Bouwnummer RDM-277, Hr. Ms. “Rotterdam”, 1957, onderzeebootjager.

Foto boven: Onderzeebootjager Hr. Ms. “Rotterdam” (D818)(1957) bij de overdracht met veel belangstelling van de werknemers van de RDM.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Staat der Nederlanden, Ministerie van Marine. 
Tonnage: 2370 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 116,00 m, Lll = 112,60 m, B = 11,77 m, H = 6,60 m, d = 4,00 m. 
Voortstuwing: 60.000 pk. 
Verdere gegevens: Bemanning 250 koppen. 
Vermeld dient te worden dat deze “B” jagers tot de snelste jagers behoren die Nederland ooit heeft gehad. De snelheid bedraagt 36 mijl per uur (ca. 67 km/uur). Daarvoor is een voortstuwingsinstallatie nodig van niet minder dan 60.000 pk in een schip van 2370 ton waterverplaatsing. Onze “Nieuw Amsterdam” heeft, met een waterverplaatsing van meer dan 36000 ton, een installatie van ca. 360000 pk. 
De bewapening zal bestaan uit 2 dubbeltorens van 12 cm snelvuur geschut, 6 enkelmitrailleurs van 40 mm en 2 raketbatterijen, van een nieuw type, voor onderzeebootbestrijding. De bemanning zal bestaan uit ca. 250 koppen. De afmetingen van deze jagers zijn: grootste lengte 116 m, breedte 11,77 m en een gemiddelde diepgang van ca. 4 m. 

Historie:
Op 26 januari 1956 werd het schip te water gelaten. Mevrouw S. Berck – Krijnen, de echtgenote van schout-bij-nacht J.B. Berck, vlagofficier van de Technische Dienst en hoofd van het Bureau Nieuwbouw schepen der Koninklijke Marine, liet het schip te water. 
Van 12 tot 14 september 1956 werd de fabrieksproeftocht gehouden. In oktober werd de grote technische proeftocht gehouden die enkele weken duurde. Op 28 februari 1957 werd het schip opgeleverd. 

Citaten:
– Internet: 
… … In 1948 bestelde de marine twaalf onderzeebootjagers, waarvan er zes in 1952 gereed moesten zijn en de overige zes in 1953 en 1954. De verwoesting als gevolg van de tweede Wereldoorlog maakte deze planning onhaalbaar, zodat de eerste vier tussen 1954 en 1955 voltooid werden als de “Holland”-klasse. De overige acht schepen werden tussen 1956 en 1958 voltooid als de “Friesland”-klasse. 
Van de vier onderzeebootjagers van de “Holland”-klasse, is Hr. Ms. “Holland” gebouwd door de RDM te Rotterdam, de “Gelderland” door de Dok- en Werfmaatschappij Wilton-Feijenoord te Schiedam, de “Noord-Brabant” en de “Zeeland” door de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen. 
De onderzeebootjagers van de “Friesland”-klasse werden ook op verschillende werven gebouwd. De “Limburg” en de “Utrecht” werden gebouwd bij De Schelde, de “Overijssel” bij Wilton-Feijenoord, de “Rotterdam” bij de RDM en de laatste vier jagers, de “Friesland”, de “Groningen”, de “Drenthe” en de “Amsterdam” bij de NDSM te Amsterdam. 
De A- en de B-jagers verschilden onderling iets van elkaar. Zo waren de “Holland”-klasse jagers iets kleiner dan het “Friesland”-type, hetgeen tot uitdrukking kwam in de lengte, de breedte, de diepgang en de waterverplaatsing. Ook op het gebied van de voortstuwingsinstallatie waren er verschillen. De “Holland”-klasse jagers waren uitgerust met een stoomturbine installatie van 45000 apk, terwijl een jager van de “Friesland”-klasse een installatie kreeg die een vermogen van 60000 apk kon ontwikkelen, zijnde 4 Babcock ketels en 2 Werkspoor turbines met tandwielkasten, die 2 schroeven aandreven. De schepen werden met behulp van twee roeren bestuurd. De maximum snelheid van de “Holland”-klasse jagers bedroeg 32 knopen, die van de “Friesland”-klasse 36 knopen. 
De “Holland” werd in 1978 verkocht aan Peru als de BAP “Garcia y Garcia”, die in 1986 door Peru uit de vaart werd genomen. De overige drie schepen werden tussen 1973 en 1979 uit dienst genomen. 
De “Friesland” werd in 1979 gesloopt, en de overige schepen werden verkocht aan Peru onder de namen BAP “Galvez”, BAP “Capitan Quinones”, BAP “Colonel Bolognesi”, BAP “Guise”, BAP “Castilla”, BAP “Diez Canseco” en BAP “Vilar”. Uiteindelijk werden alle vaartuigen tussen 1985 en 1991 uit de vaart genomen. … …

Artikelen:
– Tewaterlating onderzeebootjager “Rotterdam”, personeelsblad “De Wekker”, februari 1956, blz. 4: PB-1956-02.pdf
– De onderzeebootjager “Rotterdam”, personeelsblad “De Wekker”, september 1956, blz. 1: PB-1956-09.pdf
– Proeftocht onderzeebootjager “Rotterdam”, personeelsblad “De Wekker”, november 1956, blz. 3: PB-1956-11.pdf
– Overdracht onderzeebootjager Hr. Ms. “Rotterdam”, personeelsblad “De Wekker”, maart 1957, blz. 1-2: PB-1957-03.pdf
– Schip en Werf: 277-S&W.pdf.

Bronnen: 
– Artikelen hierboven. 
– Schip en Werf, 1948/ 1957.