De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij

                                                                                   

                                                                                                                                                                             

(The Rotterdam Dockyard Company)

1902 - 1983

Naar de RDM-onderwerpen

of ga naar

 

De opkomst, de bloei en de ondergang van een bijzonder bedrijf.

Op 23 januari 1902 werd N.V. "De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij" (afgekort "de RDM" en later in de volksmond "de Droogdok" genoemd) opgericht, die toen in feite al een voorgeschiedenis van 46 jaar had. De RDM was de opvolger van de reeds in 1856 opgerichte firma "Duncan Christie & Zn", die - via de firma's "Christie & Nolet", "Christie, Nolet & De Kuyper", de "Societe Anonyme des Fondries et Constructions Navales de la Meuse", de maatschappijen "De Maas" en "Schoonderlo" en weer "De Maas" - uiteindelijk uitmondde in "de RDM".
Nadat de pas opgerichtte RDM gedwongen moest verhuizen van de locatie Schoonderlo, een onderdeel van Delfshaven aan de Noordelijke Maasoever, vestigde deze zich nog in datzelfde jaar in het dichtbij gelegen Heijplaat, aan de Zuidelijke Maasoever. De scheepswerf floreerde daar en op het werfterrein werd vrijwel constant gesaneerd, verbouwd en nieuw gebouwd. Havens werden gegraven en uitgediept en de grond werd gebruikt om het terrein tot zelfs met 4 meter te verhogen, teneinde de voeten bij hoogwater droog te houden. De gebouwen daar dateren uit verschillende perioden na 1902. De RDM onderhield een eigen veerdienst vanaf Schiemond voor haar werknemers, maar vanwege de afstand en het groeiende personeelsbestand werd in 1914 gestart met de bouw van het tuindorpje Heijplaat. Een goede beschrijving van de 46-jarige voorgeschiedenis van de RDM, en tevens die van de beginjaren van de RDM, wordt hier in een bedrijfsblad gegeven.
Tussen 1919 en 1928 heeft zelfs haar latere concurrent Cornelis Verolme bij de RDM in dienstverband gewerkt. Daarna ging de toen jonge Verolme zijn eigen weg, met een latere zienswijze die niet geheel met die van toenmalig scheepsbouwend Nederland strookte.
Op 14 januari 1925 nam de RDM de in 1914 opgerichtte Scheepsbouw Maatschappij "Nieuwe Waterweg" (afgekort NW en toen ook wel Furness-werf genaamd), schuin aan de overkant van de Maas in Schiedam, over. Deze scheepswerf was in financiele moeilijkheden gekomen en beschikte - met geschoold personeel - over 3 droogdokken met een capaciteit tot 10.000 ton en over 7 scheepsbouwhellingen waar schepen tot 12.000 ton gebouwd konden worden. Daarmee verdubbelde de RDM haar aantal droogdokken. De reparatie-afdeling was steeds een zeer belangrijke financiele pijler van de RDM. Altijd aanwezige pieken en dalen in de reparatie konden voor een deel met de nieuwbouw opgevangen worden. In het jaar 1926 werd bij het vergrote bedrijf zelfs het fenomenale aantal van 1401 schepen gedokt en/of gerepareerd, een gemiddelde van bijna 4 schepen per dag!
De NW had - tot haar overname in 1925 door de RDM - 135 schepen afgeleverd, in aanbouw of in portefeuille. Bij de RDM zat op dat moment bouwnummer 99 als laatste in de planning. De NW stopte daarna met haar eigen NW-nummering en samen gingen ze als een RDM-bedrijf verder met bouwnummer 136. De nog "lege" toekomstige RDM-nrs 100 t/m 135 werden opgevuld met de gelijke NW-nrs van voor en tijdens de overname. Zelfs schepen die al zes jaar daarvoor door de NW gebouwd waren, werden meegeteld. Een gerenommeerd hoogleraar, met het werfbedrijf in zijn portefeuille, schreef in 2008 - na een aanvankelijke scepsis in deze - desgevraagd hierover: "Dat deze NW-schepen na de overname RDM-nummers kregen was niets bijzonders. Die bouwnummers waren alle NW-schepen van voor de overname. Die telden ze rap mee, want dat stond goed tegenover de buitenwereld. De tent was toch overgenomen! Dus ook de bouwnummers van de NW.".
Resumerend beschikte de RDM met de NW in 1925 over 6 drijvende droogdokken en 14 hellingen voor nieuwbouw, waardoor beide bedrijven samen zo groot werden dat ze - indien voorzien van voldoende opdrachten - aan ongeveer 10.000 mensen werk zouden kunnen verschaffen.

In 1938 kochten De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en de Dok en Werf Maatschappij Wilton-Fijenoord samen de aandelen van de Machinefabriek en Scheepswerf P. Smit Jr. In 1968 werd het door fusies een volle dochter van de RDM. Dit bedrijf bleef echter gewoon onder haar eigen naam voortbestaan. Na het RSV debacle in 1983 werd het in 1985 verkocht aan MNO Vervat en in 1987 failliet verklaard.
Tot de Tweede Wereldoorlog verviervoudigde de omvang van het RDM terrein zich tot circa 40 ha. De RDM werd dan ook een van de grootste scheepswerven van Europa, met gedenkwaardige nieuwbouwresultaten zoals de "Simon Bolivar" (1926), de "Nieuw Amsterdam" (1938), de kruiser "De Zeven Provincien" (1950), de "Rotterdam" (1959) en de "Cunard Adventurer" (1971). Ook werden er vele complexe onderzeeboten gebouwd; in totaal zelfs 16 stuks. Ondanks deze nieuwbouw, bleef de reparatie-afdeling echter een zeer belangrijke financiele pijler van het bedrijf.
Heel opmerkelijk is dat over de bouwaktiviteiten van de RDM gedurende de Tweede Wereldoorlog zeer weinig in de hier geraadpleegde literatuur en op het Internet te vinden is. In de jaarverslagen van de RDM worden haar bouwaktiviteiten in deze periode niet genoemd. In het boek "Een Halve Eeuw Droogdok, 1902 - 1952" - in 1952 uitgegeven door de RDM ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan - komen de voor de Duitse bezetter gebouwde schepen (31 uitgegeven bouwnummers!) zelfs niet in de bouwlijst voor! Was dit (valse) schaamte van de werf, zo vlak na de oorlog? Dat was o.i. echt niet nodig, want - in tegenstelling tot sommige andere werven - heeft de RDM (o.l.v. haar directeuren D.C. Endert Jr. en ir. A. Knape) de Duitse bezetter behoorlijk tegengewerkt en ook haar bouwtijden toen aanzienlijk gerekt; door de Duitse bezetter werd ze zelfs als "deutschfeindlich" (vijandig t.o.v. Duitsland) gekenschetst. Jaren later noemt Evert van der Schee deze nieuwbouw echter wel in de bouwlijst achter in zijn boek "Rotterdamsche Droogdok Maatschappij" (1998). De door de RDM geleden oorlogsschade wordt hier beschreven.
Het schrijven van een boek met als titel "De Nederlandse Scheepsbouw in de Tweede Wereldoorlog" zou een uitdaging voor geschiedkundigen kunnen zijn! Iets in deze richting staat in een artikel van Jan Bezemer in het dagblad Trouw van 29 juni 2006, "Collaboratie Tweede-Wereldoorlog / Heulen met de vijand" en in het boek "Heijplaat in Verzet; Oorlogsgetuigenissen uit het gebied rond de Rotterdamse Waalhaven" door Jean-Philippe van der Zwaluw en Joop van der Hor, 2010, uitgeverij Verloren in Hilversum.
Na aanvankelijk zeer gunstige na-oorlogse jaren kwam de Nederlandse scheepsbouw in het begin van de 60-er jaren in de problemen. De RDM ging zich vanaf die tijd - met ruim 4000 werknemers - meer toeleggen op de defensie industrie, maar trok ook veel opdrachten uit de offshore- en de energiesector aan. Gedurende enige tijd had de RDM zelfs meer dan 7000 werknemers in dienst.
Na het vertrek van directeur en voorzitter van de directie ir. K. van der Pols in 1971 ging het echter sterk bergafwaarts met de RDM. Mede gedwongen door de politiek, ging het bedrijf - na verschillende fusies - op in het Rijn-Schelde-Verolme (RSV) concern. Maar een hechte onderlinge samenwerking van de vroegere concurrenten kwam niet van de grond en deze fusies werden het begin van de ondergang van de RDM. De RDM-vestiging "Nieuwe Waterweg" werd in 1978 gesloten. Dit was reeds tientallen jaren al een pure reparatiewerf van de RDM; het laatste nieuwbouw schip daar - m.s. "Maashaven", #223 - werd in 1948 opgeleverd.
Ondanks de aanvankelijke (miljarden guldens!) overheidssteun aan de RSV werden de problemen steeds groter. Uiteindelijk werd de RSV (en daarmee ook de RDM) op 6 april 1983 failliet verklaard. Van de toen nog ruim 3000 RDM-ers werden er bijna 1400 ontslagen, waarvan ruim 800 (!) in het kleine tuindorp Heijplaat. Naar het aantal ontslagen bij de toeleveranciers kan men alleen maar gissen. Een heel triest einde, maar toch ... ... heel veel mensen hebben jaren lang hun boterham bij of door de RDM kunnen verdienen.

Daarna werd bij een doorgestarte RDM het werfdeel waarin van oudsher altijd het meeste geld werd verdiend, de afdeling reparatie en onderhoud, liggende in toen nog steeds de grootste haven ter wereld, volledig afgestoten. Dat is iets wat ik nooit echt begrepen heb, maar ik ben dan ook zeker niet deskundig op dat gebied. Het feit dat de drijvende droogdokken van de RDM gemakkelijk verkocht en afgevoerd konden worden en een sloop en afvoer van gegraven dokken, zoals aanwezig bij andere RSV-werven, veel geld gekost zou hebben zal zeker een rol gespeeld hebben.
Hoofdzakelijk voor de (af)bouw van vier Nederlandse onderzeeboten en enig ander specialistisch, nucleair en militair werk, werd in 1984 door de overheid "RDM Nederland" opgericht. In 1987 werd de naam veranderd in "RDM Technology". Deze werd in 1991 aan de dubieuze 'bedrijvendokter' Joep van den Nieuwenhuyzen verkocht, waarna het "RDM Technology Holding" ging heten. Dit kan als het definitieve einde van de doorgestarte, doch inmiddels wel zeer sterk afgeslankte, RDM beschouwd worden.
Voorafgegaan door een splitsing in "RDM Technology" en "RDM Submarines" en ettelijke reorganisaties en ontslagrondes, kwam het vroegere werfterrein met de opstallen uiteindelijk in het bezit van het "Havenbedrijf Rotterdam" en werd daar RDM-Campus - een locatie voor onderwijsinstellingen en bedrijven waarbij de nadruk vooral moest liggen op duurzaamheid - gerealiseerd. Deze nieuwerwetse RDM staat nu voor "Research, Design and Manufacturing".
Leuk bedacht, ... ... maar "mijn RDM" is sinds 6 april 1983 verleden tijd!
Het enige wat daar vanaf 1 mei 2004 door haar naam, locatie en werk nog enigszins aan herinnerde was de Maatschappij "De Maas" (MDM), rechtsopvolger van de oude RDM. Dit was een constructiebedrijf voor scheepssecties, jachtcasco's en andere staalconstructies in de voormalige Scheepsbouwloods van de RDM, maar dit bedrijf ging 8 jaar later, op 22 mei 2012, failliet. Dat is nu dus ook verleden tijd!
Dat zou hier bijna vergeten worden! De Stoomsleepboot Dockyard III "DockyardIII". Tot slot, de hedendaagse ontwikkelingen in het tuindorpje Heijplaat kunnen op de website www.heijplaat.com Ook heel interessant om te volgen is de site over de Schiedamse scheepswerf Werf Gusto. www.werf-gusto.com


Op deze voormalige Rotterdamse nieuwbouw- en reparatiewerf heeft Johan Journee in zijn jonge jaren van september 1958 tot juli 1963, naast zijn studie aan de Avond-HTS in Rotterdam, met heel veel plezier gewerkt en er veel geleerd; de eerste 10 jaar als ijzerwerkersmaat in de Scheepsbouwloods en daarna als leerling-tekenaar, opgroeiend tot tekenaar-constructeur, op de Tekenkamer Scheepsbouw. Namen van RDM-ers uit die tijd, die na al die jaren weer boven komen drijven, staan hier in RDM-Collega's.pdf vermeld.


... ... en daarna.

Medio 1963 ging hij bij de toenmalige "Technische Hogeschool Delft" (later "Technische Universiteit Delft" genoemd) werken en er na zijn Avond-HTS en militaire dienst vanaf september 1968 - naast zijn werk daar - in zijn vrije tijd ook studeren. Hij heeft deze studie in januari 1975 voltooid en is ben er opgeklommen tot "Universitair Hoofd Docent" (1992). In het Engels had deze functie de fraaie titel "Associate Professor". Zijn onderzoek en onderwijs bij de TU Delft richtte zich vooral op bewegingen en veiligheid van schepen en offshore-constructies in zeegang. In april 2006 ging hij er, na in totaal bijna 48 jaar in de scheepsbouw en de offshore gewerkt te hebben, met pensioen. Hij kreeg toen ook voldoende vrije tijd om rustig aan deze voor hem bijzonder leuke, maar toch ook wel erg arbeidsintensieve, website over de RDM te gaan werken.

Rob van den Broek's relatie met de RDM.

De bijna 20 jaar jongere Rob van den Broek werd in 1960 geboren. Hij is geboren en getogen in Heijplaat, een tuindorpje onder de rook van Rotterdam. Hij woonde daar aan de Rondolaan en in de Heijplaatstraat. Zijn grootvader, zijn vader en zijn moeder werkten allen vele jaren bij de RDM en hij heeft daardoor een aangeboren interesse gekregen voor de geschiedenis van deze werf en toonde deze ook naar buiten. Mede door zijn professionele interesse voor muziek was hij daar ook 20 jaar lid van de muziekvereniging "Dockyard".
Van meet af aan toonde Rob veel belangstelling in deze website over de RDM. Hij leverde ook tal van zeer waardevolle bijdragen. In het najaar van 2014 nam hij de taak van beheerder van de RDM-website van Johan Journee over.

De geschiedenis van de voormalige RDM, hier op het web.

Op de hieronder bereikbare webpagina's (grootte van 2,5 Gb) wordt sinds begin 2007 gepoogd om zoveel mogelijk informatie over de voormalige RDM weer te geven. Eerst worden alle door de RDM gebouwde schepen (355) - per bouwnummer, naam en bouwjaar (jaar van oplevering) - beschreven. Daarna wordt de terloops gevonden informatie over de zeer vele reparaties en verbouwingen bij de RDM gegeven, gevolgd door de gebouwde machines en apparaten en haar "werkpaarden": de drijvende bokken, droogdokken, (sleep)boten, e.d. Wat nog erg gemist wordt aan foto's wordt hier gegeven. Daarna worden alle jaarverslagen van de RDM en alle uitgegeven personeels- en bedrijfsbladen, gevonden brochures, e.d. gegeven. Tot slot nog een "schoenendoos" vol oude RDM-foto's, die niet in het voorgaande pasten, met als laatste een (ludiek) digitaal RDM-museum.
In totaal worden op deze RDM-website ongeveer 5500 foto's van maximaal 800 pixels breed en/of 600 pixels hoog weergegeven.


  Klik op de onderwerpen hieronder - en de foto-knoppen daarin - voor gedetailleerde informatie:  


Terug naar Boven

Dit inventariseren van de geschiedenis van de voormalige RDM (en alle zijpaden die daarbij ingeslagen worden) is een erg leuke hobby, maar het is ook zeer tijdrovend. Hieraan zijn inmiddels al veel meer uren besteed, dan Johan vroeger bij de RDM gewerkt heeft. Om met de woorden van NDSM-collega Ruud van der Sluis (zie: www.ndsm-werfmuseum.nl) te spreken: "Soms heb ik het gevoel dat ik de enige ben, die nog bij deze werf werkt!".
Overigens ... ..., is een op te zetten RDM-museum in Heijplaat nog een idee, of is het daarvoor na 30 jaren al veel te laat? Er kunnen heel wat interessante voorwerpen in, zie bijvoorbeeld hoofdstuk 10 hier: Het virtuele RDM-museum.

Werkwijze, literatuur, hulp en dankbetuigingen.

De beste start-bronnen bij het voorgaande RDM-overzicht waren natuurlijk de archieven van de voormalige RDM zelf. Deze bevinden zich in het Gemeentearchief van Rotterdam, zie: www.archieven.nl/0/toegang/184/425/. Hoewel de informatie op die website erg summier en ook niet compleet is, werd hiervan (vooral wat betreft de relatie bouwnummer-scheepsnaam-opdrachtgever) dankbaar gebruik gemaakt. Ook werd dankbaar gebruik gemaakt van de informatie en bouwlijsten in het boek "1902-1952, Een Halve Eeuw Droogdok" (in 1952 uitgegeven door de RDM ter gelegenheid van haar 50-jarig jubileum) en het boek "Rotterdamsche Droogdok Maatschappij" (door Evert van der Schee, in 1998 uitgegeven door Ilco Productions te Rotterdam).
Met behulp van deze basisinformatie kon naar foto's en andere informatie over RDM-schepen op het Internet gezocht worden. Veel werd gevonden op websites en forums van rederijen en (ex-)zeelieden, zoals op het zeemansforum www.kombuispraat.com dat in 2001 opgezet werd door ex-stuurman Jos Komen.
Ook zijn heel veel foto's en informatie door derden geleverd, waarvoor onze oprechte dank. Met name moeten hierbij Roel Zwama uit Rotterdam - voormalig RDM-er en beheerder van de website www.zwama.de/shiplover - en Rob van den Broek uit 's-Hertogenbosch - voormalig lid van Muziekvereniging "Dockyard" en beheerder van zijn website www.optoon.nl en nu ook beheerder van deze RDM-website - zeker dankbaar vermeld worden. Zonder hen zou deze website niet dat zijn, wat het nu is.
Bij de (sleep)boten van de RDM werd veel hulp ontvangen van Arie Aalbers (hoogleraar TU Delft), zoon van een van de kapiteins op de "Dockyard" sleepboten. Veel informatie werd daarbij ook verkregen uit het blad voor de beroeps- en recreatievaart "Sleep & Duwvaart".
Nuttige vooroorlogse informatie werd ook gehaald uit uitgaven van "Het Schip" en "Schip en Werf" vanaf het begin van de 20-er jaren. Deze werd deels uit de nalatenschappen van de welbekende ir. Ernst Vossnack (ontwerper Nedlloyd) en van zijn vader prof. dr. E.J. Vossnack (hoogleraar TU Delft) via oud-collega Piet de Heer (TU Delft) ontvangen. Bij het verkrijgen van de na-oorlogse informatie uit "Schip en Werf" werd hulp verkregen van oud-collega Aad Versluis (TU Delft).
Begin 2011 werd (met dank aan Rob van den Broek, Rob Lampen, Albert Ringeling, Ben Bosch en Bas van Raamsdonk) de beschikking verkregen over alle personeels- en bedrijfsbladen van de RDM. Met wat aanverwante informatie betrof dit in totaal ruim 450 bladen, die allen hier in een goed leesbaar formaat geplaatst zijn. In 2012 volgden (met dank aan Peter van Vliet) de jaarverslagen van de RDM.
Door het grote aantal van 355 nieuwbouwnummers, het ontelbare aantal gerepareerde en verbouwde schepen en gebouwde machines en apparaten, de - door de jaren heen - 42 eigen (sleep)boten, de vele drijvende droogdokken en bokken en de ruim 81 jaren dat deze werf bestaan heeft, zal deze inventarisatie echter nooit geheel voltooid kunnen zijn!

Oogmerk, bronnen, referenties, copyright en disclaimer.

Het doel van deze "non-profit" webpagina's is om alle relevante informatie over de RDM overzichtelijk en zo compleet mogelijk voor het nageslacht te bewaren. Of dit zinvol was, moeten zij later beoordelen.
Bronreferenties worden steeds zo goed mogelijk gegeven; deze verzameling is immers voornamelijk gebaseerd op het werk van anderen, die op geen enkele wijze geschaad mogen worden. Dezelfde gegevens komen vaak op meerdere plaatsen op het Internet voor, waarbij dan bij de bronvermelding een (soms dubieuze) keuze gemaakt moest worden. Wanneer een gebruikte tekst of foto's na verloop van tijd van het Internet verdwenen is of als die niet meer te terug is - dit gebeurt soms dagelijks met meerdere links - wordt simpelweg "Internet" als bron of geen bron gegeven. Gepoogd werd om goed refereren, maar de kans moet natuurlijk wel geboden worden. Ook zal waarschijnlijk wel ergens tekst of foto's overgenomen zijn, waar dat eigenlijk niet zomaar mocht. En natuurlijk werd hier en daar ook wel eens plagiaat gepleegd door een vergeten of verloren gegane referentie. Vrijwel niets is van onszelf, het is bijna allemaal van anderen. We verzamelen en sorteren alleen maar!
In het begin werd steeds gepoogd om toestemming te verkrijgen voor het plaatsen van een foto, tekst of citaat. Maar, als je al de juiste persoon weet te bereiken, in meer dan 90 % van de gevallen krijg je dan geen antwoord terug. Afgezien van het wachten en alle administratieve rompslomp in deze, wat moet je dan? Dus werd noodgedwongen veelal gebruik gemaakt van het - misschien wel wat onsympathieke - "piepsysteem". Tot nu toe (dus sinds begin 2007) zijn er in slechts twee gevallen korte discussies ontstaan, maar daarna mocht toch alles gelaten worden zoals het was.
Laat het weten als U zich hier eventueel benadeeld voelt. Dat spijt ons dan erg, e-mail ons en we zullen dan de betreffende tekst of foto's onmiddelijk van de juiste referenties voorzien, deze aanpassen of deze verwijderen. Dat laatste echter liever niet. Maar nogmaals, we willen hier beslist niemand schaden!

Nostalgie.

Links een reproductie op canvas (120 x 80 cm) van een prachtig schilderij van Nico Peeters van de Dokhaven van de RDM (zie rechts), die in Johan's woonkamer hangt. Dit was het uitzicht dat hij in het begin van de 60-er jaren vanuit de Tekenkamer Scheepsbouw op de Dokhaven had. Een nostalgisch plaatje! Voor schilderijen van deze kunstenaar, zie: www.nicompeeters.nl.


Veiligstelling website.

Websites komen en gaan ... ..., soms in een rap tempo. Hier blijven echter alle verzamelde gegevens (momenteel ongeveer 2,5 Gb) tot in lengte van jaren bewaard en ze blijven steeds vrij en overzichtelijk toegankelijk:
  1.   Sinds 14 maart 2011 worden de RDM-webpagina's, via webarchivering, door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag als "digitaal erfgoed" veilig gesteld. Tevens worden deze webpagina's daar behoed voor eventueel verlies door technologische veroudering en andere risico's. Zolang als nodig worden gearchiveerde bestanden op gezette tijden (tot nu toe elk half jaar) door de K.B. ververst. Oorspronkelijke plannen om webarchieven ook online beschikbaar te stellen zijn i.v.m. juridische obstakels voorlopig even uitgesteld. Het webarchief kan al wel in de leeszaal van de KB opgevraagd worden.
  2.   Los van het voorgaande wordt de RDM-website sinds november 2013 ook geharvest, duurzaam opgeslagen en beschikbaar gesteld aan een algemeen publiek via de website van het Stadsarchief Rotterdam. Opeenvolgende versies worden met een regelmatige frequentie opgenomen.

Terug naar Boven