Bouwnummer RDM-136, s.s. “Merak”, 1926, vracht-passagiersschip.

Foto boven: Het vracht-passagiersschip s.s. “Merak” (1926) van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij in Amsterdam.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam. 
Tonnage: 1754 brt, 986 nrt, 1360 dwt (zomermerk), 3188 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 79,28 m, B = 12,89 m, H = 4,91 m. 
Voortstuwing: RDM compound stoommachine, 4 cilinders, 1800 ipk, snelheid 12 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters TDPJ. 
Accommodatie voor 28 eerste klas passagiers, 20 tweede klas passagiers en 909 dekpassagiers. 
Na een verbouwing: 44 eerste klas passagiers, 20 tweede klas passagiers en 868 dekpassagiers. 
Na nog een verbouwing in 1947: 64 passagiers met hutaccommodatie en ongeveer 700 dekpassagiers. 

Historie: 
De stomer “Merak” werd vernoemd naar de destijds door de kolonialen gebouwde veerhaven (in) Merak, op Java’s meest Noord Westelijke punt aan de voet van de vulkaan Goenoeng Gede. Deze haven had een spoorlijnverbinding met o.a. Serang, Rangkasbitoeng, Kebajorang, Weltevreden en Batavia. Dit schip – dat in 1926 in Rotterdam gebouwd werd – was aanvankelijk ontworpen en gebouwd om dienst te doen op de veerdienst Merak-Oosthaven (Pandjang), maar heeft in wezen zelden op die dienst gevaren. De dienst Oosthaven-Merak sloot aan op de spoorlijn naar Batavia, waardoor Palembang praktisch een regelrechte verbinding per spoor met Batavia had. Deze veerdienst werd door de K.P.M. “Lijn 2” genoemd. 
Op de eerste foto hieronder ligt het schip – in afwachting van een ligplaats – dubbel afgemeerd in Oosthaven. Een mooi klassiek vrachtschip met een grote (hut- en dek-) passagiersaccommodatie. De zonnetenten dienden vanaf het sloependek verwijderd te worden en vanaf het hoofddek konden de bootwerkers zich van luik I langs de accommodatie naar luik II begeven. Dit veroorzaakte zelden problemen en wel omdat de bootwerkers toen – althans in gebieden buiten Noord Europa – geen babbels hadden en men op z’n eigen schip nog wat te zeggen had. De vooruitgang en de nieuwe vrijheid veranderde dit rap. Wie in de jaren zestig met zijn schip bijvoorbeeld in Kingston (Jamaica) of Georgetown (Guyana) lag, moest niet alleen tolereren dat bootwerkers tijdens hun werktijd in de ruimen, over alle dekken inclusief de accommodatiedekken van de bemanning liepen te schuimen, maar dat deze lieden tijdens de maaltijden van de crew ook nog eens onafgebroken door de patrijspoorten stonden te koekeloeren, blijkbaar gefascineerd door het zien hoe “Jan de zeeman” een pieper in zijn mond stak. En als je er wat van zei, kreeg je te horen dat je discrimineerde en dat jij je op “Jamaican soil” of “Guyanese soil” bevond. 
De “Merak”, die de Tweede Wereldoorlog overleefde zonder noemenswaardige ellende te hebben meegemaakt, zwierf over vele zeeën en diende vele bazen die het schip voor velerlei doeleinden gebruikten. 
Van 28 januari 1942 tot 30 maart 1942 voer het schip in een charter voor B.M.W.T. in Brits Indië. 
Op 1 juni 1942 werd zij gevorderd door de Nederlandse regering. Van 8 mei 1942 tot 31 juli 1946 voer zij voor de Koninklijke Marine en we zien haar rond eind juni van dat jaar in San Juan (Puerto Rico) waar zij overlevenden aan boord krijgt van de getorpedeerde “Tysa” van “Maatschappij Vrachtvaart” te Rotterdam, die zij naar Norfolk (Virginia) bracht. Daarna fungeerde zij in Indië als munitiedepotschip en later deed zij als moederschip dienst voor de torpedomotorboten “TM 26” en “TM 33”, die vanuit West-Indie naar Australië waren gehaald. 
Na nog tot 1 januari 1947 in een charter voor de Nederlands-Indische regering gevaren te hebben, kwam zij via Sydney en Makassar weer in de Indische thuiswateren terug. Gezien de politieke situatie in Indië echter, werd in november 1947 Amsterdam haar nieuwe thuishaven. Ook in die jaren voer zij zelden tussen Merak en Oosthaven (Pandjang) en – omdat Batavia enorm in opkomst was – werd zij wat accommodatie betreft gemoderniseerd en shuttelde verscheidene jaren tussen Tandjong Priok en Pandjang. 
Op 30 november 1955 vertrok zij op haar laatste reis naar Hong Kong, waar de slopershamer op haar wachtte. 

Citaten: 
– www.kombuispraat.com, Vaerderij, 02-01-2009: 
… … Beeldverhaal: Van bomen tot kranen. Volg de plaatjes. 
Foto 5: Nieuwbouw. 
“Tjonge”, zegt een ouwe, “hier valt niet mee te varen, weg met die rotpalen. Je doet niet anders dan heen en weer varen en bij iedere keer aankomst en vertrek die rottige luchtkokers voor je smoel.”. Gelijk had hij, misschien hadden ze al een aanvaring gehad, en weg luchtkokers. 
Foto 6: Zonder kranen en bomen. 
Consequentie: Minder snel werken op ruim I. Dat nam men even voor lief, maar niet voor lang. Hoewel, zie ik aan die gekortwiekte palen toch geen blokken? 
Foto boven: Met kranen. 
Er waren een paar kranen beschikbaar van een sloopschip of overtollig bij nieuwbouw of al gelijk besteld toen de luchtkokers ingekort werden. Die kwamen tenslotte op de “Merak”. Zo ongeveer zal het gegaan zijn, of zat er misschien nog een vrouw in het spel? 
Aan de hand van foto 5 en de foto boven is op het hoofddek duidelijk de uitbreiding van de passagiersaccommodatie op de “Merak” te zien. … …
 
– www.kombuispraat.com, Vaerderij, 25-12-2009: 
… … Dit is het s.s. “Merak” van de KPM (zie Foto 3 hieronder), gebouwd bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij in 1926. Het schip was bestemd voor de dienst tussen Merak op Javan en Oosthaven (Pandjang) op Sumatra, waardoor een rechtstreekse reis per trein (en schip) mogelijk werd tussen Palembang in het noorden van Sumatra en Batavia (nu Jakarta) op Java. Het was een schip van 1754 ton bruto (netto 986) en een draagvermogen van 1350 ton. De lengte was 79,28 meter, de breedte 12,89 meter en de holte 4,91 meter. Er stond een 4 cilinder compound stoommachine in van 1800 ipk voor een dienstsnelheid van 12 knopen. Er was ruimte voor 28 eerste klas passagiers, 20 tweede klassers en 909 dekpassagiers. Het schip is een paar keer verbouwd waardoor de hutcapaciteit uiteindelijk (in 1947) 64 passagiers was en ongeveer 700 dekpassagiers. 
(Evert Sikkema) 
Dit kunstwerk met informatie over het s.s. “Merak” 
(zie Foto 3 hieronder) heeft Evert eerder dit jaar op het KPM topic geplaatst en verdient, als één van de eerste ‘bootjes’ van (sparks) Arnoud Oprinsen, hier natuurlijk ook een plaatsje. Het s.s. “Merak” op deze afbeelding is gedeeltelijk uitgerust met kraantjes. Toen de “Merak” werd uitgebracht was het schip alleen maar voorzien van laadbomen. 
Anne. … …
 

Artikelen: 
– Oude K.P.M.-schepen van “Tempo Doeloe” door Lucas Lindeboom, www.kombuispraat.com, 21-07-2008, Vaerderij: 136-KP.pdf

Bronnen:
– Kombuispraat: Vaerderij, Anne Mulder.