekst, bedrijfsblad “Nieuws van de RDM”, november 1964.
Schip en Werf.

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam. 
– Arendnet
– Kombuispraat (Arie Hazebroek). 
– Kustvaartforum (Ben).