Bouwnummer RDM-295, m.s. “Merwe Lloyd”, 1957, vracht-passagiersschip.
Foto boven: 15-11-1956. Het vracht-passagiersschip m.s. “Merwe Lloyd” (1957) van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd even voor de tewaterlating.
Scheepswerf: RDM.
Opdrachtgever: Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, Rotterdam.
Tonnage: 9616 brt, 11550 dwt.
Hoofdafmetingen: Loa = 161,22 m, B = 20,15 m, H = 12,20 m.
Voortstuwing: Enkel werkende 2-takt Stork dieselmotor, 10 cilinders, 10500 pk, snelheid 18 kn.
Verdere gegevens: Roepletters PFYU, IMO nummer 5233236.
Aantal passagiers: 12. Bemanning: 70 man.
Dit schip was er één uit de bij de RDM voor de KRL gebouwde serie van 4 zusterschepen: “Maaslloyd” (RDM-294), “Merwe Lloyd” (RDM-295), “Madison LLoyd” (RDM-303) en “Main LLoyd” (RDM-305). Elders werden nog gebouwd: “Marne Lloyd”, “Mersey Lloyd”, “Musi Lloyd” en “Mississippi Lloyd”. De inrichting van deze schepen is, op enkele afwijkingen na, geheel gelijk.
De dubbele bodem dient voor berging van waterballast, drinkwater, zware olie en dieselolie. Van de zes laadruimen bevinden zich er 4 voor en 2 achter de machinekamer. In ruim 4 onder het le tussendek zijn 8 tanks ingericht voor vloeibare lading. In ruim 5, onder het 2e tussendek, zijn 4 tanks eveneens voor het vervoer van vloeibare lading ingericht. In de ruimte boven het le tussendek, midscheeps, bevinden zich aan S.B. ruimten voor bevroren of gekoelde lading, aan B.B. voor gekoelde of bevroren proviand.
Vóór de brug zijn 3, er achter 1, vierkante ongestaagde masten geplaatst. Aan het voor- en achtereinde van het midscheepse dekhuis zijn twee ongestaagde laadpalen opgesteld. Aan deze masten en laadpalen worden in totaal 22 laadbomen getuigd, nl. 12 van 5 ton, 8 van 10 ton, 1 van 85 ton en 1 van 40 ton hefvermogen.
De laadbomen worden bediend door totaal 20 electrische lieren. Op de kampanje bevinden zich nog 2 electrische verhaallieren en op de bak het electrische ankerspil.
Op het kampanjedekhuis worden 2 aluminium reddingboten opgesteld, elk voor 50 personen. Midscheeps zijn een motorreddingboot voor 47 personen en een reddingboot voor 50 personen aanwezig, beide eveneens van aluminium. Deze 4 boten kunnen door zwaartekracht-davits te water worden gelaten.
De stuurmachine is van het 4-rams electrisch-hydraulische type en wordt vanaf de brug bediend door middel van een telemotor. Deze laatste kan weer worden bediend door het gyro-kompas, zodat automatisch sturen mogelijk is.
Op het promenadedek zijn aan S.B. 6 twee-persoonshutten aanwezig, elk voorzien van een afzonderlijke ruimte voor toilet en douche ingericht, benevens aan B.B. een smaakvol betimmerde eetzaal en een rooksalon. Voor de bemanning zijn er 42 geriefelijk ingerichte hutten, merendeels 1 pers. hutten, komen midscheeps en in de kampanje. De kapitein, hoofdwerktuigkundige en eerste stuurman beschikken bovendien elk over een afzonderlijke slaaphut en toilet; achter op het brugdek is de fraai betimmerde rooksalon aanwezig en op het hoofddek midscheeps aan B.B. een ruime eetzaal voor de officieren.
Voor de overige bemanning is er aan S.B. op de kampanje een ruime rooksalon en in de kampanje 3 eetkamers. Ten gerieve van de koks en de bediende zijn aan B.B. midscheeps op het bovendek nog 2 eetkamers ingericht.
De voortstuwingsinstallatie bestaat uit een 10 cilinder enkelwerkende tweeslag dieselmotor met oplading, fabrikaat Stork, type HOTLO 10 x 75/ 150, met een vermogen van 10.500 pk bij 115 omw/ min.
De motor is ingericht voor het gebruik van zware brandstof olie.
De electrische installatie bestaat uit 3 diesel-dynamo’s, fabrikaat Werkspoor-Electro, elk met een vermogen van 250 kW, 220 V.
Stoom voor verwarmingsdoeleinden wordt geleverd door een Lamont uitlaatgassenketel en een olie-gestookte hulpketel.
Historie:
De opdracht werd op 14 februari 1955 verstrekt en de kiel werd op 1 maart 1956 gelegd. Het schip werd op 15 november 1956 te water gelaten. De doopster was mevrouw D.J. van Overbeek – Hunik, echtgenote van Ir. P. van Overbeek, de inspecteur van de technische dienst bij de K.R.L. en ontwerper van deze en vele andere schepen van de K.R.L.
In 1970 naar Nedlloyd.
In 1977 herdoopt tot m.s. “Nedlloyd Merwe”.
In 1979 naar Panama als m.s. “Gading”.
Op 03-04-1982 te Kaohsiung te Taiwan gesloopt.
Citaten:
– www.kombuispraat.com (beretta15), 05-02-2012:
… … Van 1960 t/m 1962 heb ik bij de KRL o.a. op de “Slamat”, de “Ampenan” en de “Merwe Lloyd” gevaren. Ik weet wel dat het al heel lang geleden is, het is echte nostalgie. Toch blijven die tijden in mijn herinnering de mooiste uit mijn leven. Ik heb in die periode als dekjongen gevaren. Op mijn laatste reis op de “Merwe Lloyd” was ik matroos o.g. … …
Artikelen:
– Een tewaterlating, een aflevering en een opdracht, personeelsblad “De Wekker”, maart 1955.
– Tewaterlating m.s. “Merwe Lloyd”, personeelsblad “De Wekker”, november 1956.
– Oplevering van het m.s. “Merwe Lloyd”, personeelsblad “De Wekker”, april 1957.
– Schip en Werf.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.
– Stadsarchief Rotterdam.
– Schip en Werf, 1956/1957.










