Bouwnummer RDM-258, m.s. “Gouwzee”, 1945, betonningsvaartuigje.

Foto boven: Motorbetonningsvaartuigje “M.B.T.5A” (1945), in 1946 in dienst van het Loodswezen als m.s. “Gouwzee”.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Staat der Nederlanden, Rijkswaterstaat. 
Tonnage: 11 twvp (volgens de RDM, maar ook 5 en 9 ton worden genoemd). 
Hoofdafmetingen: Loa = 9,35 m, Lll = 8,70 m, B = 3,00 m, H = 1,66 m, d = 1,03 m. 
Voortstuwing: Kromhout 2-L-SK diesel, no. 306, 20/26 apk, snelheid 6 a 7 kn. De keerkoppeling is er een van BREVO.  
Verdere gegevens: Naamsein A 946, bemanning 2. 

Noot:
Met een totale lengte van slechts 9,35 meter, is dit betonningsvaartuigje voor het Loodswezen verreweg het kleinste scheepje dat de RDM ooit gebouwd heeft. 

Historie:
Kiellegging op 18-07-1944, tewaterlating op 17-11-1945 en officiële proeftocht op 15-12-1945. 
Op 09-02-1946 werd het motorbetonningsvaartuigje “M.B.T.5A” als m.s. “Gouwzee” in dienst gesteld van het Loodswezen in het 3e District (Enkhuizen). Daar werd het toegevoegd aan het betonningsvaartuig “IJselmeer”. 
Op 27-12-1962 vertrok het schip van Enkhuizen naar Delfzijl. 
Op 28-12-1962 aankomst te Delfzijl. Het vaartuig werd daarna in gebruik genomen als rede-afhaalboot, maar behield haar naam “Gouwzee”. Toch werd ook nog licht betonningswerk uitgevoerd op de Dollard. 
In 1965 kreeg het vaartuig een nieuwe stuurhut. 
In 1968 werden de lier en de laadboom verwijderd. 
Op 12-07-1970 werd het schip afgevoerd van de sterkte en werd het overgedragen aan Domeinen te Meppel. 
Op 13-10-1970 werd ze verkocht voor Fl. 10.027 aan Th. Wezeman te Appingedam. 
Het schip is in 1978 gekocht door Atze Haytsma en Mieke Vuyk, Vanaf de koop is de thuishaven altijd De Stuw 5 in Amersfoort geweest. Het schip verkeert nog in de originele staat (2021). Aldus  Arne Haytsma (Ermelo), de zoon van eigenaar Atze Haytsma. Facebook.

Bronnen:
– 1902-1952, Een Halve Eeuw “Droogdok”, uitgegeven door de RDM op 23 januari 1952. 
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij” door Evert van der Schee, 1998, ISBN: 90 732 3516 2. 
– Arie Aalbers, Alblasserdam. 
Sleep & Duwvaart, 2003, no. 118.