Tanker "Dundrum Bay", 1974, aan de ketting.

Foto boven: Een vertrouwd beeld, het Noorse motortankschip "Dundrum Bay" bij de RDM aan de ketting gelegd.

Terug naar Overzicht

Noorse zeesleper "Herkules" maakt einde aan slepende geschiedenis; "Dundrum Bay" van de ketting.
Zaterdagmiddag 16 februari 1974 werd de laatste schakel van de ketting waarmee het Liberiaanse motortankschip "Dundrum Bay" aan de RDM lag gekluisterd verbroken. De Noorse zeesleper "Herkules" vergezelde het onfortuinlijke schip naar de sloper, waarmee een einde kwam aan de langdurigste beslaglegging in de geschiedenis van de Rotterdamse haven. Het langzamerhand tot de inventaris van onze werf gerekende schip arriveerde in maart 1970 met een lading spijsolie in Rotterdam. De lading bleek bij aankomst bedorven en aangezien het schip was ingericht voor vervoer van minerale oliën en geen spijsolie had mogen vervoeren, weigerde de verzekering de schade te vergoeden. De toenmalige eigenaar, een Argentijnse veeboer, liet de agenten J.E. Turner & Co uit Buenos Aires met een strop van ruim 80.000 dollar zitten. Laatstgenoemde liet beslag leggen op het schip, dat inmiddels op onze werf gerepareerd werd. Sinds 1970 is de vordering van de RDM opgelopen tot ruim 2 miljoen gulden.
Bij gerechtelijke uitspraak van 19 februari 1971 werd het schip aan de ketting gelegd.
Koopje bij de rechter
Teneinde hun vordering op de eigenaar van het schip binnen te krijgen en de beslagname ongedaan te maken, liet schuldeiser Turner op 30 januari jl. het schip bij opbod voor de Rotterdamse rechtbank verkopen. De RDM, als voornaamste schuldeiser, beriep zich echter op het recht van "retentie" en dat was de reden dat zowel bij het opbieden als bij het afslaan alleen de stem van de deurwaarder klonk en niemand "mijn" riep. Het recht van retentie houdt namelijk in, dat de eventuele koper zich tevens verplicht de schuldenlast over te nemen, in dit geval de vordering van de RDM.
Voor het bedrag waarmee de verkoop was ingezet nl. f10.000,— werd Turner eigenaar. Dit wilde echter nog niet zeggen dat de kettingen konden worden losgemaakt. De vordering van de RDM bleef bestaan en de nieuwe eigenaar moest deze zaak regelen.
Naar de sloper
De kleine kans die bestond dat het schip alsnog haar 25-jarig zeeleven zou rekken is nu voorgoed van de baan. De regeling met de RDM is getroffen en de "Dundrum Bay" gaat naar de sloper. Van de geschatte opbrengst van 1½ miljoen krijgt de RDM het leeuwendeel.
In Santander (Spanje) valt het doek. Het vertrouwde beeld, dat jaren lang het gezicht van onze werf mede bepaalde is verdwenen. We zullen het missen.
(Bron: Nieuws van de RDM, maart 1974)

Omschrijving:
De Noorse zeesleper "Herkules" vergezelde het onfortuinlijke schip - de "Dundrum Bay" - naar de sloper (21-02-1974), waarmee een einde kwam aan de langdurigste beslaglegging (1970 tot 1974) in de geschiedenis van de Rotterdamse haven.

Citaten:
- Reformatorisch dagblad, 31 januari 1974:
... ... Tanker na drie jaar aan ketting verkocht, nu veel hogere schrootprijs.
Na ruim drie jaar aan de ketting te hebben gelegen is woensdagochtend in Rotterdam het Liberiaanse motortankschip Dundrum Bay (8988 bruto register ton), dat ongeveer anderhalf miljoen gulden waard is, executoriaal verkocht voor f 10.000,-. Voor de koper, de firma J.E. Turner in Buenos Aires, schuilt er echter wel een addertje onder het gras.
De Dundrum Bay zal niet eerder van de kade in Rotterdam mogen worden weggehaald, voordat een regeling is getroffen met de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM), die een vordering heeft van 2.4 miljoen gulden op de vorige eigenaar van het schip. De vorige eigenaar is de Argentijnse hereboer Llobet, die een aantal jaren geleden zijn geluk ging beproeven in de tankvaart.
In 1970 vervoerde zijn Dundrum Bay eetbare oliën naar Rotterdam. Deze lading werd echter door de geadresseerde geweigerd, omdat de oliën bedorven waren. De verzekering keerde niet uit, want de Dundrum Bay, ingericht voor het transport van minerale oliën, had helemaal geen spijsolie mogen vervoeren. Daarmee kwam J.E. Turner in Buenos Aires, de eigenaar van de spijsolie, te zitten met een strop van ruim 80.000 dollar. Turner liet dus beslag leggen op de Dundrum Bay, die inmiddels bij RDM gerepareerd werd. Sinds 1970 is de vordering van de RDM op Llobet opgelopen tot 2.4 miljoen gulden.
Hoge schrootprijs
Dat men zo lang gewacht heeft met het openbaar verkopen van de Dundrum Bay is het gevolg van het feit dat de schrootprijzen de laatste tijd zeer veel hoger zijn geworden. Een jaar geleden zou de Dundrum Bay ongeveer 750.000 gulden hebben opgebracht. Momenteel zal een sloper het dubbele van dat bedrag betalen. De firma Turner gaat nu de Dundrum Bay verkopen en zal een groot gedeelte van de opbrengst aan de RDM overdragen.
Er is nog een klein kansje dat de 25 jaar oude Dundrum Bay haar leven op zee nog wat mag rekken. Als het Suez kanaal weer open gaat komt er wellicht weer belangstelling voor kleinere tankers. ... ...


Artikelen:
- Noorse zeesleper "Herkules" maakt einde aan slepende geschiedenis; "Dundrum Bay" van de ketting,
  Nieuws van de RDM, maart 1974, blz. 10: PB-1973-11.pdf.

Meer foto's:
- Foto 1: De Noorse motortanker "Dundrum Bay", voordat ze bij de RDM aan de ketting lag.

Bronnen:
- Artikelen hierboven.

Terug naar Overzicht