Bouwnummer RDM-298, s.s. “Ondina” (2), 1961, tanker.

Foto boven: 8-2-1961. Shell tanker s.s. “Ondina” (1961) op helling 8, met de brug midscheeps; dit in tegenstelling tot haar zusterschip s.s. “Onoba”.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: N.V. Petroleum Maatschappij “La Corona”, Den Haag. 
Tonnage: 31030 brt, 18468 nrt, 48870 dwt. 
Hoofdafmetingen: Loa = 228,01 m, Lll = 217,50 m, B = 31,24 m, H = 15,70 m, d = 11,58 m.  
Voortstuwing: Pametrada turbines, 16000 pk, snelheid 16 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters: PGNB, IMO nummer: 5263542. 
Bemanning: 59 man. 
De voortstuwingsinstallatie bestaat uit een hoge druk en lage druk stoomturbine, die door middel van een tandwielkast met dubbele overbrenging de 4-bladige schroef (diameter 6900 mm) aandrijft. Gewicht van de tandwielkast: 92 ton. Het normale vermogen van de turbines bedraagt 16.000 pk bij 106 omwentelingen per minuut. Voor achteruitvaart is een aparte hoge- en lagedruk turbine ingebouwd met een vermogen van 10.000 pk. Twee Foster Wheeler waterpijpketels, evenals de turbines door de RDM vervaardigd, zullen voor de hoofd- en hulpwerktuigen de benodigde stoom leveren (druk 42 kg/cm, temperatuur 482°). 
Voor het vervoer van de lading zijn 36 tanks bestemd, verdeeld in drie rijen van 12, gelegen tussen twee kofferdammen. Op het hoofddek achter de brug zijn twee laadpalen opgesteld, elk voorzien van een 5-tons laadboom, voor het ophangen van de ladingslangen. 
De Nautische Dienst beschikt over moderne navigatiemiddelen: een gyrokompas voor het automatisch sturen, twee radar-installaties, een richtingzoeker, een log, een echolood, een radio zend- en ontvangstinstallatie (ook voor telefonie), alsmede een installatie voor het aflezen van de diepgang. 
Er zijn ruime bergplaatsen onder de bak en in de midscheeps. In het middendekhuis zijn de verblijven ingericht voor de bemanning die met de navigatie is belast, terwijl achterop de verblijven van de werktuigkundigen, matrozen. olielieden e.d. zijn gelegen. Uitgezonderd enkele jongeren zullen alle leden van de bemanning kunnen beschikken over een ruime, geriefelijk ingerichte één-persoons hut. De hoofdofficieren krijgen tevens een afzonderlijke slaapkamer en een toiletruimte. Recreatieruimte voor onderofficieren en bemanning bevindt zich resp. op het kampanjedek en op het hoofddek achter. Tenslotte dient nog vermeld te worden dat men ook op de “Ondina” de beschikking krijgt over een zwembad, dat achter op het schoorsteendek is ingebouwd. 

Historie:
Gedoopt op 9 februari 1961 door H.K.H. Prinses Irene. 
Op 8 juni 1961 vond de overdracht plaats en werd het schip in dienst gesteld. 
Van 1961 tot 1986 als s.s. “Ondina” gevaren voor Shell Tankers N.V., Nederland. 
Op 8 mei 1962 om 05:58 uur kwam de “Ondina” nabij Gibraltar in aanvaring met een andere tanker. De stuurboord tanks 7, 8 en 9 raakten lek en de huid en het dek daar ter plaatse werden zwaar beschadigd. Het schip werd gerepareerd op de RDM-werf in Rotterdam. 
Op 28 juni 1986 begon men met de sloop van het schip in China.

Zie ook: s.s. “Ondina” 1962 aanvaring.

Artikelen:
– Kiel gelegd voor “Super Tanker”, personeelsblad “De Wekker”, maart 1960.
– Tewaterlating 298, personeelsblad “De Wekker”, januari 1961.
– Tewaterlating s.s. “Ondina”, personeelsblad “De Wekker”, februari 1961.
– Vlaggeschip “Ondina” overgedragen, personeelsblad “De Wekker”, juni 1961.
– De ontwikkeling van de Shell vloot, personeelsblad “De Wekker”, juni 1962.
Schip en Werf.
– s.s. “Ondina”, door Jan Dissel, met aan het eind enkele foto’s van het schip na de aanvaring in 1962.
– The Structure of British Industry – a Symposium, Cambridge University Press, 1958.
– De Stoomtubine, door W. Morée.
– Enige schoolnotities uit 1968 over de Pametrada stoomturbine, van Harry G. Hogeboom.

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam.
– Jan Dissel 
– Ferry Eeuwen
Kombuispraat Theo Horsten, Griekenland. 
Kombuispraat Harry G. Hogeboom, Canada.