Bouwnummer RDM-077, s.s. “Streefkerk”, 1921, vrachtschip.

Foto boven: Het vrachtschip s.s. “Streefkerk” (1921) van Phs. van Ommeren’s Scheepvaartbedrijf.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Ver. Ned. Scheepvaart Maatschappij / Phs. van Ommeren N.V., Rotterdam. 
Tonnage: 6185 brt, 9500 dwt, 13720 twvp. 
Hoofdafmetingen: Lll = 128,32 m, B = 16,84 m, H = 9,60 m, d = 7,88 m. 
Voortstuwing: RDM triple-expansie stoommachine, 3 cilinders, 2750 ipk, 2430 apk, proeftochtsnelheid 11 kn. 
Verdere gegevens: 
Stoomvrachtschip met 5 ruimen, 10 lieren, 10 laadbomen van 5 ton, 1 laadboom van 40 ton, oliestookinrichting, electrisch licht, stoomverwarming, draadloze telegrafie en ijsmachine. 

Herinneringen aan bouwnummer 77 blijven bewaard. 
Een schip met een opmerkelijk lang leven is de door ons 1919 onder bouwnummer 77 op stapel gezette “Streefkerk”. Aanvankelijk zou het schip “Katendrecht” heten en voor rekening van de N.V. Stoomvaart Maatschappij De Maas, later Phs. van Ommeren, worden gebouwd. Echter, reeds tijdens de bouw op helling 7 werd zij overgenomen door de V.N.S. (Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij) en kreeg haar nieuwe naam “Streefkerk”. Zij was tevens het eerste nieuwbouwschip voor deze rederij, die tegenwoordig tot de Nedlloyd groep behoort. 
De stapelloop vond plaats op 13 augustus 1921, waarna op 1 oktober van datzelfde jaar het schip haar officiële proeftocht maakte. De “Streefkerk” was een vrachtschip, gebouwd onder Lloyd’s klasse. Volgens gegevens uit ons archief had zij een waterverplaatsing van 13.720 ton, een laadvermogen van 9500 ton en een bruto tonnage van 6185 ton. 
De “Streefkerk” was uitgerust met een triple expansie stoommachine van 2430 apk, terwijl een drietal stoomketels voor de stoomlevering zorgden. 
Panama 
In 1950 werd het toen dertig jaar oude schip naar Panama verkocht en herdoopt in “Swan”. Zij had ongeveer zestig reizen door de V.N.S. gemaakt. Twee jaar later, in 1952, werd de “Swan” verkocht naar Japan, aan de rederij Kabushiki Kaisha Hayashikane, waar zij werd herdoopt in “Hakuyo Maru”. Tot het begin van 1959 heeft het schip dienst gedaan als vrachtvaarder. Na dat jaar onderging het exterieur van de voormalige “Streefkerk” een aanzienlijke gedaanteverwisseling. De “Hakuyo Maru” werd overgedragen aan de rederij Taiyo Gyogyo Kabushiki Kaisha te Tokyo, moedermaatschappij van de eerder vermelde rederij. 
Krabbenvangst 
De nieuwe rederij is ook thans nog één der grootste visserijbedrijven in Japan. De “Hakuyo Maru” kwam nu als visserijmoederschip voor de krabbenvangst in de vaart. Er werden op de dekken enorme houten stellages gebouwd om de netten van de vissersschepen te drogen en te repareren. Immers, deze lopen vaak flinke schade op. De krabben hebben namelijk soms lengten van meer dan dertig centimeter. Forse jongens dus. De vele vissersvaartuigen leverden aan boord hun vangsten af en werden voorzien van nieuwe of herstelde netten en eventueel andere noodzakelijke materialen. De “Hakuyo Maru” heeft tot 6 september 1969 aan de westkust van Kamchatka dienst gedaan als moederschip voor de krabbenvisserij. Na haar laatste reis is zij afgemeerd in Sasebo, waar zij op 30 januari 1970 is verkocht aan Sasebo Heavy Industries Co. Dan nadert haar einde, want kort daarop wordt de “Hakuyo Maru”, ex “Streefkerk”, in Taiwan gesloopt. 
Goed schip 
Inmiddels zijn er bijna negen jaar verstreken nadat het schip is gesloopt. De rederij zond ons desgevraagd een fotootje van haar als moederschip voor de krabbenvangst, dat wij hierbij plaatsen. Het viel ons op, dat de rederij in haar brief spreekt over het motorschip “Haku Maru”, zonder daar nader op te gaan. Dat zou betekenen dat de ex “Streefkerk” eens omgebouwd is van stoomschip tot motorschip. Wanneer en waar is een open vraag. Ook de heer W.C. Oranje van de V.N.S. meldt hier niets van in zijn in 1970 geschreven artikel voor het jubileumnummer van het V.N.S. Nieuws, waaraan wij in hoofdzaak de gegevens ontleenden. 
Toch moet de “Streefkerk” wel een goed schip zijn geweest; een product van onze werf, dat eerst na zo’n vijftig jaar is gesloopt. Een respectabele leeftijd voor een schip, waarop wie weet hoeveel zeelui hebben gevaren. Vandaar dat dat Japanse rederij zegt: “Wij geloven, dat alle zeelui die met haar gevaren hebben zich het schip voor altijd zullen blijven herinneren”. 
(Bron: Nieuws van de RDM, nov/dec 1978) 

Historie: 
Het vrachtschip werd op stapel gezet in 1920 als s.s. “Katendrecht” voor Stoomvaart Maatschappij “De Maas”, Rotterdam. Ze is echter, in beheer van de V.N.S., onder de naam s.s. “Streefkerk” in de vaart gebracht. 
Gedurende de 2e wereldoorlog werd het schip in beheer gegeven van Van Ommeren Ltd., Londen. 
In 1950 werd s.s. “Streefkerk” verkocht aan Far Eastern & Panama Transport Corporation, Panama en herdoopt in s.s. “Swan”. 
In 1952 werd s.s. “Swan” verkocht aan Hayashikane Kaiun K.K., Tokyo, Japan en herdoopt in s.s. “Hakuyo Maru”. 
In 1957 werd s.s. “Hakuyo Maru” verbouwd tot moederschip voor de krabbenvisserij. 
In 1971 werd het schip gesloopt in Kaohsiung, Taiwan. 

Artikelen: 
– Tewaterlatingen / Nieuwe schepen, Het Schip: 077-HS.pdf
– Nieuwbouwoverzicht”, personeelsblad “De Wekker”, Januari 1962, blz. 9-10: PB-1962-01
– Herinneringen aan bouwnummer 77 blijven bewaard, Nieuws van de RDM, nov/ dec 1978, blz. 3-4

Bronnen:
Marhisdata