Bouwnummer RDM-273, m.s. “Batoela”, 1947, vracht-passagiersschip.

Foto boven: Het Motor Schip “Batoela” (1947) van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Bataviaschip, Staat der Nederlanden. 
Tonnage: 1331 brt, 707 nrt, 1805 dwt, 2844 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 68,60 m, Lll = 64,69 m, B = 12,04 m, H = 5,41 m. 
Voortstuwing: Enkel werkende 2-takt Atlas-Polar dieselmotor, 7 cilinders, Polar-Atlas A/B Stockholm, 850 rpk, 900 apk, snelheid 9,75 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters: PCZC, IMO nummer: 5044738. 
Vrachtschip met accommodatie voor 12 (later 24) hutpassagiers, 353 dekpassagiers en 53 bemanningsleden. 

Historie:
Op 26 juli 1945 werd de opdracht tot de bouw van de drie zusterschepen m.s. “Batoela” (bn 273), m.s. “Bangaai” (bn 274) en m.s. “Bakongan” (bn 275) ontvangen. De drie kielleggingen vonden op 3 januari 1946 plaats. 
De tewaterlating door mevr. ir. E. Struyk vond op 14 juni 1947 plaats, de proefvaart op 12 augustus 1947 en het schip werd op 30 augustus 1947 opgeleverd. Het was de eerste tewaterlating bij de RDM na de oorlog. De lange bouwtijd werd vooral veroorzaakt door de trage levering van materialen en onderdelen, zo kort na de oorlog. Ze werd gebouwd in opdracht van de Staat der Nederlanden, ‘s-Gravenhage en in beheer gegeven aan de K.P.M. 
Het schip vertrok op 6 september 1947, via Haifa met een lading voor de KNSM, naar Nederlands Indië. 
In september 1952 werd ze volgens de Regeling Vlootreconstructie door de Nederlandse regering in eigendom overgedragen aan N.V. Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam. 
Van september 1952 tot 1960 als m.s. “Batoela” naar N.V. Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam. 
Van januari 1960 tot 1964 als m.s. “Bintang” naar MAS, Metropole Lines Ltd., Panama. 
Van 1964 tot 1965 als m.s. “San Miquel” naar Transportes Maritimos de San Blas S.A., Panama. 
Van 1965 tot 1966 als m.s. “Calabar” naar Compania de Naviera de Santos S.A., Panama. 
In 1966 als m.s. “San Miquel” naar Compania de Naviera de Santos S.A., Panama. 
Van 1966 tot 1976 als m.s. “King Bird” naar King Line Ltd., Panama. 
Van 1976 tot 1978 als m.s. “King Bird” naar King Line Pte. Ltd., Singapore. 
Van 1978 tot 1981 als m.s. “King Bird” naar Guan Guan Pte. Ltd., Singapore. 
Van 1981 tot 1983 als m.s. “King Bird” naar King Line Pte. Ltd., Singapore. 
Op 23 september 1983 werd ze voor de sloop verkocht aan National Shipbreakers Pte. Ltd. te Jurong, Singapore.

Citaat: De tewaterlating van m.s. “Batoela”, de eerste tewaterlating bij de RDM na de oorlog op 14 juni 1947, waarbij bijna een aanvaring met een naar buitengaande en waarschuwingen negerende mijnenveger plaats vond. 
Men moest daar aan boord kennelijk weer opnieuw wennen aan schepen die vanaf het land kwamen aanvaren.  

Artikelen:
– De eerste tewaterlating na de bevrijding, personeelsblad “De Wekker”, juli 1947, blz. 1: PB-1947-07.pdf
– Het m.s. “Batoela” en nog wat, personeelsblad “De Wekker”, september 1947, blz. 1-2: PB-1947-09.pdf
– Het m.s. “Batoela” “en nog wat” / Over “en nog wat”, personeelsblad “De Wekker”, oktober 1947, blz. 7: PB-1947-10.pdf
– Een onverwachte ontmoeting in Port Kelang in maart 1983, Herinneringen van Nico Meinsma: 273-Herinneringen.pdf

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam. 
Kombuispraat
– Archief Piet Holswilder – Maassluis.