Bouwnummer RDM-158, Hr. Ms. “Nautilus”, 1930, patrouillevaartuig.

Foto boven: 30-10-1929. Het politie-vaartuig Hr. Ms. “Nautilus” tijdens de proefvaart, het eerste door de RDM voor de Koninklijke Marine gebouwde schip.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Departement van Defensie, Den Haag. 
Tonnage: 951 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 58,46 m, Lll = 55,00 m, B = 9,50 m, H = 5,20 m, d = 4,15 m. 
Voortstuwing: 2 triple RDM expansie machines, 1350 ipk, 1215 apk, snelheid 14,75 kn. 
Verdere gegevens: Naamsein M 12, bemanning 57 koppen. 
Bewapening: 2 x 7,5 cm en 1 x 3,7 cm kanons, 2 x 12,7 mm mitrailleurs en 40 tot 60 mijnen. 
Het schip werd gebouwd voor rekening van de Koninklijke Marine om politie-toezicht uit te oefenen op de visserij. 

Historie: 
Kiel gelegd op 25 januari 1929, te water gelaten op 30 oktober 1929 en in dienst gesteld op 2 mei 1930. 
Hr. Ms. “Nautilus” was het eerste marineschip dat door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij werd opgeleverd. Naast mijnenlegger was het schip ook bedoeld en ingericht als politiekruiser en werd daarom onder andere belast met toezicht op de zeevisserij. De “Nautilus” was een van de Nederlandse oorlogsschepen die in verband met de Spaanse Burgeroorlog, vanaf 17 maart 1937 tot 10 januari 1939, ruim een miljoen ton scheepsruimte van diverse Nederlandse rederijen veilig door de Straat van Gibraltar escorteerde. 
Kapitein luitenant-ter-zee J.A. Gauw was al sinds 22 oktober 1936 commandant van de “Nautilus” toen deze op 12 mei 1940, samen met de “Willem van der Zaan” en de “Jan van Brakel”, een mijnversperring legde bij de Haaksgronden. Twee dagen later kreeg het schip opdracht uit te wijken naar Groot-Brittannië. Tijdens de overtocht pikte de “Nautilus” een deel van de bemanning van de, onder Callantsoog gezonken, kanonneerboot “Johan Maurits van Nassau” op. Op 16 mei kwam het schip behouden aan in Portsmouth, Zuid-Engeland. Van daaruit werd de mijnenlegger, samen met de “Jan van Brakel”, ingezet om sluitversperringen te leggen en om konvooien te begeleiden. Later werd de “Nautilus” gestationeerd in Hartlepool, aan de Britse oostkust bij Middlesbrough, en ingezet als bewakingsvaartuig. 
De aanvaring met het Britse stoomschip “Murrayfield” op 22 mei 1941 nabij Saltfleet, aan de riviermonding van de Humble, werd de Nederlandse mijnenlegger fataal. Het schip zonk, maar de gehele bemanning kon worden gered. 

Artikelen: 
– Te water gelaten/ Proeftochten, Het Schip.

Bronnen:
– 1902-1952, Een Halve Eeuw “Droogdok”, uitgegeven door de RDM op 23 januari 1952. 
– Stadsarchief Rotterdam
WikipediA
– Het Schip: Piet de Heer, TU Delft. 
– Archief Piet Holswinder – Maassluis.