Bouwnummer RDM-222, m.s. “Tero”, 1949, vrachtschip.

Foto boven: Het vracht-passagiersschip m.s. “Tero” (1949) van de Maatschappij “Vrachtvaart”, Rotterdam.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Maatschappij “Vrachtvaart”, Rotterdam. 
Tonnage: 5500 brt, 8875 dwt, 12923 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 137,77 m, Lpp = 129,54 m, B = 17,98 m, H = 10,82 m, d = 7,42 m. 
Voortstuwing: Enkel werkende 4-takt Burmeister & Wain dieselmotor gebouwd door P. Smit Jr., 8 cilinders, 4000 pk bij 200 omw/min, snelheid 15 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters PHXH, shelterdekker, 12 passagiers, bemanning 45 – 50 man. 
Dit is een zusterschip van het door de N.V. Machinefabriek en Scheepswerf van P. Smit Jr. gebouwde – en al eerder in de vaart gebrachte – motorschip “Tamo”. Beide schepen zijn bestemd voor de vaart op de Oostkust van Zuid-Amerika en werden daartoe speciaal ingericht. 
Het schip wordt onder toezicht van Lloyd’s Register en Scheepvaart Inspectie gebouwd. 
Voor het laden en lossen van de 5 grote laadruimen is het van zeer uitgebreid laad- en losgerei voorzien. Bij de drie masten, waaraan in totaal 22 laadbomen worden getuigd, zijn daartoe 20 electrische lieren opgesteld; bovendien zal aan elk van de twee voorste masten nog een zware laadboom met een hefvermogen van 40 ton opgesteld worden. 
Ook de wijze, waarop de bemanning van 50 koppen alsmede de 12 passagiers zullen worden ondergebracht, is zeer ruim opgevat: elk lid van de bemanning, inclusief de jongste matroos of bediende, zal over een eigen hut beschikken. Voor de passagiers worden vier ruime twee- en vier één-persoons hutten – elke hut voorzien van een toilet/badkamer – op moderne wijze ingericht. De passagiers zullen bovendien over een fraai betimmerde en gestoffeerde eetsalon en een rooksalon beschikken. Verder komt er een ruime eetzaal voor de officieren, één voor de matrozen, één voor de olielieden en één voor de bedienden. 
Ook de nautische inrichting van het schip zal geheel “up to date” zijn en zal, behalve de gebruikelijke middelen, bestaan uit een radio-richtingzoeker, een echoloodinstallatie, een gyrocompasinstallatie met een automatische stuurinrichting en een radar-installatie. 

Historie: 
Het schip werd in oktober 1939 besteld als m.s. “Tiro” voor Maatschappij “Vrachtvaart” te Rotterdam, doch werd pas na WO-II gebouwd als m.s. “Tero”. 
Tewaterlating op 13 november 1948 met de doop door mevr. J.W. van Beuningen – Velders, technische proeftocht op 1 en 2 februari 1949 en de officiële proeftocht en overdracht op 5 februari 1949. 
Het verhaal ging indertijd op de vloot dat deze reder – de heer van Beuningen – zijn dochters een schip gaf, als ze 21 jaar werden. 
Met de bouw van dit vracht-passagiersschip voor de Maatschappij “Vrachtvaart” in 1948/1949 werd de laatste nog openstaande voor-oorlogse opdracht voor de RDM uitgevoerd. 
Van 1949 tot 1967 heeft het schip als m.s. “Tero” gevaren voor Maatschappij “Vrachtvaart”, Rotterdam. 
Van 1967 tot 1972 als m.s. “Adriatic” naar Monrovia, Liberia. 
In december 1972 naar Koahsiung, Taiwan, voor de sloop. 

Artikelen: 
– Tewaterlating m.s. “Tero”, personeelsblad “De Wekker”, november 1948. 
– Aflevering m.s. “Tero”, personeelsblad “De Wekker”, februari 1949. 
– Excursie van de RDM leerschool NW naar m.s. “Tero”, personeelsblad “De Wekker”, februari 1949.
Schip en Werf.

Bronnen:
Stadsarchief Rotterdam.