Bouwnummer RDM-030, s.s. “Oostdijk”, 1912, vrachtschip.
Foto boven: Het vrachtschip s.s. “Oostdijk” (1912) van Solleveld, van der Meer & T.H. van Hattum’s Stoomvaart Maatschappij.
Scheepswerf: RDM.
Opdrachtgever: Solleveld, van der Meer & T.H. van Hattum’s Stoomvaart Maatschappij.
Tonnage: 3051 brt, 5265 dwt, 7265 twvp.
Hoofdafmetingen: L = 99,18 m, B = 12,85 (14,30) m, H = 7,40 m, d = 4,25 m.
Voortstuwing: RDM triple-expansie stoommachine, 3 cilinders, 1250 ipk, 990 apk, snelheid 8 kn.
Verdere gegevens: Roepletters PNKJ.
Historie:
Tewaterlating op 10-02-1912, proefvaart op 04-03-1912 en dezelfde dag opgeleverd als s.s. “Oostdijk”.
Varende van Galveston naar Rotterdam, kwam het schip op 15 november 1915 in het Kanaal met het s.s. “Trevelyan” van Hain Steam Shipping Company in aanvaring. De “Oostdijk” liep daarbij slechts lichte schade op en kon nog op eigen kracht naar de Duins varen.
In maart 1918 werd het schip volgens het recht van “Le Droit d’Angarie” opgeeist door de regering van de Verenigde Staten en geexploiteerd door de U.S. Shipping Board. In juni 1919 werd ze weer aan de eigenaar teruggegeven.
In 1922 werd ze verkocht aan Clydesdale Navigation What. Ltd. (George Nisbet & What.) en herdoopt in s.s. “Blairlogie”.
In 1936 werd ze verkocht aan Mariehamns Rederi AB in Finland en herdoopt in s.s. “Agnes”.
Op 1 november 1942 om 19:15 uur (GMT) werd ze getorpedeerd door de Sovjet onderzeeboot “SC 406”, die onder bevel stond van kapitein Osipow, op positie 55°14′ NB en 18°12′ OL. De “Agnes” zonk hierna op 12 mijl noord van Rixhoft in 65 m diep water.
Citaten:
– Anton Oliemans en de klassieker “Ketelbinkie”:
… … Mijn eerste schip was de ‘blauwpijper’ “Oostdijk” van de rederij Solleveld, van der Meer en van Hattum. Ik weet nog goed dat mijn moeder me die eerste keer met de nachtboot van Amsterdam naar Rotterdam bracht (Nee, ik durfde haar bij het afscheid op de kade echt niet te zoenen). Het schip voer van Cardiff via Gibraltar naar Zuid-Ameria. De “Oostdijk” had in de Eerste Wereldoorlog voor de Amerikanen gevaren en was ontzettend verwaarloosd, zo erg dat ik er scabiës (schurft) opliep. Ik kon mijn werk niet langer verrichten en ruilde van baantje met de ketelbink. Maar die huidziekte werd erger. Ik kreeg er ook heimwee bij. Enfin, ik was er op een gegeven ogenblik zo beroerd aan toe, dat ik het liefst van alles dood gegaan was. Maar de bootsman en de eerste stuurman hebben mijn leven gered: ze bonden me in m’n kooi in het focsle (vooruit) vast en onder dreiging van een flink pak slaag met het bootsmaneindje moest ik eten, of ik wilde of niet. Als ze zich niet over mij ontfermd hadden, was het gegaan als in het lied: “Met een … één twee drie in Godsnaam, ging ’t Ketelbinkie overboord”. … …
Artikelen:
– Verkochte schepen, Schip en Werf.
Bronnen:
– Artikelen hierboven.
– Het Scheepvaartmuseum
– Roel Zwama Rotterdam-Heijplaat.