Bouwnummer RDM-029, s.s. “Alice H.”, 1912, vrachtschip.

Foto boven: Een schilderij van het vrachtschip “Alice H.” (1912) van Stoomvaart Maatschappij “Sophie H.” te Rotterdam. 

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: N.V. Stoomvaart Maatschappij “Sophie H.” (Firma N. Haas en Co.), Rotterdam. 
Tonnage: 3052 brt, 5295 dwt, 7265 twvp. 
Hoofdafmetingen: L = 99,10 m, B = 14,35 m, H = 7,40 m, d = 4,80 m. 
Voortstuwing: RDM triple-expansie stoommachine, 3 cilinders, 990 apk, snelheid 8 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters NCLB. 

Historie: 
Tewaterlating op 19-12-1911, proefvaart op 30-01-1912 en oplevering op 02-02-1912. 
De “Alice H.” en het vrachtschip s.s. “Houtdijk” (1902) van Solleveld, van der Meer & T.H. van Hattum’s Stoomvaart Maatschappij liepen op 18 augustus 1914, na vertrek uit Sint Petersburg op weg naar Rotterdam in het tweede Russische konvooi, op 20 mijl ten noorden van Dagerort in de Baltische Zee op enkele zeemijnen. Beide schepen liepen daarbij op 3 mijnen en zonken op positie 59°24′ NB en 22°35′ OL, waarbij resp. 10 en 14 opvarenden om het leven kwamen. Onder deze slachtoffers waren de kapitein van de “Alice H.” en zijn vrouw. Voor een meer gedetailleerd verslag van dit drama, zie het citaat van Henk Werk hieronder. 
De tot hulpmijnenlegger omgebouwde veerboot “Deutschland” had daar in de nacht van 17 op 18 augustus 200 mijnen gelegd. “Berlijn” ontkende dit echter en beweerde dat de mijnen door Rusland waren gelegd. Beide schepen uit het neutrale Nederland vormden het eerste koopvaardijverlies tijdens deze eerste oorlogsmaanden in 1914. 

Citaten: 
– www.mareud.com: 
… … 20-08-1914. 
The Dutch steamship “Alice H.” struck a mine and sank in the Baltic (Stoomv. Maats. “Sophie H.”; 1911; Rotterdamsche Droogdok Maats.; 3052 tons; 325,30 x 47,30 x 21,80; 249 n.h.p. ; triple-expansion engines.). … …
 
– home.hccnet.nl/h.werk, Stoomschip “Alice H.” in de Oostzee ten onder door gesprongen zeemijnen (1914), Henk Werk: 
… … In de nacht van 20 op 21 augustus 1914, twee maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, zinkt stoomschip “Alice H.” in de Oostzee, 20 mijl ten noorden van het eiland Dagö (Hiiumaa, Estland). Matroos K. Heeres staat aan het roer en 1e officier Ties ter Wiel (zie Foto 1 hieronder) aan het kompas wanneer hun schip, varend in konvooi, op een mijn loopt. Het gehele voorschip wordt uit elkaar geslagen, maar zinkt nog niet. Een luik wordt in de lucht geslingerd. Grote stukken hout en balken vallen rondom hen neer. De kapitein slaapt in de kaartenkamer en springt naar buiten. Zijn vrouw komt op blote voeten en in nachtgewaad aan dek en vraagt: “Wat gebeurt er?”. Het zijn de laatste woorden die Heeres van haar heeft gehoord. Een tweede en derde mijn springen onder het ketelruim en onder het achterschip uit elkaar en betekenen de genadeklap. 
“We zagen nog de “Alice H.” met den kop naar boven zinken.”, volgens Heeres, die met twaalf andere bemanningsleden het vege lijf in de aan bakboordzijde gestreken reddingboot weten te redden. De reddingboot aan stuurboordzijde gaat met tien collega’s ten onder in de golven. Onder hen kapitein Jan Rente Smit en zijn vrouw Jansje Pals, amper drie maanden eerder te Rotterdam getrouwd. De 2e officier Charles Currie en de donkeyman [hulpstoker] A. van der Vindt hebben meer geluk. Zij zien kans met zwemvest om zich vast te klampen aan stukken hout en worden door Heeres en de zijnen aan boord gehesen. De zoektocht naar andere bemanningsleden wordt na twee uur gestaakt. Na acht uur zeilen bereiken de overlevenden Dagö. Daar vernemen zij dat stoomschip “Houtdijk”, het achterste schip in het dertien schepen tellende konvooi, eveneens door mijnen is getroffen en is gezonken. 
Met prachtig weer en bestemming Helsingborg verlaat stoomschip “Alice H.” op 18 augustus ’s morgens acht uur de haven van de toenmalige Russische hoofdstad St. Petersburg. Op ongeveer een uur varen ligt het Russische eiland Kronsjtadt (Kotlin) waar een Russische loods en marineofficier aan boord komen. Op nog een uur varen ligt een wachtschip, de loods stapt van boord en onder begeleiding van een loodsstoomboot vervolgt “Alice H.” zijn vaart in de Finse Golf. “Om half zes namiddags vertrok het loodsstoomschip en kon men zonder gevaar verder stoomen.”. Aldus het relaas van Ties ter Wiel in Het Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander, gedetailleerder en nogal afwijkend van het verslag van matroos Heeres in dagblad Het Volk. De laatste laat hun schip om zes uur ’s avonds uit St. Petersburg vertrekken, ter hoogte van Kronsjtadt voor anker gaan en de reis de volgende middag onder begeleiding van een torpedoboot vervolgen. 
Ter Wiel: “Op den 19den Augustus, ’s morgens half zes, werden de schepen door een Russische gouvernementsstoomboot aangehouden en werd last gegeven onmiddellijk de Papenwickbocht binnen te loopen en daar verdere orders af te wachten. ’s Morgens om acht uur ging men in die bocht voor anker en om elf uur heesch het gouvernementsstoomschip de vlag en gaf het signaal om te volgen. Om twaalf uur ’s middags verlieten beide stoomschepen [“Alice H.” en “Houtdijk”] met nog 11 andere de Papenwickbocht, begeleid door de gouvernementsstoomboot.”. Om tien minuten voor zeven bereikt het konvooi Nargö (eiland Naissaar ten noorden van Tallinn), veilig door het mijnenveld geloodst en zonder begeleiding verder varend. Afgaande op Heeres voert de “Alice H.” het konvooi aan, de “Houtdijk” sluit de rij. “Ik stond wacht. Het was een prachtige nacht, en nog te 12 uur telde ik de schepen achter ons aan de toplichten: zij waren er nog alle 13.”. Een uur later ontploft de eerste mijn, de reddingboten worden deels neergelaten. De “Alice H.” begint nog geen half uur later onmiddellijk te zinken wanneer de tweede mijn ontploft. De bemanning gaat onmiddellijk in de reddingboten en maakt dat zij wegkomt. 
De bemanning van beide Nederlandse stoomschepen reist naar Nederland via Reval (Tallinn, hoofdstad van Estland), waar tegenover de Nederlandse consul een verklaring wordt afgelegd, Hamburg en Groningen. Woensdagavond 2 september loopt de trein het Rotterdamse Maasstation binnen. Ruim twee maanden na hun aankomst bericht Het Nieuws van den Dag: “De Raad [voor de Scheepvaart] was van oordeel, dat allen, die aan boord waren, blijkbaar hun plicht hebben gedaan en dat de reddingsmiddelen behoorlijk in orde waren.”. … …
 
– rjb.x-cago.com: 
… … September 1914. 
Uit Hamburg komen alhier aan de geredden van de stoomschepen “Alice H.” en “Houtdijk”, die in den nacht van den 20sten Augustus in de Finsche Golf op mijnen geloopen en gezonken zijn. Zij werden opgewacht door hun reeders, de firma’s N. Haas en Co. en Solleveldt en Van der Meer. … …
 

Bronnen: 
– Het Scheepvaartmuseum 
– Families Poffert (Feerwerd) en Ter Wiel (Garnwerd)  
Roel Zwama Rotterdam-Heijplaat.
Maritiem Museum Rotterdam.