Bouwnummer RDM-266, Hr. Ms. “Holland”, 1955, onderzeebootjager.

Foto boven: Proefvaart A klasse Onderzeebootjager “Holland” (RDM-266) op 26 februari 1954.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Staat der Nederlanden, Ministerie van Marine. 
Tonnage: 2765 ton wvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 111,30 m, B-max = 11,32 m, H = 6,40 m, d = 3,88 m. 
Voortstuwing: 2 ketels, 2 stoomturbines, totaal 45.000 apk, 2 schroeven, max. snelheid 32 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters PAOP, naamsein D808. 
Hr. Ms. “Holland” is vernoemd naar het Koninkrijk der Nederlanden en is het eerste schip in de “Holland”-klasse, ook wel de A-klasse van de onderzeebootjagers genoemd. 
Het schip is geheel electrisch gelast en op de helling samengebouwd uit in de werkplaatsen vervaardigde secties. In de romp bevinden zich geen patrijspoorten, zodat daarin alle ruimten kunstmatig verlicht en geventileerd worden. 
De hoofdbewapening bestaat uit 4 kanons van 12 cm, opgesteld in twee dubbeltorens, die zowel tegen zee- als luchtdoelen kunnen worden ingezet. Verder zijn er 1 mitrailleur van 40 mm, 2 raket dieptebomwerpers, 2 dieptebomrekken en geen helikopters. 
De bemanning bestaat uit 246 koppen. 

Historie:
De voorlopige bouwopdracht werd op 2 januari 1948 verstrekt. De kiel werd op 21 april 1950 gelegd en het schip werd op 11 april 1953 te water gelaten. Mevrouw A.J. Moorman – Wijtenburg, echtgenote van de Staatssecretaris van Marine, Schout bij Nacht H.W.C. Moorman, verrichtte de doopceremonie. Een krachtige bijlslag deed het schip vlot te water glijden. Een groot aantal genodigden, waaronder hoge marine autoriteiten, ook van Amerika, Engeland en Canada, waren hiervan getuige. 
De werfproeftochten vonden van 16 tot 19 januari 1954 plaats en de officiële proeftochten begonnen op 2 maart 1954 in Den Helder en duurde tot en met 15 april 1954. 
De “Holland” werd op 30 december 1954 in dienst gesteld en was toendertijd het twintigste schip in de Koninklijke Marine. 
Hr. Ms. “Holland” werd in 1978 verkocht aan Peru als de BAP “Garcia y Garcia” (DD75), die in 1986 door Peru uit de vaart werd genomen. 

Citaten:
– mediatheek.thinkquest.nl: 
… … In 1948 bestelde de marine twaalf onderzeebootjagers, waarvan er zes in 1952 gereed moesten zijn en de overige zes in 1953 en 1954. De verwoesting als gevolg van de tweede Wereldoorlog maakte deze planning echter onhaalbaar, zodat de eerste vier tussen 1954 en 1955 voltooid werden als de “Holland”-klasse. De overige acht schepen werden tussen 1956 en 1958 voltooid als de “Friesland”-klasse. 
Van de vier onderzeebootjagers van de “Holland”-klasse, is Hr. Ms. “Holland” gebouwd door de RDM te Rotterdam, de “Gelderland” door de Dok- en Werfmaatschappij Wilton-Feijenoord te Schiedam, de “Noord-Brabant” en de “Zeeland” door de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen. 
De onderzeebootjagers van de “Friesland”-klasse werden ook op verschillende werven gebouwd. De “Limburg” en de “Utrecht” werden gebouwd bij De Schelde, de “Overijssel” bij Wilton-Feijenoord, de “Rotterdam” bij de RDM en de laatste vier jagers, de “Friesland”, de “Groningen”, de “Drenthe” en de “Amsterdam” bij de NDSM te Amsterdam. 
De A- en de B-jagers verschilden onderling iets van elkaar. Zo waren de “Holland”-klasse jagers iets kleiner dan het “Friesland”-type, hetgeen tot uitdrukking kwam in de lengte, de breedte, de diepgang en de waterverplaatsing. Ook op het gebied van de voortstuwingsinstallatie waren er verschillen. De “Holland”-klasse jagers waren uitgerust met een stoomturbine installatie van 45000 apk, terwijl een jager van de “Friesland”-klasse een installatie kreeg die een vermogen van 60000 apk kon ontwikkelen, zijnde 4 Babcock ketels en 2 Werkspoor turbines met tandwielkasten, die 2 schroeven aandreven. De schepen werden met behulp van twee roeren bestuurd. De maximum snelheid van de “Holland”-klasse jagers bedroeg 32 knopen, die van de “Friesland”-klasse 36 knopen. 
De “Holland” werd op 24-02-1978 verkocht aan Peru als de BAP “Garcia y Garcia”, die in 1986 uit de vaart werd genomen door Peru. De overige drie schepen werden tussen 1973 en 1979 uit dienst genomen. 
De “Friesland” werd in 1979 gesloopt, en de overige schepen werden verkocht aan Peru onder de namen BAP “Galvez”, BAP “Capitan Quinones”, BAP “Colonel Bolognesi”, BAP “Guise”, BAP “Castilla”, BAP “Diez Canseco” en BAP “Vilar”. Uiteindelijk werden alle vaartuigen tussen 1985 en 1991 uit de vaart genomen. … …

Artikelen:
– De onderzeebootjager “Holland” te water, personeelsblad “De Wekker”, april 1953, blz. 7: PB-1953-04.pdf
– Onderzeebootjager “Holland”, personeelsblad “De Wekker”, maart 1954, blz. 1-2: PB-1954-03.pdf
– De onderzeebootjager “Holland” op proeftocht, personeelsblad “De Wekker”, mei 1954, blz. 2: PB-1954-05.pdf
– De onderzeebootjager “Holland” op proeftocht (vervolg), pers. blad “De Wekker”, juni 1954, blz. 4 en 6: PB-1954-06.pdf
– De onderzeebootjager “Holland” op proeftocht (slot), personeelsblad “De Wekker”, juli 1954, blz. 2: PB-1954-07.pdf
– Hr. Ms. “Holland”, personeelsblad “De Wekker”, januari 1955, blz. 1-2: PB-1955-01.pdf

Bronnen:
– Artikelen hierboven. 
– Stadsarchief Rotterdam.