Bouwnummer RDM-071, s.s. “Saparoea”, 1921, vracht-passagiersschip.

Foto boven: De Tewaterlating van vracht-passagiersschip s.s. “Saparoea” (1921) van de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: Stoomvaart Maatschappij “Nederland”, Amsterdam. 
Tonnage: 6713 brt, 4225 nrt, 9480 dwt, 13610 twvp. 
Hoofdafmetingen: L = 128,02 m, B = 16,61 m, H = 10,97 m. 
Voortstuwing: RDM triple-expansie stoommachine, 3600 apk, later Sulzer motor, 3500 pk, proeftochtsnelheid 12,5 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters PHIK. 
Zeevrachtstoomschip, 4 ruimen, 2 dieptanks, 11 lieren van 6 ton, 5 passagiers en 64 bemanningsleden. 

Historie: 
In 1931 werd het schip bij de RDM omgebouwd van stoom- tot motorschip. Daarvoor werd een van de twee motoren van het passagiersschip m.s. “P.C. Hooft” gebruikt: een Sulzer twee-tact, acht-cilinder luchtverstuivermotor van 4000 ipk met een boring van 680 mm. Tevens werden drie nieuwe hulpmotoren van Sulzer op het schip geplaatst. Van de oude installatie bleven alleen twee ketels aan boord voor de tankverwarming, de dekwerktuigen en de hutkachels. De tweede motor werd geplaatst in het zusterschip “Salawati”. Het uitgebrande m.s. “P.C. Hooft” werd gesloopt. 
In WO-II heeft het schip 225.000 mijlen in oorlogsdienst gevaren. Van 1941 tot 1942 werd ze verhuurd aan het British Ministry of War Transport. In november 1944, onder het gezag van kapitein J. Lassche, werd het schip nabij Humber door een mijn beschadigd. Na een provisorische reparatie in Immingham ging ze begin 1945 naar Antwerpen. 
In 1955 werd het schip herdoopt in m.s. “Amstelvliet” en kwam in beheer bij de Reederij Amsterdam (van de SMN) in Amsterdam. 
In 1957 werd ze verkocht naar Panama en herdoopt in m.s. “Sincerity”. 
In 1958 werd het schip gesloopt in Osaka, Japan. 

Citaten: 
– www.kombuispraat.com, 02-01-2009, lp: 
… … Ik heb nog even die foto van de “Saparoea” (Foto 3 hieronder) goed zitten te bekijken, maar volgens mij is die nog in aanbouw zo te zien en is het geen rol ijzer, maar een ketel die in het casco wordt gehesen. Ik vond het er al zo armetierig uitzien allemaal. Maar je hebt gelijk, aan zo’n achtersteven zie je al dat er veel aandacht voor details was, meer dan nu met die IKEA-boten. … … 
– www.kombuispraat.com, 10-04-2010, Roy: 
… … Misschien ook wel interessant om te weten, voor wat betreft de “Saparoea”. Het was een schip uit een serie van drie schepen, t.w. “Salabanka”, “Saleier” en “Saparoea”. De serie werd uitgebreid met de iets afwijkende “Salawati”, “Simaloer” en “Sembilan”. Alleen de “Saparoea” is bij de R.D.M. gebouwd. 
Twee schepen kregen in 1931 een dieselmotor, dat waren de “Saparoea” en de “Salawati”. De motoren kwamen uit het passagiersschip “P.C. Hooft”, welke nieuwe sterkere motoren kreeg. Het stoomvermogen was 3600 pk en als m.s. 3500 pk. In 1924 werd deze serie van 2 maal 3 schepen nog eens uitgebreid met de “Singkep” en de “Soemba”, die zeer sterk overeen kwamen met hun voorgangers. … …
 
– Uitleg “piespot” bij Foto 5 hieronder, 11-04-2010, Ton Pekel: 
… … Een “piespot” zit op een schoorsteenpijp, opdat de regen, etc. niet in de ketels of motoren kan komen. Vroeger gebruikten zeelui deze term ook in de betekenis van dat het schip voorlopig niet weg ging en dus opgelegd lag. Het was natuurlijk geen piespot, maar een afdichting op de pijp. Bij kleine kotters of sleepbootjes, die geen klepje op de uitlaat hebben, doen ze vaak een emmer over de pijp als het scheepje niet gebruikt wordt. … …

Zie ook: Modernisering in 1931.

Artikelen: 
– Nieuwe schepen, Het Schip: 071-HS.pdf.

Bronnen:
– Artikelen hierboven. 
– Arendnet
– Stadsarchief Rotterdam
– Kombuispraat