Bouwnummer RDM-004, s.s. “Alwina”, 1906, vrachtschip.

Foto boven: Het vrachtschip s.s. “Alwina” van N.V. Jos de Poorter Handels Maatschappij te Rotterdam, varend in het Kielerkanaal onder de Hochbrücke te Grünthal.

Scheepswerf: RDM. 
Opdrachtgever: N.V. Holland Gulf Strommvaart Maatschappij, Rotterdam / Jos de Poorter’s Handels Mij, Rotterdam. 
Tonnage: 1124 brt, 1850 dwt, 2560 twvp. 
Hoofdafmetingen: Loa = 70,10 m, B = 10,45 m, H = 4,88 m, d = 3,25 m. 
Voortstuwing: RDM triple-expansie stoommachine, 3 cilinders, 650 ipk, 540 apk, snelheid 9 kn. 
Verdere gegevens: Roepletters NCVQ (1906-1922), HDKJ (na 1922). 
Bemanning: 18 man. 

Historie: 
Dit was het eerste zeegaande schip was dat door de RDM op eigen terrein gebouwd werd. 
Kiellegging op 11-11-1905, tewaterlating op 16-05-1906, proefvaart op 02-06-1906 en oplevering op 06-06-1906. 
In 1922 naar Kohlen-Import, Königsberg en herdoopt in s.s. “Kohlenimport”. 
In 1924 naar Kohlen-Import & Königsberger Reederei (Shipping Company) AG. 
In 1925 naar Kohlen-Import & Poseidon Schiffahrt AG, Königsberg. 
Op 3 maart 1930 – tijdens een reis van Londen naar Helsingor met een lading cokes – is het schip in dichte mist op 11 mijl ten Noord-Oosten van Terschelling in aanvaring gekomen met s.s. “Gudur” en daarna gezonken. 

Citaten: 
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij”, door Evert van der Schee: 
… … De eerste opdracht voor nieuwbouw van een zeegaand schip, s.s. “Alwina”, kwam in 1905 bij de RDM binnen. Bouwnummer 4 werd de eersteling van een serie fenomenale zeeschepen. … … 
Dit was niet het eerste, maar het tweede zeegaande schip van de RDM. Immers, bouwnummer RDM-002 (s.s. “Zara”) was ook een zeegaand schip. Hier werd waarschijnlijk bedoeld dat dit het eerste zeegaande schip was dat door de RDM op eigen terrein gebouwd werd. 
– “Rotterdamsche Droogdok Maatschappij”, door Evert van der Schee, blz. 19: 
… … De R.D.M. was gebouwd om schepen te repareren. Het bleek al gauw dat dit een vrij ongeregeld bestaan bood. Van een regelmatige bezetting van de productiemiddelen was geen sprake, ook al steeg het aantal dokkingen in 1905 naar 175 per jaar. Het was duidelijk, er moest een nieuwe productiepoot bij. 
M.G. – een man die nooit bang was om nieuwe initiatieven te nemen – besloot tot het bouwen van een helling voor schepen tot 3.000 ton. Goed gezien door hem, want al gauw werd een opdracht geboekt voot het bouwen van de “Alwina”, een stoomschip voor de Holland-Gulf Maatschappij. Die order werd verkregen voordat de helling was gebouwd. Bovendien vereiste deze opdracht nog een aantal andere kostbare investeringen. Zo moest er een platenschaafbank en een buigwals worden aangeschaft. … …
 
– Dagblad voor de Scheepvaart, 16-04-1907: 
… … De Firma Jos de Poorter heeft bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij een hoofdzakelijk voor de ertsvaart bestemd stoomschip besteld met een draagvermogen van 1800 ton. Het zal een zusterschip worden van het stoomschip “Alwina”. De “Alwina” is lang 230, breed 34 en hol 16 voet. De aflevering van het nieuwe stoomschip zal nog dit jaar plaatsvinden. … … 
Dit zusterschip werd bouwnummer RDM-012, het in 1908 opgeleverde vrachtschip s.s. “Johanna”. 
– Ons Vaderland, 1920: 
… … De Holland Gulf Stoomboot Maatschappij van Jos de Poorter heeft de schepen: “Agneta”, “Alwina”, “Folmina”, “Johanna”, “Laura”, “Theodora” en “Hermina” in de vaart op Scandinavië. … … 
– Press article (Hansa No. 5/1933) to the Court hearing over the collision with the “Gudur” from 3 March 1930: 
… … Collision “Kohlenimport” – “Gudur”: “equal guilty”. 
On the 3rd of March 1939 collided in the North-Sea the Steamship “Kohlenimport” from the Poseidon Shipping Company in Koenigsberg and the Steamship “Gudur” from the SVEA Company Stockholm. At the Collision was the “Kohleimport” so severely damaged that she shortly afterwards sank. On the 12-5-1932 refused the Magistrate Court in Malmoe the Damage Litigation from the Company Poseidon, as it was not proven that the “Gudur” was travelling at a too high Speed or committed any other Offences which could contribute to the Collision. In the Sentencing Speech explained the Goetenburger Hofgericht (County Court) as proven that the “Gudur” in those Conditions namely thick Fog was travelling too fast and that the Person in Command of the “Gudur” was therefore to blame for the Collision. But the Person in Command of the “Kohleimport” was equally to blame because of incorrect Signalling contributed to the Collision. So are both Persons in Command equally to blame. After changing the Finding of the Magistrates Court in Malmoe, the County Court in Goetenburg found the Company SVEA and the Person in Command of the “Gudur” to pay the Company Poseidon RM 106.276 (278 Pound Sterling) and to pay to Poseidon the Court Costs from the Magistrates Court in Malmoe at swedish KR 15.000 as reimbursement. … …
 
– www.wrecksite.eu, Allen Tony, 11-05-2009: 
… … The German cargo ship “Kohlenimport” SS was built in 1906 by Rotterdam Drydock, Rotterdam as the Dutch cargo ship ALWINA SS for N.V. Holland Gulf Strommvaart Maatschappij (Jos de Poorter), Rotterdam. In 1922 she was renamed KOHLENIMPORT SS for German owners. 
When carrying a cargo of coke from London to Elsinore on March 3rd, 1930, she collided with the Swedish “Gudur” SS and sank 11 miles N.E. of Terschelling. … …
 

Artikelen: 
– Kollision “Kohlenimport” – “Gudur” “zu gleichen Teilen schuldig”, Hansa. 

Bronnen:
Roel Zwama Rotterdam-Heijplaat.
– Marhisdata
– Wrecksite