Bouwnummer RDM-303, m.s. “Madison Lloyd”, 1960, vracht-passagiersschip.

Foto boven: 01-06-1960. De proefvaart van het vracht- en passagiersschip m.s. “Madison Lloyd”.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: N.V. Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, Rotterdam. 
Tonnage: 9733 brt, 5621 nrt, 11550 dwt. 
Hoofdafmetingen: Loa = 161,03 m, Lll = 149,00 m, B = 20,10 m, H = 12,20 m, d = 8,87 m. 
Voortstuwing: Sulzer-Winterthur dieselmotor, 9 cilinders, 11700 pk, 115 omw/min, snelheid 18,5 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters PFDG, IMO nummer 5216692. 
Maximaal 82 opvarenden, inclusief 12 passagiers. 
Dit schip was er één uit de bij de RDM voor de KRL gebouwde serie van 4 zusterschepen: m.s. “Maaslloyd” (RDM-294), m.s. “Merwe Lloyd” (RDM-295), m.s. “Madison LLoyd” (RDM-303) en m.s. “Main LLoyd” (RDM-305). Elders werden nog gebouwd: “Marne Lloyd”, “Mersey Lloyd”, “Musi Lloyd” en “Mississippi Lloyd”. De inrichting van deze schepen is, op enkele afwijkingen na, geheel gelijk. 
Laadgerei: 12 laadbomen voor 10 ton, 4 voor 5 ton en 2 voor 85 ton. Van de zes laadruimen bevinden er zich 4 voor en 2 achter de machinekamer. In ruim 4 zijn 8 tanks en in ruim 5 zijn 4 tanks ingericht voor het vervoer van vloeibare lading. In de ruimte boven het le tussendek midscheeps bevinden zich aan stuurboord ruimten voor bevroren of gekoelde lading, aan bakboord die voor gekoelde of bevroren proviand. 
Zeer bijzondere zorg werd besteed aan het laadgerei. Aan 3 van de 4 ongestaagde masten werden 12 laadbomen getuigd voor een last van 10 ton, aan de voorste mast 4 laadbomen voor een last van 5 ton en aan de 4 laadpalen 4 laadbomen, eveneens voor een last van 4 ton. Bovendien werd aan de 2e en aan de 3e mast een zware laadboom getuigd met een hefvermogen van elk 85 ton, zodat, indien deze gekoppeld werden, een last van 170 ton aan en van boord gezet kon worden. Aan de voorkant van de achterste mast werd ook nog een laadboom met een hefvermogen van 65 ton getuigd. Al deze laadbomen werden bediend door 20 elektrische lieren. Op de kampanje bevonden zich nog 2 elektrische verhaallieren en op de bak werd het elektrische ankerspil opgesteld. 
De “Madison Lloyd” kreeg drie aluminium reddingboten, elk voor 50 personen, alsmede een motorreddingboot voor 47 personen, eveneens van aluminium. Deze vier boten konden door zwaartekrachtsdavits te water worden gelaten. De stuurmachine is van het 4-rams elektrisch-hydraulische type en wordt van de brug af bediend door middel van een telemotor. Deze laatste kon weer worden bestuurd door het gyrokompas, zodat automatisch sturen mogelijk was. 
Inrichting voor de passagiers Op het promenadedek bevinden zich aan stuurboord 6 twee-persoonshutten, elk voorzien van een toiletruimte, die tevens douchecel is. Aan bakboord op dit dek wordt een smaakvol betimmerde eetzaal en een rooksalon ingericht. Inrichting voor de bemanning 42 geriefelijk ingerichte hutten, bijna alle één-persoons hutten, bevinden zich midscheeps en in de kampanje. Achter op het brugdek bevindt zich is een fraai betimmerde rooksalon en op het hoofddek, midscheeps, een ruime eetzaal voor de officieren. De overige bemanning kreeg op de kampanje de beschikking over een ruime rooksalon en in de kampanje over 3 eetkamers. Ten gerieve van de koks en de bedienden werden op het bovendek nog 2 eetkamers ingericht. Zowel de ruimten voor de passagiers als die voor de bemanning werden voorzien van een klimaatregelaar. 
De voortstuwingsinstallatie bestond uit een 9-cilinder, enkelwerkende tweeslag dieselmotor met oplading, fabrikaat Sulzer-Winterthur 760/1550, met een vermogen van 10.500 pk bij 115 omw/min, waardoor een snelheid van ca. 18 kn kon worden bereikt. De motor werd ingericht voor het gebruik van zware brandstof olie. 
De elektrische installatie bestond uit 3 dieseldynamo’s, fabrikaat Bolnes-Smit, Slikkerveer, elk met een vermogen van 250 kW, 220 V gelijkstroom. De elektrische installatie werd uitgevoerd door de firma Van Rietschoten & Houwens. 
Toelichting bij de foto boven: De kunstschilder Nico M. Peeters heeft in het begin van de ’70-er jaren 1½ jaar op de Tekenkamer Werktuigbouw van de RDM gewerkt. 

Historie:
Kiel gelegd op 02-03-1959, doop en tewaterlating door mevr. M.A.J.P. van Stolk – Sijthoff (echtgenote van de heer C. van Stolk, commissaris van de KRL) op 06-02-1960, proefvaart op 01-06-1960 en indienststelling op 10-06-1960. 
De eerste reis naar het Verre Oosten, met kapitein M.J. Rennes, ving op 30 juni 1960 aan. In Hamburg, Bremen, Antwerpen en als laatste Rotterdam werd de eerste lading ingenomen. 
In 1970 als m.s. “Madison Lloyd” naar Koninklijke Nedlloyd N.V., Rotterdam. 
In 1972 als m.s. “Madison Lloyd” naar Ruys Transportgroep N.V., Rotterdam. 
In 1977 als m.s. “Nedlloyd Madison” naar Nedlloyd Lijnen B.V., Rotterdam. 
In 1982 herdoopt tot m.s. “Saudi Jeddah”. 
Op 28 juli 1984 gearriveerd voor de sloop te Huangpu, China. 

Citaten:
– www.kombuispraat.com (Ton Pekel), 02-11-2006: 
… … Op de “Madison Lloyd” heb ik in 1967 een kustreis gemaakt, als leerling electriciën volgens mijn monsterboekje. Ik was – zoals dat tegenwoordig heet – stagiëre in de machinekamer. … … 
… … Ik zat toen op de zeevaartschool in Vlissingen, een eerste kennismaking dus met de zeevaart. In het monsterboekje stond ik als leerling-elec voor een “vakantie” / stage reisje geregistreerd (een kustreis van een dag of 10). Ik ben verder nooit electriciën geweest, maar WTK. Zo, dat is ook even recht gezet. … …

Artikelen:
– Tewaterlating m.s. “Madison Lloyd”, personeelsblad “De Wekker”, februari 1960.
– Overdracht m.s. “Madison Lloyd”, personeelsblad “De Wekker”, juni 1960.
Schip en Werf.

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam.